Samenvatting: De Nederlandse Geschiedenis In Een Notendop Wat Elke Nederlander Van De Vaderlandse... | 9789035127135 | Herman Beliën, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van De Nederlandse geschiedenis in een notendop wat elke Nederlander van de vaderlandse geschiedenis moet weten | 9789035127135 | Herman Beliën; Monique van Hoogstraten
-
2 In den beginne
-
2.1 Vroegste bewoners
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer kwamen de lage landen onder een dik pak ijs vandaan? Wat voor landschap kwam er toen en welke mensen kwamen er na ongeveer 1000 jaar als eerste? Wat is van hen aan tastbaars overgebleven?
13000 jaar geleden trok het ijs zich terug. In de toendra die toen ontstond kwamen rendierjagers. Als bewijs van hun kampementen is weinig anders overgebleven dan een pijlpunt op Texel en een tekening in het Limburgse Sint-Odiliënberg (zie afbeelding).
http://www.apanarcheo.nl/extern/50-71%20hamburg.pdf
http://www.rmo.nl/onderwijs/museumkennis/verhalen/nederland-oudste-tekening-en-jachtkamp -
Welke klimaatverandering trad er 10.000 jaar geleden op? Wat had dat voor invloed op het landschap en op de mensen die er voorkwamen? Wat voor tastbare bewijzen zijn er van het leven van die mensen hier?
De temperatuur steeg behoorlijk. De toendra maakte plaats voor moerassen en bossen van berken en wilgen, later ook dennen en uiteindelijk vele soorten loofbomen. Rendieren trokken naar het Noorden en er kwamen elanden, everzwijnen, reeën en oerrunderen, vogels en vissen voor in de plaats. Sommige jagers gingen de rendieren achterna, andere gingen zich richten op het nieuwe wild, aangevuld met verzamelen van plantaardig voedsel (bessen, knollen, noten e.d.). Van deze nomaden zijn weinig vondsten bekend: een uitgeholde boomstam, een vishaak, een vustbijl en een in het veen geconserveerd lijk. -
Waar en wanneer kwam in de lage landen de landbouw tot stand? Wat had dat voor gevolgen voor de leefwijze van mensen hier? Waar zijn hiervan sporen gevonden?
Landbouw werd vanaf ca 4500 BC (ca 6500 jaar geleden) voor het eerst bedreven op de lössgronden in Zuid Limburg en duizend tot tweeduizend jaar daarna ook in de meer noordelijke gebieden. Men verliet de nomadische leefwijze en ging op een vaste plek wonen in lemen boerderijen, maakte potten om voorraden te bewaren en er moet iets ontstaan zijn van afspraken over bezit. Er zijn sporen gevonden in de duinen bij Vlaardingen, in de Hollandse veengebieden en op de Drentse zandgronden. -
Welke namen hebben archeologen gegeven aan de eerste landbouwers?
Archeologen hebben de eerste landbouwers namen gegeven die verwijzen naar de grafmonumenten en het soort aardewerk dat ze maakten: hunebedbouwers, volk van de bandkeramiek, van de trechterbekers, van de standvoetbekers en van de klokbekers. -
Zet in de juiste volgorde, met aanduiding van de periode: Brons, Hout, IJzer, Steen.
Steen en hout: vanaf 11000 BC, Brons: vanaf 1700 BC, IJzer: vanaf 700 BC. -
Hoe weten we volgens "In een notendop" dat er in 1700 BC al over grote afstanden handel werd gedreven?
Brons (bronzen tijdperk) wordt gemaakt van tin en koper. Die zijn beide niet in het gebied zelf aanwezig. Ook is er in Exloo een halssnoer gevonden dat uit ca. 1300 BC stamt. De kralen van dit halssnoer komen volgens "In een notendop" uit Engeland (tin), het Oostzeegebied (barnsteen) en Egypte (faience).
Volgens nieuwere inzichten kan het barnsteen overigens ook lokaal aan de kust geraapt zijn en kan het faience ook uit Engeland komen.
http://www.encyclopediedrenthe.nl/Kralensnoer%20van%20Exloo/
Barnsteen is versteend hars; faience is een soort aardewerk. -
Wat voor verandering in de grafcultuur was er rond 700 BC? Hoe weten we dat? Hoe verklaart men die verandering?
Doden werden niet meer begraven maar gecremeerd. Dat weten we door her en der gevonden urnenvelden. Men denkt dat nieuwkomers (Germanen en Kelten) deze gewoonte wellicht hebben meegebracht. -
2.2 Vreemde Romeinen
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Waar kwamen de Kelten en de Germanen vandaan? Hoe waren ze volgens Caesar over de lage landen verspreid en waardoor weten we dat hij daar niet helemaal gelijk in had?
De Germanen verspreidden zich vanaf ca. 1400 BC vanuit Scandinavië over Europa. De Kelten trokken vanuit het Alpengebied noordwaarts. Volgens Caesar (Commentarii de bello Gallico) was de Rijn de grens tussen beide volken. Dat je dit niet al te strikt kunt nemen blijkt bijvoorbeeld uit plaatsnamen als Norg en Een in Drenthe. Die plaatsnamen zijn van Keltische oorsprong. -
Welke lokale en 'internationale' ontwikkelingen droegen bij aan het einde van de romeinse aanwezigheid? Wanneer vond dat plaats?
De Romeinen trokken zich tussen eind derde eeuw en eind vierde eeuw uit de lage landen terug. Het Romeinse Rijk was overal op zijn retour door economische malaise en dalende belastinginkomsten waarmee het grote leger dat de enorme grenzen moest bewaken niet meer te onderhouden viel. Lokaal speelde ook het wassende water waarschijnlijk een rol. Een groot deel van het rivierenland en veengebied in Holland, Zeeland en Brabant werd nog drassiger dan het al was. -
2.3 Op drift en bekeerd
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe liepen de bevolkingsstromen in Europa van de derde tot de vijfde eeuw?
FRANKEN: Sinds de derde eeuw trokken Frankische Germanen op vanuit het oosten het Romeinse Rijk binnen en veroverden Gallië. De Franken vestigden zich tot ver in het huidige Noord-Frankrijk en assimileerden met de oorspronkelijke Gallo-Romeinse bevolking. Vanaf de vijfde eeuw breidden ze hun invloed noordwaarts uit tot aan de grote rivieren.
ANGELEN EN SAKSEN trokken in de vijfde eeuw via Groningen en Friesland naar het westen, sommige tot in het huidige Engeland.
FRIEZEN breidden hun woongebied in de vijfde eeuw uit naar het zuiden en trokken het binnenland in tot aan het Zwin (bij het huidige Brugge).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden