Vermogensstructuur - Vereniging, coöperatie en stichting

3 belangrijke vragen over Vermogensstructuur - Vereniging, coöperatie en stichting

Wat bepaalt art. 2:46 BW?

De vereniging kan, voor zover dit in de statuten is bepaald, ten laste van haar leden verplichtingen aangaan

Wat bepaalt art. 2:53 BW?

De coöperatie bekostigt haar activiteiten uit het profijtelijk drijven van haar onderneming en het behalen van een batig saldo uit de transacties met de leden en derden. Door de behaalde winst dan aan de leden uitgekeerd of gereserveerd worden, als dat in de statuten bepaald wordt. Bepalen de statuten niets, dan komt deze bevoegdheid toe de ledenvergadering: art. 2:40 jo. 53 BW

Wat bepaalt art. 2:285 BW?

Stichtingen beogen met behulp van een daartoe bestemd vermogen een in de statuten vermeld doel te verwezenlijken. Voor de oprichting van een stichting is het bijeenbrengen van een vermogen echter niet vereist. Voldoende is dat tegenwoordig of toekomstig vermogen wordt aangewezen dat bestemd zal zijn voor de verwezenlijking van het doel. Daarbij kan gedacht worden aan te verwerven donaties en subsidies. Een stichting die geen enkel uitzicht geeft op enig vermogen kan door de rechter worden ontbonden: art. 2:301 BW

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo