Atriumfibrilleren/Boezemfibrilleren
18 belangrijke vragen over Atriumfibrilleren/Boezemfibrilleren
Waar op letten bij atriumfibrilleren?
ontstolling = altijd geindiceerd!! (acenocoumarol)
Uitlokkende factoren voor atriumfibrilleren zijn:
- comorbiditeit: hoge bloeddruk, ischemische hartziekten, hartfalen
- koorts
- aanwijzingen anemie, hyperthyreoidie
- stress
- lichamelijke inspanning
- zware maaltijd
- intoxicaties (koffie, alcohol, drugs (stimulantia))
- medicatie --> betasympaticomimetica
levothyroxine
cortico's
theofylline
Feitje: patient met AF hoeveel hogere kans op CVA dan een patient zonder AF
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Risico op ischemisch CVA bij atriumfibrilleren dat langer aanhoudt dan 48 uur of proxismaal is (herhaalde aanvallen atriumfibrilleren die niet langer dan 7 dagen bestaan)
Mannen 65-75 zonder cardiovasculaire comorbiditeit geen medicatie want
Patienten met risico die in aanmerken voor coumarine maar waarvoor een coumarine CI is (CI's zijn: bloedingen, ernstige hypertensie ondanks behandeling en ulcus pepticum)
Cardioloog DOAC (direct orale anti coagulantia) omzetten in coumarine bij
- 80+ ers (weinig ervaring)
- multiple comorbiditeit (weinig ervaring)
- eGFR < 50ml/min/1,73m2
- medicatie gebruikers met belangrijke IA met DOAC
- onzekere therapietrouw
- cogniteive stoornissen --> therapietrouw lager
Frequentieconrole = verlaging ventrikelfrequentie streefwaarde =
geindiceerd bij een ventrikelfrequentie in rust > 110 slagen per minuut of bij klachten bij inspanning
(vorige standaard was streefwaarde 70-90 slagen/min in rust
2e keus frequentiecontrole bij GEEN hartfalen
- 2e keus = calciumantagonist
- verapamil of diltiazem 120-360 mg
- bij tevens comorbiditeit angina pectoris = diltiazem heeft voorkeur
- eventueel digoxine toevoegen
Frequntiecontrole en calciumantagonsit wordt toegevoegd aan digoxine
Twee absolute CI bij DOAC's zijn:
- patienten met mechanische kunsthartklep
- patienten met reumatische mitraalklepstenose
Waarbij moet je voldoen voor het voorschrijven van DOAC's
- leeftijd < 80 jaar
- relatief weinig comorbiditeit
- geode nierfunctie > 50ml/min/1,73m2
- geode therapietrouw
Betablokker CI bij frequentiecontrole ventrikel is
- astma = voorkeur voor diltiazem of verapamil
- voorkeur diltiazem = geringer negatief inotrope werking
Combi betablokker + diltiazem, verapamil ontraden omdat
Jaarlijks bij digoxine gebruik meten:
creatinine
kalium
diogixne Spiegel = therapeutische range 0,5-2µg/l
Anti aritmica klasse 1 =
- membraan stabiliserende middelen
- remmen instroom Na+ ionen tijdens de snelle depolarisatiefase actiepotentiaal waardoor het maximale voltage + stijgsnelheid wordt vertraagt
- klasse 1a = verlengen duur repolarisatie actiepotentiaal
disopyramide, kinidine - klasse 1b = remmen repolarisatie niet of slechts in geringe mate en verkorten duur actiepotentiaal = fenytoine, lidocaine
- klasse 1c = remmen primair de geleiding en verlengen duur actiepotentiaal in geringe mate = flecaïnide, propenafon
Anti aritmica klasse 2
- betablokkers
- beta 1 rec voornamelijk in pacemaker cellen hart, myocard
- prikkeling receptoren veroorzaakt postsynaptisch tachycardia en toename van het HMV
- gevolg: snelheid prikkelgeleiding hart neemt toe
reflactiare periode wordt korter
meer renine komt vrij uit juxtaglomerulaire cellen
Anti aritmica klasse 4
- CA-antagonisten: diltiazem, verapamil
- werking: langzame Ca instroom wordt geremd = geleiding in AV knop wordt vertraagd
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden