Nederland verandert - Veranderend platteland
12 belangrijke vragen over Nederland verandert - Veranderend platteland
Wat is een topografische kaart*?
Tegenwoordig houden de meeste boeren maar 1 soort vee, vroeger was dat anders. Hoe heet het als je meerdere soorten vee houdt?
Kan je met topografische kaarten uit verschillende perioden zien wat er veranderd is in een gebied?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Om kaarten te kunnen lezen, moet je weten wat de kleuren en kaartsymbolen betekenen. Waar staan deze symbolen in vermeld?
Kaartsymbolen* = kaarttekens.
N figuur 14 staan drie kaarten van een gebied in de provincie Noord-Brabant: uit 1900, 1990 en 2015.
Kijk wat de verschillen zijn.
- Aan de linkerkant van de kaarten zie je het riviertje de Beerze. Dat ziet er op elke kaart anders uit. In 1900 slingert het riviertje door het landschap, in 1990 is het rechtgetrokken en in 2015 zijn de bochten weer terug.
- Een andere verandering is aan de rechterkant van de kaarten te zien. Vergelijk het grondgebruik maar eens met elkaar. De heide van 1900 is ontgonnen voor de landbouw: er liggen akkers en weilanden. Er is nog een verandering te zien tussen 1990 en nu: er zijn grotere gebouwen en er zijn er meer.
Wat is er veranderd in de landbouw?
- Vroeger hadden de meeste boeren een gemengd bedrijf , waar ze aan akkerbouw en veeteelt deden.
- Dat is veranderd door specialisatie .
- De boerenbedrijven op de nieuwste kaart van Brabant zijn allemaal bedrijven met intensieve veeteelt . De een houdt varkens, de ander koeien en een derde kippen.
Komen er in Nederland meer of minder agrarische bedrijven?
- In Nederland neemt het aantal agrarische bedrijven sterk af. In 1990 waren er nog 125.000; nu zijn dat er nog 66.000.
- De boeren die wel doorgingen, breidden hun bedrijven uit: ze hebben meer grond en stallen.
- In 1990 had een gemiddelde varkensboer zo’n 500 varkens, nu houdt hij er gemiddeld bijna zes keer zoveel.
- Dat zie je ook als je de kaarten met elkaar vergelijkt. De nieuwste stallen (voor varkens, rundvee of kippen) zijn als langwerpige zwarte blokjes ingetekend. Het zijn voorbeelden van schaalvergroting .
Waarom is het voor boeren belangrijk om regen- en grondwater snel af te voeren?
Op welke manieren kan je regen- en grondwater sneller afvoeren?
- Als een riviertje veel bochten heeft, lukt dat niet; het gaat een stuk sneller als je de waterloop rechttrekt en verbreedt.
- In combinatie met draineren ben je overtollig water dan veel eerder kwijt.
In het verleden zijn op deze manier veel beken en riviertjes hun bochten kwijtgeraakt bij ruilverkaveling . Ze kwamen eruit te zien als rechte kanalen: ze waren gekanaliseerd. Wat is ruilverkaveling?
Welke twee gevolgen had de snelle waterafvoer?
- Verdroging in het gebied zelf; vooral de natuur had daaronder te lijden.
- Ten tweede werd het water te snel naar andere laaggelegen gebieden afgevoerd, waardoor daar in natte tijden wateroverlast ontstond.
Om problemen met verdroging en wateroverlast op te lossen, is de Beerze opnieuw veranderd. Wat is er veranderd?
- De bochten kwamen terug, en landbouwgronden kregen een nieuwe bestemming: ze zijn bij een landinrichting veranderd in een opvanggebied voor water.
- Als het veel heeft geregend, kan de Beerze hier overstromen. Het water wordt nu weer in het gebied zelf vastgehouden.
- Het nieuwe watergebied is tevens een nieuw natuurgebied. Tegelijk kan buiten het natuurgebied de landbouw blijven moderniseren.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden