Naamloze en besloten vennootschap - Oprichting

6 belangrijke vragen over Naamloze en besloten vennootschap - Oprichting

Hoe kunnen aandeelhouders aan hun stortingsplicht voldoen?

Aandeelhouders kunnen op twee manieren aan hun stortingsplicht op de aandelen voldoen:
  • in geld of,
  • in natura


De wet gaat uit van de storting in geld, tenzij er iets anders is afgesproken (art. 2:191a/ 80a BW).

Leg uit wat een bankverklaring inhoudt.

Verklaring van een bank- of giro-instelling die aan de akte van oprichting moet worden gehecht en die die inhoudt dat de bedragen die op de bij de oprichting te plaatsen aandelen moeten worden gestort ofwel terstond na de oprichting ter beschikking zullen staan van de vennootschap, ofwel alle op eenzelfde tijdstip, ten vroegste vijf maanden voor de oprichting, op een afzonderlijke rekening stonden welke na de oprichting uitsluitend ter beschikking van de vennootschap zal staan (art. 2:203a / 93a BW).

Leg uit wat de akte van oprichting inhoudt.

Akte die notarieel verleden moet worden en die noodzakelijk is voor de oprichting van een naamloze of besloten vennootschap. Deze akte van oprichting moet de statuten bevatten (art. 2: 176, 177/65, 66 BW).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke elementen dienen de statuten in ieder geval te bevatten?

Elementen statuten:
  1. de naam, de zetel en het doel van de vennootschap (art. 2:177/ 66 BW).
  2. het bedrag van het maatschappelijk kapitaal (art. 2:178/67 lid 1 BW).
  3. het aantal aandelen en hun nominale waarde, eventueel uitgesplitst naar soort (art. 2:178/67 lid 1 BW)
  4. een regeling betreffende de ontstentenis en belet van bestuurders (art. 2:244 / 134 lid 4 BW).
  5. alléén bij de bv: een blokkeringsregeling betreffende de overdracht van de aandelen (art. 2:195 lid 2 BW).

Wat is een ministeriële verklaring van geen bezwaar?

Goedkeuring uit naam van de minister van Justitie voor de oprichting of statutenwijziging van een vennootschap (art. 2:175 jo art. 179/64 jo. 68, art. 2:235/125 BW).

Wat wordt er onderzocht bij het verlenen van een ministeriële verklaring?

Voor het verlenen van de ministeriële verklaring van geen bezwaar gaat het ministerie van Justitie bekijken of de vennootschap gezien het verleden van deze personen, niet gebruikt zal gaan worden voor ongeoorloofde doeleinden of dat haar optreden zal leiden tot benadeling van haar schuldeisers (art. 2:179/68 lid 2 BW).

Het onderzoek betreft dus de criminele en de financiële antecedenten van genoemde personen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo