Samenvatting: De Overheid En De Collectieve Sector
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van De Overheid en de Collectieve sector
-
1 Alle slides
Dit is een preview. Er zijn 25 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Teken het schema met zeven vakjes waaruit de collectieve sector bestaat.
Collectieve sector: 1. Overheid in ruime zin, 2 Sector sociale zekerheid en zorg. Overheid in ruime zin: 1. Overheid in enge zin: Het Rijk, 2. Lagere overheden. Lagere overheden: 1. Gemeenten, 2. Provincies. (Volgens mij hoort hier Waterschappen nog bij) -
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de collectieve en de particuliere sector?
Coll: Kostendekkend - Part: Gericht op maken van winst
Coll: Gericht op belang van burger - Part: Gericht op belang bedrijf/eigenaren/personeel
Coll: Budgetmechanisme, budget vastgesteld door volksvertegenwoordigingen(parlement, provinciale staten, gemeenteraad, waterschapsbestuur) - Part: Prijsmechanisme door marktwerking van vraag en aanbod -
Wat zijn de drie functies van de overheid binnen de economie?
1. Allocatiefunctie: invloed van de overheid op wat, waar en hoe de goederen en diensten geproduceerd worden (voorbeeld: bestemmingsplan zegt waar zware bedrijven mogen komen)
2. Herverdelingsfunctie: invloed op inkomensverdeling (voorbeeld: hoger inkomen = hogere belasting, lager inkomen = bepaalde toeslagen)
3. Stabiliseringsfunctie: invloed op de structuur en conjunctuur van de economie. Structuur = aanbodzijde, inzet productiefactoren (voorbeeld investeringssubsidies). conjunctuur is vraagzijde, aansluiting vraag op productiecapaciteit (voorbeeld subsidie op zonnepanelen) -
Noem drie collectieve goederen
Verkeersborden, de straatverlichting, een dijk -
Waarom zijn individuele goederen rivaliserend?
Consumptie van de één gaat ten koste van gebruik van de ander, bijvoorbeeld een fiets. -
Waarom zijn collectieve goederen 'niet uitsluitend'?
Omdat het niet mogelijk is om iemand van het gebruik (van bijv. de weg) uit te sluiten. -
Wat is het verschil tussen overdrachtsuitgaven en overheidsbestedingen?
Bij overdrachtsuitgaven geeft de overheid geld aan bedrijven of burgers. Bij overheidsbestedingen koopt de overheid diensten of goederen in. -
Wat is het verschil tussen overheidsinvesteringen en overheidsconsumptie?
Investeringen gaan langer dan een jaar mee, consumptie gaat in hetzelfde jaar op. Voorbeeld A: wegen, gebouwen. B: salarissen, verwarming gebouwen. -
Wat zijn de drie duurste posten uit de rijksbegroting?
Sociale zekerheid en arbeidsmarkt (77 mld), Zorg (73) en Onderwijs (33). Zij eten totaal 70% van de begroting op. -
Wat zijn de drie belangrijkste ontvangsten van de collectieve sector?
1. Premies sociale verzekeringen
2. Belastingen (direct zoals inkomstenbelasting, indirect zoals btw)
3. Overige inkomsten (voorbeeld winst overheidsbedrijven - vooral gas)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden