Het titelvereiste - Pitlo/Reehuis & Heisterkamp 2012, Goederenrecht - (Levering krachtens verbintenis tot) overdracht onder opschortende voorwaarde

8 belangrijke vragen over Het titelvereiste - Pitlo/Reehuis & Heisterkamp 2012, Goederenrecht - (Levering krachtens verbintenis tot) overdracht onder opschortende voorwaarde

Welke twee situaties kunnen partijen op het oog hebben als zij aan een verbintenis opschortende voorwaarden verbinden?

  1. Bereiken dat de vervreemder het goed niet eerder hoeft over te dragen dan op het moment dat de voorwaarde in vulling gaat.
  2. De vervreemder het goed direct moet overdragen aan de wederpartij maar dat partijen met het opnemen van de voorwaarde willen bereiken dat de werking van die overdracht - de rechtsovergang- op te schorten totdat aan de opschortende voorwaarde is voldaan.

Op welke wijze kan worden bepaald of een opschortende voorwaarde ziet op de verbintenis tot overdracht in haar geheel of op de daardoor tot stand te brengen rechtsovergang?

Dit betreft de uitleg van een titel. Rechtsvermoeden in de zin van 3:84 lid 4 dat partijen een verbintenis tot overdracht onder voorwaarden aangaan dat het de bedoeling is dat de verkrijger het goed onder dezelfde voorwaarden ontvangt. Haveltex criterium: beoordelen of partijen van dit wettelijke vermoeden hebben willen afwijken.

Wanneer krijgt een verbintenis onder opschortende voorwaarden tot overdracht werking?

Niet eerder dan op het tijdstip waarop de voorwaarde intreedt. Dit betekent dat tot haar vervulling nog geen direct werkende verplichting voor de schuldenaar bestaat om door levering overdracht tot stand te brengen. De schuldeiser kan niet onmiddellijke levering vorderen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Is een eigendomsvoorbehoud een overdracht onder opschortende voorwaarde van voldoening van een tegenprestatie?

Ja. Art. 3:92 lid 1 gaat uit van een wettelijk vermoeden dat een overeenkomst die er toe strekt dat de verkoper zich de eigendom van de zaak die in de macht van de koper wordt gebracht, voorbehoudt verbindt tot overdracht onder opschortende voorwaarde van voldoening van een tegenprestatie. De levering ter uitvoering van de verbintenis tot overdracht onder opschortende voorwaarde geschiedt op grond van 3:91 jo 3:90 lid 1 door machtsverschaffing. Bij een koopovereenkomst onder eigendomsvoorbehoud kan de koper daarom direct levering van de verkoper vorderen en daarmee de totstandbrenging van overdracht onder opschortende voorwaarde.

Verplicht een verbintenis tot overdracht onder opschortende voorwaarde (waarbij partijen alleen de rechtsovergang afhankelijk stellen van de vervulling van de voorwaarde) de vervreemder direct tot stand brengen van de overdracht?

Ja, zij het tot een overdracht die alleen bij het in vervulling van de voorwaarde rechtsovergang bewerkstelligt. Combinatie:
enerzijds moet de vervreemder direct leveren, anderzijds rechtvaardigt ze alleen rechtsovergang indien de voorwaarde zich voordoet.  Beide aspecten resulteren in een geldige titel voor overdracht, waarbij de overdracht als rechtshandeling al direct tot stand komt maar haar werking - de rechtsovergang- is opgeschort totdat is voldaan aan de opschortende voorwaarde.

Blijft de vervreemder bij een verbintenis met opschortende voorwaarde rechthebbende?

Ja dit is conform bedoeling van partijen. De vervreemder is nog rechthebbende onder een met opschortende voorwaarde corresponderende ontbindende voorwaarde.

Staat een na de levering opkomende beschikkingsonbevoegdheid door faillissement van de vervreemder (art. 20 Fw jo 23) er aan in de weg dat de verkrijger onder opschortende voorwaarde het goed verwerft, zodra de voorwaarde in vervulling gaat?

Nee. Er was al voor het faillissement aan alle overdrachtseisen voldaan dat resulteerde in een overdracht onder opschortende voorwaarde. Rechtsovergang is dan alleen afhankelijk van de voorwaarde.  Het faillissementsbeslag treft dan ook goed dat slechts onder ontbindende voorwaar in de boedel aanwezig is ten gevolg van de al voor het faillissement tot stand gebrachte beschikking van de nu failliet. De vervulling van een opschortende voorwaarde heeft in faillissement goederenrechtelijke werking.

Tot welk moment blijft de vervreemder bij een verbintenis onder ontbindende voorwaarde rechthebbende?

Tot de vervulling van de voorwaarde blijft de vervreemder rechthebbende, zij het onder - een met de opschortende voorwaarde corresponderende- ontbindende voorwaarde. Hij kan als zodanig over het goed blijven beschikken. Het heeft wel gevolgen voor datgene wat hij kan overdragen of bezwaren. Hij een derde alleen een goed overdragen waaraan de bijzonderheid kleeft en dat hem ontvalt op het moment dat de voorwaarde in vervulling gaat.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo