Diagnostiche Cyclus - Model en praktijk - Cognitieve vuistregels (heuristieken)
5 belangrijke vragen over Diagnostiche Cyclus - Model en praktijk - Cognitieve vuistregels (heuristieken)
Wat wordt in de literatuur onder klinisch oordeel verstaan?
Gebleken is dat bij deze oordeelsvormingen een aantal cognitieve vuistregels of heuristieken werkzaam zijn die tot fouten of vertekeningen in het oordeel kunnen leiden.
In deze handleiding worden vuistregels gegeven om de kwaliteit van de diagnostische besluitvorming in opleiding en praktijk te optimaliseren. Wat is het doel hiervan?
Noem 6 heuristieken die een rol kunnen spelen in de DC
- Gedragsconfirmatie (KA, PA, VA)
- Beschikbaarheid (PA, VA, IA)
- Representativiteit (PA, VA, IA)
- Verankering (KA, PA, VA, IA)
- Confirmatorische teststrategie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is causale (actor-observator) attributie?
De persoon die handelt (actor) verklaart zijn gedrag meestal vanuit externe, situationele omstandigheden.
De observator daarentegen meestal vanuit interne, stabiele disposities.
Vb uit KA:
Klacht moeder (actor) vindt het moeilijk om contact te leggen met de leraar
De diagnosticus (observator) interpreteert dit als kenmerk van haar persoonlijkheid.
Wat is representativiteit (representativeness)?
Het oordeel over de kans waarmee een verschijnsel optreedt, wordt geleid door de mate waarin het te beoordelen verschijnsel overeenkomt met wat als daarvoor typerend wordt opgevat.
Vb uit de IA:
De diagnosticus adviseert een behandeling omdat de cliënt past bij het beeld van cliënten die normaal baat hebben bij deze behandeling. Aangezien de andere cliënten baat hebben bij de behandeling denkt hij dat de kans van slagen voor deze cliënt hoog zal zijn.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden