Samenvatting: Cybercrime
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Cybercrime
-
1 Week 1
-
1.1 Hoorcollege
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat wordt bedoeld met cybercrime in enge zin/Cyber-dependent crime? Noem voorbeelden.
Delicten waarbij het internet wordt gebruikt om in contact te komen met slachtoffers of om informatie te verspreiden.
ICT is hierbij zowel het middel als het doelwit
Voorbeelden:
- Hacken
- Malware: malafide software , ransomware
- DDOS (botnets): het overladen van een netwerk/systeem zodat het traag of onbereikbaar wordt. -
Wat wordt bedoeld met cybercriminaliteit in brede zin/computer-enabled crime (gedigitaliseerde criminaliteit)? Noem voorbeelden.
Dit zijn traditionele vormen van criminaliteit die digitaal zijn geworden. Met behulp van digitale middelen.
- Online seksuele delicten
- Uiting/contact delicten
- Online oplichting/identiteitsfraude
- Onlinehandel in illegale producten -
Wat zijn de criminogene factoren van het internet?
1) Anoniem
2) Schaalbaar
3) Grenzeloos
4) Data gedreven -
Wat wordt bedoeld met het paring Problem?
De wetgever loopt achter de feiten aan. De technologische ontwikkelingen gaan te snel voor de wetgevingsprocessen. Dit Heeft onder andere te maken met waarborging van de rechtszekerheid. -
Waarom is cybercrime strafbaar?
1) Cybersecurity: Computersystemen moeten veilig zijn. De systemen moeten toegankelijk blijven, niet gewijzigd kunnen worden en de data mag niet zomaar op straat komen te liggen.
2) Cybersafety: Onze persoonlijke veiligheid op het internet. -
Welke indelingen in cybercrime kan men onderscheiden?
Cybercrimeverdrag 2001:
1) Computergericht
2) Computergerelateerd
3) Computerrelevant
Rechtspraak:
1) Cybercrime in enge zin
2) Ccybdrcarime in brede zin
Koops & Kasperen
Computer als..
1) Object
2) Instrument
3) Omgeving
Team High Tech Crime
1) Cybercrime
2) Cyber-enabled crime -
Wat maakt cybercrime anders dan traditionele vormen van criminaliteit?
1) Samenkomst in tijd en ruimte
2) Andere interactie tussen dader en slachtoffer
3) Daders veel meer vermommingsmogelijkheden en anonimiteit
4) Schaal
5) Meetproblemen
6) Voor technisch delicten is kennis nodig - meer zelfcontrole
7) Rol van online ontmoetingsplaatsen en peers
8) Opsporing en vervolging lastiger
9) Jurisdictie in cyberspace
10) Pacing problem -
Wat maakt de opsporing/vervolging van cybercrime lastiger?
- Anonimiteit
- Capaciteit
- Internationaal
- Encryptie
- Bewijsvergaring -
1.2 Hoofdstuk 2
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen traditionele criminaliteit en cybercrime?
1) Het wegvallen van barrières van tijd en ruimte
- Deterritorialisatie = het wegvallen van grenzen
- Time-space compression = het wegvallen van temporele en ruimtelijke beperkingen
2) Automatisering en amplificatie
3) Innovatie en transformatie
4) Sociale en commerciële interconnectiviteit
5) Anonimiteit en plasticiteit van de identiteit
- Online disinhibition effect
- Lage pakkans
6) Virtualisering en hybridisering -
Welke drie databronnen kunnen worden gebruikt voor cybercriminologisch onderzoek?
1) Personen - wat ze zeggen
- Vragenlijsten
- Interviews
2) Personen - wat ze doen
- Observaties
3) (Online) documenten & registratiedata
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden