De organisatie - Vereniging, coöperatie en stichting

6 belangrijke vragen over De organisatie - Vereniging, coöperatie en stichting

Wanneer is een coöperatie verplicht een raad van commissarissen in te stellen?

Indien zij voldoet aan de criteria die vergelijkbaar zijn met de structuurcriteria die voor de nv en de bv gelden. Zie art. 2:63a-63j BW

Wat is de bevoegdheidsverdeling wat betreft het bestuur en ledenvergadering bij verenigingen en coöperaties?

Die is te vergelijken met die van de nv en bv. Het bestuur is belast met besturen: art. 2:44 jo. 53a BW

Wat is het verschil tussen het bestuur tussen nv/bv en een coöperatie?

Bij een nv en een bv geven de bestuurders meestal de dagelijkse leiding aan de door de vennootschap gedreven onderneming. Bij coöperaties is het zo dat aan het bedrijf een door het bestuur benoemde directeur leiding geeft, een werknemer van de coöperatie die geen formele positie in de rechtspersonenrechtelijk structuur van de coöperatie heeft. De bestuurders oefenen toezicht uit op de directeur en liken daarmee op commissarissen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de bevoegdheden van de ledenvergadering van een vereniging of coöperatie?

De ledenvergadering hebben bevoegdheden die niet door de wet of statuten aan andere organen zijn opgedragen: art. 2:40 eerste lid jo. 53a BW. Ook benoemt zij bestuurders: art. 2:37 tweede lid jo. 53a BW. De wet staat toe dat minder dan de helft van de bestuurders door anderen dan de leden worden benoemd: art. 2:37 tweede lid jo. 53a BW. De bevoegdheid de statuten te wijzigen is uitdrukkelijk aan de ledenvergadering opgedragen, op grond van een besluit dat met twee derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen door de leden is aangenomen: art. 2:43 jo. 53a BW.

Wat is het verschil met betrekking tot het stemrecht tussen de nv/bv en de vereniging en coöperatie?

Ieder lid van een vereniging of coöperatie heeft in beginsel één stem: art. 2:38 eerste lid jo. 53a BW. De statuten laten wel meer ruimte om aan bepaalde leden meer dan één stem toe te kennen. Bij de nv en bv is het aantal stemmen gerelateerd aan de hoeveelheid aandelen die men bezit.

Waarom zijn art. 2:14-16 BW op verenigingen, stichtingen en coöperaties van toepassing?

Omdat het gaat om in titel één van het tweede boek opgenomen algemene regels van rechtspersonenrecht.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo