Samenvatting: Dans
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Dans
-
1 contexten
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de rituele context?
In culturen waarin men de wereld door magie en ritme probeert te begrijpen te verklaren en te beheersen is dans een magische heilige handeling. -
Wat is de artistieke context?
Kunstvorm. Getrainde dansers, theater, publiek en choreografen. -
3 De leerling belicht
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn kunstzinnige doelen?
Het kunnen creëren en ideeën en concepten omzetten in een kunstvorm is een fundamentele eigenschap van de mens. Doelen dragen bij aan kunstzinnige ontwikkeling van de leerlingen. -
Wat zijn motorische doelen?
Vergroot de mogelijkheden om te dansen.
Voor motorische ontwikkeling nodig: -> psychomotorisch- Motorisch apparaat (lichaam)
- Intelligentie (geest)
-
Wat zijn de categorieën van motoriek?
- Zintuigmotoriek: = sensomotoriek. Tasten en videomotoriek: het omzetten van visuele waarnemingen in een motorische handeling.
- Kleine motoriek: kleine bewegingen, oog/handcoördinatie.
- Grote motoriek: voortbewegingsmotoriek.
- Zintuigmotoriek: = sensomotoriek. Tasten en videomotoriek: het omzetten van visuele waarnemingen in een motorische handeling.
-
Wat zijn de soorten motorische vaardigheden binnen grote motoriek?
Successief–coördinatieve vaardigheden: noodzakelijk bij; uitvoeren van een serie handelingen volgens bepaalde vaste volgorde tijdens procedurele training. (bijv: intrekken-spreiden-sluiten)
Simultaan-coördinatieve vaardigheden:noodzakelijk bij; het uitvoeren van een handeling waarbij verschillende deelhandelingen gelijktijdig één doorlopende handeling vormen, anticiperen in het moment. (bijv. pijltje in de roos gooien) -
Hoe gaat het leerproces volgens theorieën over motorisch leren?
In verschillende fases:- Oriëntatie/voorbereiding: cognitief en visueel.
- Uitvoeren/oefenen: leerling kan steeds beter verbinden. Fase wordt gestuurd door cognitie maar neemt af als het verbinden beter gaat en motorisch programma gevormd wordt.
- Controleren/bijsturen: Motorische vaardigheid is als een ondeelbaar totaal ontstaan. Overgangen vloeiend en gecoördineerd. Nadenken losgelaten.
-
Wat zijn sensorische doelen?
Gaat over waarnemend vermogen vergroten. De zintuigen en diepere gevoeligheid van de pieren vormen de basis van de psychomotoriek.
Proprioceptieve doel: je plaats een beweging en je bent je meer bewust van je lichaam en de bewegingen die je lichaam maakt. -
Waaraan dragen sensorische doelen bij in een dansles?
- Groter lichaamsbewustzijn, tastzin en proprioceptiorische ontwikkeling.
- Muzikale ontwikkeling.
- Vertaling van de essentie van de dansbeweging.
- Auditieve en visuele leren.
- Kunnen samenwerken.
- Groter lichaamsbewustzijn, tastzin en proprioceptiorische ontwikkeling.
-
Wat zijn sociale doelen?
Omgaan met anderen/samenwerken. Goede leeromgeving is voorwaarde voor een goede les, hieraan dragen sociale vaardigheden bij.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden