Derdenbescherming - Bescherming tegen onjuiste of onvolledige vermelding van gegevens in de openbare registers - Pitlo Openbare registers nr 67-82

9 belangrijke vragen over Derdenbescherming - Bescherming tegen onjuiste of onvolledige vermelding van gegevens in de openbare registers - Pitlo Openbare registers nr 67-82

Wat heeft de publicatie van een feit in de openbare registers voor gevolg?

Dat daarop steeds een beroep kan worden gedaan tegenover anderen die onder bijzondere titel rechten op dat goed verkrijgen.  Dit geldt voor alle feiten die op grond van 3:17 geregistreerd kunnen worden.  Niet alleen feiten die leiden tot het ontstaan van absolute rechten zoals eigendom, het recht van hypotheek of erfdienstbaarheid. Maar ook instellen van een vordering tot vernietiging van de koopovereenkomst, de vervulling van een voorwaarde of een testament.  Inschrijven in de openbare registeres wordt indirect tot uitdrukking gebracht in 3:23. Artikel is invulling van begrip te goede trouw 3:11.

Welk minimum vereiste geeft 3:23 voor wat betreft de invulling van de goede trouw van 3:11?

De verkrijger moet ten minste moeite hebben gedaan voor onderzoek in de openbare registers. Bewijs hiervoor aanleveren is niet nodig. Omstandigheden van het geval of hij gehouden is aan tot het doen van een ander onderzoek.

Tegenwerping is volgens 3:23 mogelijk tegenover verkrijgers van een registergoed. Waarop is 3:23 niet van toepassing?

Op roerende zaken waarop volgens 3:254 geregistreerd pandrecht rust. Wel kan het zo zijn dat wanneer aan het uiterlijk van de zaak te zien is dat die vatbaar is voor een geregistreerd pandrecht van de verkrijger een onderzoek in de registers kan worden vereist om aan de goede trouw van 3:11 te kunnen voldoen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer biedt art. 3:24 bescherming tegen onvolledigheid van de openbare registers?

  1. Er dient sprake te zijn van van een rechtshandeling ter verkrijging van een goederenrechtelijke recht op een registergoed. (verkrijging eigendom of vestiging van een beperkt recht op een registergoed)
  2. Deze rechtshandeling wordt in de openbare registers ingeschreven.
  3. Ten tijde van deze inschrijving is een ander voor inschrijving vatbaar feit met betrekking tot het bewuste registergoed niet ingeschreven.
  4. De verkrijger is te goede trouw maatstaf 3:11, de verkrijger kende of noch behoorde het niet ingeschreven feit te kennen. Behoren te kennen> ingevuld door 3:23.  In dergelijk geval een beroep op goede trouw niet aanvaard.

Wat is het rechtsgevolg van een geslaagd beroep op 3:24?

De onvolledigheid van het register, d.w.z het niet ingeschreven feit kan niet aan de verkrijger worden tegengeworpen.

Onder welke voorwaarden wordt de verkrijger van een goederenrechtelijke recht op een registergoed beschermd tegen onjuistheden in de openbare registers 3:25 en 3:26?

  1. Er dient sprake te zijn van verkrijging van een goederenrechtelijke recht op een registergoed onder bijzondere titel d.m.v een rechtshandeling.
  2. Deze rechtshandeling wordt in de openbare registers ingeschreven.
  3. Op het tijdstip van deze inschrijving is een ander feit m.b.t dit registergoed onjuist ingeschreven.
  4. De verkrijger kent de onjuistheid niet en had dit bij de raadpleging van de registers ook niet kunnen kennen (goede trouw verkrijger (3:11 en 3:23) en 3:25 en 3:26.

Wat is het rechtsgevolg van een geslaagd beroep op 3:25 en 3:26?
Welke twee situaties zijn er te onderscheiden?

Er kunnen twee situaties worden onderscheiden m.b.t  bescherming tegen onjuist ingeschreven feiten.
  1. indien het onjuiste feit was ingeschreven op basis van een authentieke akte waarin het feit door een ambtenaar (meestal notaris) met kracht van authenticiteit is vastgesteld, wordt de verkrijger tegen een ieder beschermd 3:25.
  2. Vaststellen met kracht van authenticiteit wil zeggen: vaststellen door een bevoegd ambtenaar volgens wettelijke opdracht op een door de wet voorgeschreven wijze.
  3. In overige gevallen wordt de verkrijger alleen beschermd ten opzichte van degene die redelijkerwijze voor overeenstemming van de registers met de realiteit zorg had kunnen dragen 3:26. 

De bescherming van art. 3:24 geldt niet voor alle feiten die in de openbare registers kunnen worden ingeschreven.  Er zijn feiten die kunnen worden tegengeworpen aan verkrijgers onder bijzondere titel die niet ingeschreven zijn, welke zijn dit?

Deze feiten genoemd in art. 324 lid 2 sub a, b, c en d, e en lid 3. Deze feiten worden zo belangrijk gevonden  dat zij zwaarder wegen dan de belangen van degenen die daarover geen informatie verkrijgen uit de openbare registers.

Wat is de conclusie  bij een primair beroep op afdeling 3.1.2?

Degene die er zeker van is dat hij zich op een. Van de beschermingsartikelen van afdeling 3.1.2 zal kunnen beroepen, zal daaraan de voorkeur geven boven een beroep op 3:36 en 3:88 vanwege zwaardere eisen die in die algemene bepalingen worden gesteld.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo