Startpagina / Samenvattingen / De analyse van de omgeving / protectionisme-land-invoertarief

Monetaire en internationale omgeving - Vrijhandel en protectionisme

Q: Wanneer spreken we van sociale dumping?

Als het ene land door een soepele regelgeving (op het gebied van bijvoorbeeld kinderarbeid, werktijden, sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden) goedkoper produceert dan een ander land.

29 belangrijke vragen over Monetaire en internationale omgeving - Vrijhandel en protectionisme

Waarop is de ruil tussen mensen gebaseerd?

Op arbeidsverdeling.

Hoe ontstaat een absoluut kostenvoordeel tussen twee partijen?

Door specialisatie en handel waarbij de welvaart tussen beide partijen toeneemt.

Hoe bereken je het comparatief kostenvoordeel?

Door de kosten van verschillende producten onderling te vergelijken.

Wat stelt de comparatieve kostentheorie?

Dat landen profiteren van vrijhandel.

Hoe neemt de mondiale welvaart toe?

Als landen zich specialiseren in producten die ze relatief goedkoop kunnen voortbrengen.

Wat gaat gepaard met het verdwijnen van bedrijfstakken door de internationale concurrentie?

Werkgelegenheidsverlies.

Wat is een belangrijk argument voor de overheid om de bedreigde bedrijfstak te beschermen tegen buitenlandse concurrentie?

De dreiging op werkgelegenheidsverlies.

In welke twee hoofdcategorieën vallen de argumenten waarmee landen protectionisme onderbouwen uiteen?

Oneerlijke concurrentie;
Onafhankelijkheidsargument.

Welke varianten zijn er van oneerlijke concurrentie?

Dumping;
Lage lonen;
Sociale dumping;
Vergelding.

In welk geval is protectionisme volgens de regels van de World Trade Organisation (WTO) toegestaan?

Als dumping ernstige schade toebrengt aan de eigen industrie.

Waar hangen comparatieve kostenverschillen van af?

Van de lonen in een land en de arbeidsproductiviteit.

Wanneer spreken we van sociale dumping?

Als het ene land door een soepele regelgeving (op het gebied van bijvoorbeeld kinderarbeid, werktijden, sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden) goedkoper produceert dan een ander land.

In welk geval is protectionisme volgens het onafhankelijkheidsargument geoorloofd?

Als de nationale veiligheid, de culturele identiteit, de voedselveiligheid of de onafhankelijkheid van de voedselvoorziening in gevaar komen.

Wat voor soort argument is het onafhankelijkheidsargument?

Een politiek argument dat gebaseerd kan zijn op historische en culturele tradities, maar soms ook op opportunisme.

Wat is een moderne variant op het onafhankelijkheidsargument?

Strategische handelspolitiek.

Wat is de bekendste handelsbelemmering?

Het invoertarief.

Wat is het gevolg van een invoertarief?

Een afname in de ingevoerde hoeveelheid. Door de lagere invoer en de hogere prijs op de markt nemen de productie en afzet van binnenlandse ondernemingen toe.

Hoe kan de overheid de handel beperken?

Door middel van een invoertarief of non-tarifaire handelsbelemmeringen.

Wat zijn voorbeelden van non-tarifaire handelsbelemmeringen?

Importquotum;
Vrijwillige exportbeperking (variant van importquotum);
Productvoorschriften;
Subsidies.

Wat is het verschil tussen een invoertarief en invoerquotum?

De overheid ontvangt in tegenstelling tot een invoertarief geen tariefinkomsten over de invoerquotum.

Wat houdt een vrijwillige exportbeperking in?

Hierbij komen beide landen overeen de onderlinge handel te beperken.

Waarvoor is de vrijwillige exportbeperking bedoeld?

Om de internationale handelsregels te omzeilen.

Hoe kan de overheid een kunstmatig lage wisselkoers van de eigen munt en haar binnenlandse ondernemingen bevoordelen en zo de internationale handel belemmeren?

Door middel van het verstrekken van subsidies.

Wat is het fundamentele bezwaar tegen protectionisme?

Dat een land productiefactoren inzet voor goederen en diensten die een ander land efficiënter kan produceren.

Wat zijn directe gevolgen van protectionisme?

Hogere prijzen;
Minder keuzevrijheid;
Lagere consumptie;
Hogere productie en werkgelegenheid in de beschermde bedrijfstak.

Wat zijn indirecte gevolgen van protectionisme?

Minder innovatie in de beschermde bedrijfstak;
Hogere kosten voor onbeschermde bedrijfstakken;
Lagere productie en werkgelegenheid in niet-beschermde bedrijfstakken;
Vergelding die onbeschermde bedrijfstakken treft.

Welke aspecten kent non-discriminatie van de WTO?

De meestbegunstigingsclausule en dat overheden buitenlandse ondernemingen op dezelfde manier moeten behandelen als binnenlandse ondernemingen.

Hoe worden de besprekingen genoemd waarbij de WTO de vrijhandel bevordert door onderhandelingen over handelsbelemmeringen te organiseren?

Handelsrondes.

Welke redenen zijn binnen de regels van de WTO voor protectionisme toegestaan?

Vrijwaring;
Tegengaan van oneerlijke handelspraktijken, waaronder dumping;
Compensatie van exportsubsidies in het buitenland.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

De analyse van de omgeving | 9789001863166 | A J Marijs

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.