Samenvatting: De Geo Water | 9789006436921 | Wim ten Brinke, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van De geo water | 9789006436921 | Wim ten Brinke, Chris de Jong, Theo Peenstra

• 1 Water in Nederland

• 1.1 Een land in de delta

  Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de ligging en functie van een zomerdijk

  dit zijn de dijken die tussen de rivier en de winterdijken in liggen. Ze keren het water alleen in de zomer, vandaar hun naam. Ze zijn lager dan de winterdijk en worden alleen in de zomer gebruikt om het vee te laten grazen in het gebied tussen de rivier en de dijk.
  Zorg dat je dit kan aangeven op een kaartje

• Wat is de ligging en functie van een winterdijk

  Een winterdijk is de hoge dijk die de mensen moet beschermen tegen de overstromingen van rivieren. Ze zijn hoger dan de zomerdijken. Ze worden gebouwd op het hoogste gedeelte van de oeverwal, ongeveer in het midden.
  
  Zorg dat je dit kan aangeven op een kaartje

• Wat zijn uiterwaarden? En wat gebeurt hier met hoog water?

  Dit is het gebied tussen de rivier en de winterdijk (dus inclusief de zomerdijk). Bij hoogwater loopt dit vaak onder.

• Waarom ligt zandgrond hoger dan klei grond?

  Zand bestaat uit grovere deeltjes dan klei

• Leg uit hoe een delta ontstaat/waarom er dichtbij de rivier veel sedimentatie is:

  1. Een delta ontstaat omdat een rivier naast water ook slib meeneemt. Dat is zand en klei.
  2. Als de rivier langzamer gaat stromen, zakt het slib naar de bodem. Dit heet sedimentatie.
  3. Als de rivier overstroomt, stroomt het water in de rivier nog snel (daar vindt dan geen sedimentatie plaats) maar buiten haar oevers stroomt het water minder snel waardoor de zwaarste deeltjes (zand) naar de bodem zakken.
  4. Het gebied langs de oever van de rivier komt daardoor wat hoger te liggen. Dit heet een oeverwal (=hoge strook zandig land langs de oever).

• Leg uit waarom klei in de komgronden lager ligt dan de oeverwallen.

  1. De fijne kleideeltjes zijn lichter dan zand, waardoor deze pas naar de bodem zakken als de rivier nog langzamer stroomt. Dit is bij een overstroming van de rivier dus nog verder weg van de oorspronkelijke rivier dan daar waar het zand zinkt (oeverwallen).
  2. De fijne kleideeltjes zijn fijner dan zand waardoor de ophoping van klei minder hoog wordt dan die van zand.

• Hoe ontstaan de vertakkingen in een rivier?

  Door sedimentatie slibben rivieren soms dicht. Een deel van het water zoekt dan een nieuwe weg naar zee waardoor vertakkingen van de rivier ontstaan in de delta.

• 1.2 Een land van polders

  Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom zijn dijken noodzakelijk voor Nederland?

  Zonder dijken zou de helft van ons land onder water lopen

• Wat is bemaling en voor welke polders is dit nodig.

  1. Bemaling is het wegpompen van water dmv molens of gemalen nadat er eerst een dijk is aangelegd
  2. om een stuk land droog te leggen dat je wilt onttrekken van zee of meer.

• Wat is grondwater en wijs dit aan op kaartje

  Grondwater is het water dat in de openingen tussen zand- en kleideeltjes in de grond zit.