Meedoen of niet? - De slavenhandel naar Nederlands Brazilië

Question

Hoe had Nederland wel de lusten, maar niet de lasten van een overzeese plantagekolonie vóór de oprichting van de WIC?

Answer 1

-Aanvankelijk wisten de Nederlanders een deel van die rijkdom in handen te krijgen door kaapvaart en door incidentele aanvallen op en tijdelijke bezettingen van een aantal Spaanse en Portugese bezittingen.
-Brazilië werd met rust gelaten, want een groot deel van de daar geproduceerde suiker kon door onopvallende smokkelhandel naar Nederland worden gehaald.
-De Portugese joden waren meesters in het verdoezelen van de eindbestemming van hun schepen en veel suiker uit Brazilië werd alleen maar pro forma naar Lissabon verscheept, om daarna meteen te worden doorgevoerd naar Amsterdam. -> In die stad groeide het aantal suikerraffinaderijen gestaag.

Answer 2

-De oorlog tegen Spanje en Portugal werd nieuw leven ingeblazen en de erfvijand moest ook in Zuid-Amerika schade worden toegebracht.
->kaapvaart
-ook plannen voor aanvallen van Brazilië, maar daar lag niet veel focus op.

Answer 3

Hij veroverde de zilvervloot van de Spanjaarden. Heuy.
De verkoop van de buit bracht zoveel op dat de wic een grote aanval op Brazilië niet alleen kon plannen, maar dit keer ook kon uitvoeren. De directie van de compagnie besefte dat een aanval elders, zoals op de Spaanse zilver- en goudmijnen in het binnenland van Zuid-Amerika, onoverkomelijke problemen met zich zou brengen. Het kapen van de zilvervloot maakte het mogelijk dat er tussen 1630 en 1635 een belangrijk deel van Brazilië op de Portugezen kon worden veroverd.

Answer 4

De directie van de wic stuurde Johan Maurits van Nassau, een neef van de toenmalige stadhouder Maurits, als gouverneur naar Brazilië. Dat hielp. Het lukte Johan Maurits om de Portugezen terug te dringen tot achter de rivier de San Francisco. Hij maakte een deel van de indianen binnen en buiten het Nederlandse gebied tot bondgenoot en wist een groot aantal Portugese suikerplanters voor de Nederlandse kolonie te behouden.

Answer 5

Het bezit van de nieuwe kolonie bracht Nederland ertoe om na 1635 actief een eigen, geregelde Nederlandse slavenhandel op te zetten. Het kapen van Portugese slavenschepen was niet langer voldoende.

Answer 6

- Voor de suikerplantages waren dringend slaven uit Afrika nodig. Hij wist dat er voor een geregelde aanvoer vaste steunpunten op de Afrikaanse kust nodig waren.
- Vanuit Recife slaagde hij erin het onneembaar geachte Portugese fort São Jorge d’Elmina op de Goudkust te veroveren, en daarna ook nog de havenstad Luanda in Angola.
- Deze successen op de Portugezen in Afrika waren voor een deel te danken aan de Braziliaanse indianen, die onderdeel uitmaakten van het Nederlandse expeditieleger.

Answer 7

- De helft van de slaven kwam uit West-Afrika (voornamelijk van de Goudkust) en de andere helft uit Angola. -> Later zou de verhouding veranderen in twee staat tot één.
- Het percentage mannen en vrouwen was meer in evenwicht tijdens deze eerste periode dan later -> toen bestond een derde van de geïmporteerde slaven uit vrouwen en twee derde uit mannen.

Answer 8

(-hoge sterfte aan boord van slavenschepen)
-slaven werden vaak op krediet verkocht -> schulden bij wic
-de schuld was na 1645 oninbaar, want een groot deel van de Portugese planters was in dat jaar in opstand gekomen tegen het Nederlandse koloniale gezag

Answer 9

De wic gaf Recife in 1654 op. Er was toen al jaren geen suiker meer uitgevoerd en er werden al lang geen slaven meer verkocht. Zo was er in het Atlantische gebied een vreemde paradox ontstaan. Met veel vallen en opstaan hadden de Nederlanders een aantal vaste steunpunten op de Afrikaanse kust verworven en expertise in de slavenhandel opgedaan, maar de klantenkring was met één klap weggevallen (want Portugal rukte op.)