Het Kubarijk voor 1870
7 belangrijke vragen over Het Kubarijk voor 1870
Hoe geeft de kaart de indruk dat er voor de Europese kolonies amper beschaving was in Afrika?
Waarom is de geschiedenis van Centraal-Afrika vóór 1870 zo onbekend? Wat is een moeilijkheid voor historici om deze geschiedenis te bestuderen?
- In Centraal-Afrika woonden culturen zonder schrift.
- Dat maakt dat er geen geschreven bronnen zijn over de rijken/culturen die er waren
Hoe kan een historicus deze moeilijkheid overwinnen? Van welke bronnen zou een historicus wel gebruik kunnen maken?
- Orale cultuur/mondelinge overlevering was wel aanwezig, je kan ook beroep doen op beschrijvingen van westerlingen, materiële overblijfselen (archeologie), methodes uit de antropologie ...
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Deze kaart maakt duidelijk dat je niet zomaar over dé geschiedenis van Congo vóór 1870 kan spreken. Hoezo?
- Congo was geen natiestaat waarin ‘dé Congolezen’ woonden.
- Het gaat om een zeer groot gebied waarin verschillende volkeren/staten gevestigd waren.
- Je kan dus onmogelijk dé geschiedenis van dé Congolezen vóór 1870 (re)construeren.
- Je kan wel proberen de geschiedenis van één volk/rijk te achterhalen, in interactie met de omliggende volkeren.
Geef twee politieke kenmerken van het Kubarijk.
- Het rijk werd verdeeld in verschillende provincies met elk een gouverneur aan het hoofd en een afgevaardigde aan het hof.
- De Nyim of koning was de leider over het hele koninkrijk.
- Hij verkreeg zijn macht van de scheppende god, Ncyéém.
- Hij had de wetgevende, uitvoerende en de rechterlijke macht in handen en bezat dus quasi absolute macht.
- Hij moest wel rekening houden met de verschillende bevolkingsgroepen die elk hun vertegenwoordigers hadden aan het hof.
- Zijn zonen waren vaak bemiddelaar voor hun bevolkingsgroep aan het hof.
Geef drie kenmerken van de Kubarijk op vlak van religie.
- De Ncyéém was een scheppende god.
- Hij was alwetend.
- Hij beïnvloedde het leven van de mensen via natuurgeesten.
- Deze natuurgeesten waren meestal aan een plaats gebonden: dicht in het woud, bij bronnen …
- Elke natuurgeest had een eigen geslacht, naam en priester die deze cultus verzorgde.
- Vaak werden ze aanbeden met het oog op vruchtbaarheid, genezing …
- Daarnaast was er een groot geloof in heksen.
- Dat waren kwade krachten die om het plezier schade berokkenden aan anderen. Dat konden zij zelfs op een afstand doen.
Geef drie voorbeelden van de kunstvoorwerpen van de Kubarijk.
- Het meest opvallend is het raffiavlechtwerk.
- Het materiaal van de raffiapalm wordt gevlochten tot panelen om huizen mee te bouwen, maar ook tot kledij. In het vlechtwerk worden grillige geometrische patronen verwerkt.
- Een ander typisch kunstproduct zijn de ndôph, houten beelden van de koningen.
- Elke koning wordt met specifieke voorwerpen afgebeeld. Gecombineerd met de orale traditie proberen wetenschappers te achterhalen welk beeld welke koning voorstelt.
- Tenslotte zijn er de Kubamaskers, gebruikt voor initiatie- en dansceremonies.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden