Klachtanalyse - Werkwijze - Het gesprek

17 belangrijke vragen over Klachtanalyse - Werkwijze - Het gesprek

Waar werkt de diagnosticus naar toe na de start in het gesprek? En hoe?

De diagnosticus werkt naar formulering van hulpvragen toe. De kunde is de cliënt tot formulering van een hulpvraag uit te nodigen op het moment dat de cliënt er cognitief en emotioneel aan toe is.

Het gesprek heeft een globale fasering. De start, het gesprek en de afronding. Wat komt er tijdens het gesprek aan bod?

cliënt wordt uitgenodigd tot formulering van de hulpvraag
controle betekenis, volledigheid en interne consistentie klachten en hulpvragen

Wat gebeurd er in fase 2: het gesprek bij het maken van een klachtanalyse?

  • Het formuleren van klachten en hulpvragen (cliënt aan het woord):
    - Wat zou je willen? (explicitering)
    - Komt dit gevoel ook in andere situaties voor? (specificiteit)
    - Klopt dit, of denkt u dat dit klopt? (feitelijkheid).
  • Betekenis van geformuleerde klachten en hulpvragen (vertolken van interpretatie, direct of indirect);
  • Volledigheid van geformuleerde klachten en hulpvragen (samenvatten en vragen naar herkenning);
  • Interne consistentie van geformuleerde klachten en hulpvragen (welke uitspraken bevestigen elkaar en welke spreken elkaar tegen).

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de 4 gesprekstaken van de klachtanalyse?

  1. Het formuleren van klachten en hulpvragen: explicitering, specificiteit en feitelijkheid
  2. Controleren van de betekenis van de geherformuleerde klachten en hulpvragen
  3. Het controleren van de volledigheid van de geformuleerde klachten en hulpvragen, met ook aandacht voor positieve belevingen
  4. Het controleren van de consistentie en van de geformuleerde klachten en hulpvragen

Klachten en hulpvragen moeten worden geformuleerd.
Waar moet de diagnosticus op letten bij het achterhalen van klachten en hulpvragen?

dat klachten en hulpvragen

expliciet op tafel komen
specificiteit van klachten en hulpvragen en
feitelijkheid van klachten en hulpvragen

In welke benadering is een arsenaal van technische gesprekstussenkomsten ontwikkeld (met de bedoeling het inzicht van de client in de probleemervaring te bevorderen)

In de ervaringsgerichte benadering in de psychotherapie (Eells).

Hoe controleert de diagnosticus de betekenis van de geformuleerde klachten en hulpvragen? En hoe kan hij dit weergeven?

De diagnosticus controleert de betekenis van de uitspraken voor de cliënt door zijn interpretatie duidelijk te vertolken. De vertolking heeft betrekking op zowel de inhoudelijke als de emotionele betekenis.

Deze interpretatie kan de diagnosticus op een directe of indirecte manier weergeven.
Directe werkwijze: de diagnosticus legt de interpretatie aan de cliënt voor en vraagt naar de juistheid ervan.
Indirecte werkwijze: de diagnosticus controleert de juistheid van de interpretatie via het helder krijgen van de situatie. De controle kan indirect gebeuren waarna de afronding direct van aard is.

Geef een voorbeeld van specificiteit van een klacht/hulpvraag.

U voelt zich machteloos als uw kind weer eens het hek van de buren heeft gesloopt.
Komt dit gevoel ook in andere situaties voor?

Geef een voorbeeld van feitelijkheid van een klacht/hulpvraag

als u uw dochter naar haar kamer stuurt gaat ze dan echt liggen huilen op haar bed of neemt u aan dat ze dat doet?

Wat moet er gebeuren als de geformuleerde klachten en hulpvragen niet volledig blijken te zijn?

Het kan zijn dat de volledigheid op een later moment in de diagnostische cyclus relatief (onvolledig/beperkt) blijkt te zijn. Een bewuste terugkoppeling naar deze fase is dan belangrijk en past binnen het cyclische karakter.

Wat gebeurt er tijdens de controle van interne consistentie van de geformuleerde klachten en hulpvragen?

De diagnosticus verheldert ervaringen en gevoelens en brengt hierin samen met de cliënt een ordening aan. Het is de bedoeling dat de uitspraken van de cliënt elkaar niet tegenspreken en dat ze onderling samengaan. De diagnosticus moet voortdurend voor zichzelf nagaan in hoeverre uitspraken elkaar bevestigen of tegenspreken zonder in het laatste geval de cliënt hiermee negatief te confronteren.

Het controleren van de betekenis van de geformuleerde klachten en hulpvragen kan in een directe werkwijze en een indirecte werkwijze. geef een voorbeeld van beide werkwijzen

directe werkwijze: interpretatie voorleggen en vragen naar de juistheid.
Ik begrijp dat u in die situatie heel erg verdrietig was, klopt dat?

indirecte werkwijze: helder krijgen van de situatie.
wat u zegt, is dat u zich in dit soort situaties (andere dan de reeds genoemde) zo zou voelen?

Op welke 2 wijzen kan de diagnosticus zijn interpretatie weergeven?

  1. op indirecte wijze (de diagnosticus controleert de juistheid via het helder krijgen van de interpretatie)
  2. op directe wijze (diagnosticus legt interpretatie aan de client voor en vraagt naar de juistheid ervan)

Verlopen de gesprekstaken tijdens de klachtanalyse in een vaste volgorde of niet?

Nee, de taken hangen nauw samen en kunnen niet geordend worden in een strikte volgorde. Tijdens het gesprek zullen de taken elkaar afwisselen.

Bij het controleren naar de volledigheid van de geformuleerde klachten en hulpvragen is er ook aandacht voor positieve belevingen. noem 2 manieren waarop positieve belevingen waardevol zijn.

1. belevingen binnen het domein waarop  de klacht betrekking heeft.

ik vind het vaak heel brutaal, maar soms ook attent
soms maak ik me helemaal geen zorgen over zijn toekomst.


2. als positieve belevingen uit andere domeinen:


ik voel me in ons gezin erg gewaardeerd en kan vooral goed met mijn oudste broer opschieten (bij een klacht over een slechte relatie met een leerkracht)


ik ben blij dat hij veel hobby's heeft (bij een klacht over een kind met angst om in een groep te zijn)

Noem een aantal voorbeeldvragen waarmee je positieve belevingen kunt oproepen?

  1. ervaart u dit altijd als een probleem?
  2. is dit voor u een voortdurende bron van zorg?
  3. zijn er momenten waarop wat u nu beschrijft helemaal niet speelt?
  4. over wat voor een soort gebeurtenissen maakt u zich helemaal geen zorgen?
  5. wat ervaart u als positief van uw kind?

Hoe reageer je op de volgende inconsitente bewering?
"het is heel vervelend dat hij nooit eens gezellig meedoet met de activiteiten in het gezin. het enige wat hij niets liever doet is vissen met zijn vader"

Ik begrijp dat u het vervelend vindt dat hij nooit eens gezellig meedoet, en ben benieuwd wat u ervan vindt als hij dat bijv. bij het vissen wel doet?

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo