De noëtische functie
5 belangrijke vragen over De noëtische functie
Welke onderscheiding moet worden aangebracht bij de noëtische functie van rituelen?
Het wat, de substantiële inhoud van de voorstellingen en cognities die mensen hebben bij de rituelen die zij uitvoeren en het hoe van deze functie. Deze laatste vraag betreft de wijze waarop in rituelen, of met behulp van rituelen, traditionele of nieuwe 'kennis' wordt overgedragen, verworven of geïnstalleerd. Kennis is hier niet alleen het cognitieve weten, maar het geheel aan overgeleverde inzichten (geïnterpreteerd weten, gedeelde wijsheid) dat in combinatie met alles wat uit eigen ervaringen is geleerd een bepaalde wereldbeschouwing oplevert: een manier van kijken naar en denken over de betekenis van de waargenomen dingen.
Welke twee noëtische functies kent Th. Jennings toe aan rituelen?
1. Rituelen zijn een manier om iets te weten te komen;
2. Rituelen helpen bij de overdracht van kennis én bij het vinden van een eigen respons daarop. In rituelen wordt een ontdekkingstocht ondernomen, een telkens opnieuw zoeken naar het verstaan van de wereld en de eigen positie daarin.
Een derde kennisfunctie betreft het wetenschapstheoretische niveau:
3. Rituelen leren wat rituelen zijn. (In actu)
Welke drie punten over rituele kennis benadrukt Jennings?
1. Rituele kennis wordt verworven via het lichaam. De hand weet eerst wat hij moet doen, pas daarna komt het besef ervan in de geest;
2. Rituele kennis wordt niet verworven door studie, contemplatie of observatie, maar door en in actie (niet via detachment maar via engagement);
3. Rituele kennis wordt verworven doordat het een verandering aanbrengt in dat wat er te weten valt. Door zichzelf te verbinden met de werkelijkheid van het ritueel blijven noch de dingen noch degene die zich engageert hetzelfde. Het is een weg van voortdurende transformatie.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke rol speelt het lichaam bij rituele kennis?
Herinneringen worden in het hele lichaam bewaard, niet alleen in het hoofd. Deze lichamelijke, zintuiglijke kant van het herhalingsaspect van rituelen speelt een niet te onderschatten rol bij de verwerving van kennis via rituelen. Lichamelijk verworven kennis is er eerst en de vroegste vormen daarvan blijven het langst in het geheugen bewaard.
Welke invalshoek biedt het symbolisch interactionisme van Mead om te verstaan welke rol rituelen spelen bij levensbeschouwelijke vragen?
Mead spreekt over significant others en generalized others. Significant others zijn de sleutelfiguren in ons bestaan, die een grote vormende invloed op ons uitoefenen. Via de weg van toeëigening (kennis, normen, waarden), identificatie en onderscheiding, een proces dat al in de allervroegste jeugd begint, wordt de identiteit van het zelf gevormd.
De generalized others vertegenwoordigen een bepaalde groep waar het individu toe behoort of zich mee verhoudt. Aan deze groep oriënteert men zich voor diens 'echte' identiteit.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden