Het titelvereiste - Pitlo/Reehuis & Heisterkamp 2012, Goederenrecht - (Levering krachtens verbintenis tot) overdracht onder opschortende voorwaarde
8 belangrijke vragen over Het titelvereiste - Pitlo/Reehuis & Heisterkamp 2012, Goederenrecht - (Levering krachtens verbintenis tot) overdracht onder opschortende voorwaarde
Welke twee situaties kunnen partijen op het oog hebben als zij aan een verbintenis opschortende voorwaarden verbinden?
- Bereiken dat de vervreemder het goed niet eerder hoeft over te dragen dan op het moment dat de voorwaarde in vulling gaat.
- De vervreemder het goed direct moet overdragen aan de wederpartij maar dat partijen met het opnemen van de voorwaarde willen bereiken dat de werking van die overdracht - de rechtsovergang- op te schorten totdat aan de opschortende voorwaarde is voldaan.
Op welke wijze kan worden bepaald of een opschortende voorwaarde ziet op de verbintenis tot overdracht in haar geheel of op de daardoor tot stand te brengen rechtsovergang?
Wanneer krijgt een verbintenis onder opschortende voorwaarden tot overdracht werking?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Is een eigendomsvoorbehoud een overdracht onder opschortende voorwaarde van voldoening van een tegenprestatie?
Verplicht een verbintenis tot overdracht onder opschortende voorwaarde (waarbij partijen alleen de rechtsovergang afhankelijk stellen van de vervulling van de voorwaarde) de vervreemder direct tot stand brengen van de overdracht?
enerzijds moet de vervreemder direct leveren, anderzijds rechtvaardigt ze alleen rechtsovergang indien de voorwaarde zich voordoet. Beide aspecten resulteren in een geldige titel voor overdracht, waarbij de overdracht als rechtshandeling al direct tot stand komt maar haar werking - de rechtsovergang- is opgeschort totdat is voldaan aan de opschortende voorwaarde.
Blijft de vervreemder bij een verbintenis met opschortende voorwaarde rechthebbende?
Staat een na de levering opkomende beschikkingsonbevoegdheid door faillissement van de vervreemder (art. 20 Fw jo 23) er aan in de weg dat de verkrijger onder opschortende voorwaarde het goed verwerft, zodra de voorwaarde in vervulling gaat?
Tot welk moment blijft de vervreemder bij een verbintenis onder ontbindende voorwaarde rechthebbende?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden