Het verleden als toekomstperspectief - Bronnenstudie en stilistiek
15 belangrijke vragen over Het verleden als toekomstperspectief - Bronnenstudie en stilistiek
Beschouwing Fromentin - De meesters van weleer (1976) - Welke oorzaken geeft hij voor het bijzondere karakter van de schilderkunst?
- vrijheidszin
- volksaard
- aard van de kopers (misschien valt keuze schilder hierdoor op ander onderwerp/behandeling
- nwe wijze van kijken (speculatie)
Fromentin: De jonge Stier - Potter. Was zijn kritiek uitzonderlijk?
Riegl - Das Hollandische Gruppenportrat (1931) - over de Staalmeesters - Wat wordt bedoeld met gecoordineerde aandacht en met subordinatie?
- gecoordineerde aandactht = de aandacht die de afgebeelden schijnen te hebben voor iets buiten het schilderij (de beschouwer) dat voor alle figuren hetzelfde schijn te zijn.
- subordinatie = als een of meer figuren de aandacht trekt (door bijv. andere belichting) Er is dan spanning tussen de figuren onderling en met de beschouwer.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Riegl - Das Hollandische Gruppenportrat (1931) - over de Staalmeesters - wat bedoelt Riegl als hij zegt dat hier de dragers van innerlijke en uiterlijke eenheid in het beeld niet meer uiteenvallen?
Riegl - Das Hollandische Gruppenportrat (1931) - over de Staalmeesters - met wiens typering van Rembrandts werk vormt dit stuk een sterk contrast?
Riegl - Das Hollandische Gruppenportrat (1931) - over de Staalmeesters- welke algemene tendens in kunsthistorisch opzicht wordt hier geillustreerd?
Riegl - Das Hollandische Gruppenportrat (1931) - over de Staalmeesters - Waarin verschilt Riegls visie met Hauser?
Hoe wijkt Boomgaards bespreking van waardering17e eeuwse Ned, schilderkunst af van vorige hoofdstukken?
- Boomgaard ziet kritiek op Rembrandt vooral uit romantische hoek en ziet vooral de kritiek op het subjectieve karakter.
- afwijkingen van Kloek, De Vries, Koolhaas, Grosfeld en Carasso
- Boomgaard verbindt afkeer voor subjectiviteit met romantische kunstopvatting, de anderen zien bij romantiek juist voorkeur voor subjectiviteit.
- Boomgaard ziet bij romantici vooral kritiek op Rembrandt, de anderen zien daar een toenemende waardering
Welke filosofische geschiedopvatting heeft (volgens Boomgaard) de 19e eeuwse ws. kunstgeschiedschrijving beheersd?
Bij welke auteurs ziet hij deze beinvloeding?
Welke andere vormen van ws kunstgeschiedschrijving ziet hij (welke onderzoekers horen tot deze richtingen)?
- idealistisch-Hegeliaanse
- inventariserend bronnenonderzoek (als positivisme - met Scheltema, Hofstede de Groot, Bredius en Thore).
- stijlonderzoek: Riegl, Wolfflinn, Jantzen
Kan men bij Fromentin van een L'art pour l'art opvatting spreken?
Met welk genre toont Jantzen aan dat er een ontwikkeling is van taktisch naar optisch?
Wat verstaat onder taktisch en optisch?
Welke schrijvers moesten niet hebben van allegorische schilderijen:
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden