Samenvatting: Customer Journey

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Customer Journey

  • 2 Motivatie en Emotie en attitude

    Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Omzetten van behoeftes naar gedrag/doelis afhankelijk van


    •COGNITIEVE PROCESSEN: 
    Culturele waarden

    •COGNITIEVE PROCESSEN: 
    Zelfbeeld 
    •Consumenten kopen vaak producten die
    •Passen bij hun zelfbeeld
    •Gewenste identiteit weerspiegelen
    •Een bepaalde identiteit vermijden

    •Consumenten beoordelen zichzelf en anderen op basis van hun bezittingen
  • Zelfbeeld: te mijden identiteit

    Te mijden identiteit speelt eveneens een rol. 
    Cosmetica, kleding en auto’s zijn een uitstekend middel om zich te onderscheiden van de grijze middenmoot.
    Het imago is het beeld dat anderen van ons hebben. 

    èHoe sterk zijn we bezig met deze zelfpresentatie? 
    èWelke rol spelen sociale media in het opbouwen van een imago? 
  • Behoeften en doelen wijzigen constant door veranderende omstandigheden:


    •Doelen die niet gerealiseerd worden, vervangen door andere doelen
    •Doelen die gerealiseerd zijn, vervangen door andere doelen of hetzelfde doel op hoger niveau 
  • Behoeften zijn bij iedereen hiërarchisch geordend:


    •Mensen werken hun behoeftebevrediging laag per laag af 
    •Ze kunnen pas op zoek naar de bevrediging van hogere behoeften als hun behoeften op het lagere niveau volledig bevredigd zijn 
    •Bv. mensen die leven in armoede willen eerst hun lichamelijke behoeften realiseren vooraleer ze gaan streven naar zelfontwikkeling
    •Niet iedereen bereikt het hoogste niveau
    •Terugval in behoefteniveau is niet mogelijk 
  • Kenmerken emotie (affect):


    •Kan variëren van meer/minder intens
    •Weinig directe controle over soort emoties die prikkels oproepen
    (bv. gevoelens van afkeer bij onbeleefde verkoper) 
    •Vaak fysiek merkbaar: lichaamstaal verraadt gemoedstoestand
    (bv. opwinding als je een ‘koopje’ hebt gedaan)
  • (III) Op basis van cognitieve informatieverwerking:


    •Informatie verzamelen over een product en de voor- en nadelen afwegen 
    •Actief proces: vereist dat de consument betrokken is bij product 
    •De verkregen informatie over een merk kan een positieve attitude ontwikkelen bij de consument 
    •Bv. het besef van de negatieve impact van de auto op het milieu resulteert in een negatieve attitude tov auto’s
  • Vorming van attitudes: het consistentieprincipe

    = Ons cognitief systeem (alles wat we weten, denken, voelen, enz.) vormt een consistent geheel. 
    Vb. positief gevoel t.o.v. product, positieve emotie à aankoop en je voelt je er goed bij. 
  • Centrale of perifere route (elaboriation likelihoodmodel)

    Centrale route = attitudevorming door focus op centrale boodschapocus op 
    Perifere route= attitudevorming niet door argumenten in boodschap maar oppervlakkige aspecten in reclame
  • Elementen die inspelen op perifere route:


    •Meer contact:
    •Merkbekendheid kan leiden tot positieve merkwaardering
    •bv. sponsoring in de sport, product placement
    •Door merk te associeren met positieve emoties 
    •Passief leerproces
    •Cfr. Klassieke conditionering 
    •USP (unique selling proposition, informatieve boodschappen) è ESP (emotional selling proposition, emotionele boodschappen)
    •Inspelen op sociaal-expressieve functie van product 
    •Inspelen op gedrag
  • 3 Leerprocessen in consumentengedrag

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • vormen van leerprocessen – vorm 1: Klassieke conditionering


    •Associatie tussen 2 prikkels: geconditioneerde en niet-geconditioneerde prikkel/stimulus
    •Wordt vaak gebruikt in reclame
    Producten en merken worden geassocieerd met positieve prikkels (muziek, kleuren, humor, mooie mensen, …) à hierdoor worden ze aantrekkelijker
    Conditionering gedrag staat centraal (daarom weinig productinfo)
    •Proces dat kan gebeuren bij lage betrokkenheid
    Passief
    •Geen activiteit vereist van de persoon

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart