Probleemanalyse - Werkwijze - Algemene probleeminventarisatie

22 belangrijke vragen over Probleemanalyse - Werkwijze - Algemene probleeminventarisatie

Wat willen we in stap 3: Algemene probleeminventarisatie bereiken?

Opsporen van afzonderlijke probleemgedragingen weergeven in een lijst die kunnen vallen onder bepaalde stoornissen.

Waardoor wordt het vervolledigen van de gegevens gestuurd?

Door de verwachtingen die de diagnosticus heeft op basis van de klachtanalyse en de voorlopige casusinterventie (de toetsbare onderkennende hypothese)

Wat is noodzakelijk voor een goed begrip v d algemene probleeminventarisatie en de eventuele toekenning van een stoornis?

Om op de hoogte te zijn van de aard en opbouw van de classificatiesystemen.

De inventarisatie van het probleemgedrag vindt van meet af aan plaats binnen het raamwerk van een classificatiesysteem en de daarbij passende instrumenten
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn twee kenmerken van het Achenbach en Edelbrock classificatiesysteem?

  1. Afhankelijk van de leeftijd worden vijf tot zeven stoornissen onderscheiden
  2. Probleemgedragingen die niet in een van de syndromen thuishoren worden ook geïnventariseerd

Zijn de opbrengst van de voorlopige casusinventarisatie en de controle hiervan op basis van informatie uit de klachtanalyse toereikend om na te gaan of en zo ja welke stoornis van toepassing is?

Nee, de klachtanalyse is alleen om de klacht te verhelderen dus de kans is groot dat een aantal gedragingen die deel uitmaken van een stoornis niet in de klachtanalyse ter sprake is gekomen.

Leidt het onderbrengen van probleemgedrag in een bepaald patroon automatisch tot de toekenning van de daarbij horende stoornis?

Nee.
Binnen elk systeem moet aan verschillende criteria worden voldaan voordat de stoornis aan het individuele geval kan worden toegekend.
Daarom is het belangrijk principeel onderscheid te blijven maken tussen inventarisatie (het maken van een overzicht) en classificatie (het toekennen van een stoornis).

Welke systemen worden gebruikt voor gedragsproblemen?

CBCL 
Ontwikkeld door Aschenbach en Edelbrock
Afhankelijk van de leeftijd worden 5-7 stoornissen onderscheiden.

DSM-IV-TR Ontwikkeld door de American Psychiatric Association
Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders  kent 52 stoornissen die uitsluitend tijdens de kinderleeftijd al onderkend kunnen worden.

Wat is een nadeel van het DSM systeem?

Dat voor een betrouwbare onderkenning van stoornissen een tijdrovend gestructureerd interview nodig is door een ervaren interviewer.

Bij het gebruik van een classificatiesysteem als raamwerk dient de diagnosticus zich te realiseren dat

de beschrijvende patronen/categorieën hun oorsprong vinden in inventarisaties van individuele gedragingen en dat de toegevoegde waarde van het systeem ligt in de interne samenhang.

Waartussen dient men bij de algemene probleeminventarisatie principieel onderscheid te maken?

Tussen inventarisatie (maken van overzicht) en classificatie (toekennen van de stoornis).

Is er bij veel stoornissen inhoudelijk gesproken een overeenkomst tussen de kenmerkende gedragingen in het systeem van Aschenbach en het DSM systeem?

Nee, slechts bij een beperkt aantal stoornissen.

Hoe wordt de concrete overstap gemaakt van het probleemgedrag van deze casus naar de algemene (en dit individu overstijgende) probleeminventarisatie?

Allereerst wordt de lijst uit de voorlopige inventarisatie vergeleken met gedragingen en criteria die bij de stoornissen beschreven staan. Omdat het in hoge mate subjectief is om eventueel ontbrekende informatie bij de cliënt na te gaan is het beter dat naar ontbrekende informatie wordt gezocht met de instrumenten die bij de bestaande classificatiesystemen zijn ontwikkeld.

Waar staat MAD voor?

Machine Aided Diagnosis
Het computerprogramma ondersteunt het stellen van een diagnose.

Het ondersteunt de diagnostiek van gedragsproblemen bij kinderen van 4-18 jaar. Doel: om de diagnosticus te stimuleren na te denken over en het zorgvuldig toekennen van een juiste classificatie.

De bruikbaarheid van een classificatiesysteem is mede afhankelijk van het soort probleemgedrag dat ermee in kaart wordt gebracht. In de praktijk is een globaal onderscheid tussen ...

gedragsproblemen (sociaal-emotionele problematiek) en
leerproblemen (lees-, spelling- en rekenproblemen).

Waarop is het DSM classificatiesysteem van oorsprong gericht?

Op sociaal emotionele en op persoonlijkheidsstoornissen.

Welke twee systemen worden gebruikt voor inventarisatie van sociaal-emotionele problematiek?

CBCL= Child Behavior Checklist
DSM= Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders

Het door Achenbach en Edelbrok ontwikkelde classificatiesysteem, CBCL, voor probleemgedrag is vrij globaal, leg uit.

Afhankelijk van de leeftijd worden 5 tot 7 stoornissen onderscheiden en worden probleemgedragingen geïnventariseerd die blijkens onderzoek niet in een van de syndromen thuis horen. De toetslijsten zijn eenvoudig af te nemen en betrouwbaar te scoren.

Hoe ziet de door de American Psychiatric Association ontwikkelde DSM eruit?

DSM kent 52 stoornissen die uitsluitend tijdens de kinderleeftijd al onderkend kunnen worden. Hier komt een groot aantal stoornissen bij die zowel bij kinderen als op volwassen leeftijd kunnen optreden.

Welke suggestie doet het boek ten aanzien van het gebruik van de CBCL en DSM?

De gedragslijsten van Achenbach worden altijd afgenomen en afhankelijk van de informatie die dat oplevert is de overstap naar het DSM-systeem te overwegen.

Krol heeft een computergestuurd systeem uitgewerkt, welke en hoe werkt deze?

MAD=Machine Aided Diagnosis. Op basis van uitgebreide Achenbach-probleemlijsten voor de aanwezigheid van DSM-stoornissen in de kinderleeftijd gescreend kan worden.

De beschrijving van leerstoornissen in het DSM-systeem is vrij beperkt en globaal. Wat is een voordeel hiervan?

Dat de leerstoornis redelijk objectief en eenvoudig aan de hand van een overzichtelijk aantal criteria in kaart kan worden gebracht.

Wanneer er volgens het DSM-systeem sprake is van kenmerken van een leerstoornis dan is het noodzakelijk bij de inventarisatie van probleemgedragingen uit te gaan van meer ...

gespecificeerde onderkennende hypothesen en van criteria die specifieker zijn voor leerstoornissen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo