Directe vs vertegenwoordigende democratie
3 belangrijke vragen over Directe vs vertegenwoordigende democratie
Beschrijf Rousseau's politieke theorie omtrent vertegenwoordiging, en de overeenkomsten en verschillenie van deze theor met de klassieke oudheid.
Rousseau vond dat democratie alleen kon bestaan als iedereen deelnam aan de politieke wilsvorming. Hiervoor keek hij naar de Griekse stadsstaten met hun actieve politieke participatie. De volkssoevereiniteit komt in zijn politieke theorie tot uitdrukking in de algemene wil die pas tot zijn recht komt als iedereen meestemt. Anders dan de Grieken bestond er geen slavernij meer in de moderne maatschappij. Overeenkomstig is dat vrouwen in zijn ogen geen echte burgers zijn en dat alle burgers actief moeten meedoen aan de politiek. Tot slot gaat vertegenwoordiging in tegen de volkssoevereiniteit. Partijen waren dan ook uit den boze.
Benoem de argumenten die voorstanders van de vertegenwoordigende democratie geven.
Directe democratie is uit praktische overwegingen niet mogelijk en een parlementaire democratie schept de mogelijkheid om de besten uit het volk te belasten met de politieke besluitvorming. Algemeen kiesrecht was niet nodig volgens aanhangers. Sieyes was denker die de vertegenwoordigende democratie aanhing.
Aan welke voorwaarden moeten individuen voldoen om hun democratische rechten te kunnen uitoefenen?
Burgers moeten autonoom zijn en een zelfstandig oordeel kunnen vellen over maatschappelijke problemen. Vrouwen en kinderen zijn hierdoor uitgesloten. Sieyes beperkte het kiesrecht tot de actieve burgers( belastingbetalers) Algemeen kiesrecht werd niet als voorwaarde gezien voor een vertegenwoordigende democratie want iedereen werd toch virtual vertegenwoordigd.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden