Democratie - Probleem van inhoudelijke representatie - Inhoudelijke representatie
9 belangrijke vragen over Democratie - Probleem van inhoudelijke representatie - Inhoudelijke representatie
Op welke wijze wordt politieke gelijkheid in een vertegenwoordigende democratie mogelijk gemaakt?
Welke twee manieren zijn er om vertegenwoordiging vorm te geven en wat is het onderscheid?
Delegate-model
- Dit houdt in dat de kiezers de vertegenwoordiger een nauw omschreven mandaat verlenen en verwachten dat de vertegenwoordiger niet meer en niet minder is dan een spreekbuis van hun opvattingen. De vertegenwoordiger wordt niet geacht zelfstandig afwegingen te maken maar precies te verwoorden wat de achterban vindt.
- Dit houdt in dat de kiezers de vertegenwoordiger een mandaat verlenen om zelfstandig na te denken over wat in het algemeen belang is.
De Nederlandse Grondwet opteert in art. 67 lid 3 Gw voor dit laatste model, "zonder last", dat wil zeggen naar eigen inzicht en geweten.
De tweede manier van politieke vertegenwoordiging is het trustee-model. Wat houdt dit model in?
Nederland hanteert dit model (art. 67 lid 3 Gw). Soms is het in de praktijk echter anders.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het probleem van de inhoudelijke representatie?
- zijn signalen dat er grote groepen in NL niet vertegenwoordigd zijn --> opvattingen klinken niet door in de besluitvorming.
= commissie Remkes
Waarom schort het de vertegenwoordigende democratie volgens de staatscommissie aan inhoudelijke presentatie?
- Door de Ostrogorski-paradox;
- Geen goede afspiegeling van de bevolking.
Waarom vormt het parlement geen goede afspiegeling van de bevolking, waardoor de inhoudelijke representatie van de vertegenwoordigende democratie volgens de Staatscommissie tekortschiet?
- De demografische kenmerken zijn niet in verhouding;
- De sociale kenmerken zijn niet in verhouding > Gevolg: Diplomademocratie: Een politiek systeem waarin burgers meer feitelijke invloed hebben naar mate hun opleidingsniveau hoger is.
Waarom vormt het parlement geen goede afspiegeling van de bevolking, waardoor de inhoudelijke representatie van de vertegenwoordigende democratie volgens de Staatscommissie tekortschiet?
- De demografische kenmerken zijn niet in verhouding;
- De sociale kenmerken zijn niet in verhouding > Gevolg: Diplomademocratie: Een politiek systeem waarin burgers meer feitelijke invloed hebben naar mate hun opleidingsniveau hoger is.
Wat zijn de verschillende oorzaken voor gebrekkige inhoudelijke representatie?
- Goed mogelijk dat er een meerderheid in het parlement is voor een wet waarvoor geen meerderheid is onder de kiezers
(kiezer is het nooit eens met alle standpunten partij) - De verhouding tussen de regeringspartijen in het parlement en de regering is monistisch, niet dualistisch
- Het parlement is geen goede afspiegeling is van de bevolking wat betreft:>
- Demografische kenmerken (geslacht, etniciteit en leeftijd);
- Sociale kenmerken (opleidingsniveau, woonplaats en sociale afkomst);
- Opleidingsniveau (diplomademocratie: een politiek systeem waarin burgers meer feitelijke invloed hebben naar mate hun opleidingsniveau hoger is)
Wat zijn de oorzaken van de Ostrogorski-paradox?
- Stemmers stemmen niet uit volle overtuiging, omdat zij het logischerwijs niet 100% eens kunnen zijn met het partijprogramma > Gevolg: Er is een kans dat een meerderheid in het parlement voor een wet is, terwijl daarvoor geen meerderheid onder kiezers is;
- De verhouding tussen de partijen in het parlement en de regering is te veel monistisch en niet dualistisch > Gevolg: De partijleden in het parlement waarvan partijleden in de regering zitten, stemmen altijd met hen mee. De oppositie is dan in de minderheid.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden