Prenatale periode
3 belangrijke vragen over Prenatale periode
De ontwikkeling van het zenuwweefsel wordt beïnvloed
door
de door de ouders meegegeven genen. Hier kunnen afwijkingen
aanwezig zijn. Waar wordt dit door veroorzaakt?
2. Autosomaal dominante overerving (Genetische afwijking van één ouder voldoende)
3. Recessieve en dominante X-gebonden overerving (risicofactor op de X-chromosoon aanwezig)
4. Chromosoomafwijkingen (vb. extra 21 chromosoom bij het Syndroom van Down)
5. Spontane mutaties (Mutaties die niet eerder in de familie voorkwamen)
6. Polygene overerving (relatief kleine effecten van verschillende genen op meerdere chromosomen die bij elkaar voldoende zijn om een bepaalde eigenschap een afwijking te geven. vb. hyperactief gedrag of het IQ)
Wat betekend intra-uteriene groeiretardatie? (IUGR)
Welke factoren dragen bij aan de mate waarop de aanstaande moeder zich aanpast aan de nieuwe situatie?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden