Fraude en witwassen
13 belangrijke vragen over Fraude en witwassen
Welke twee dimensies zijn er in het redresseren van fraude?
- Retroperspectief: het herstellen van de gevolgen van fraude;
- Prospectief: het nemen van maatregelen die het plegen van fraude in de toekomst moeten voorkomen.
Welk standaard regelt de verantwoordelijkheden van de accountant in verband met fraude bij de uitvoering van de controle van financiële overzichten?
Welke vier punten van specifieke aandacht zijn er aan frauderisico's?
- Bespreken in het team: kwetsbaarheid en vatbaarheid van de jaarrekening bespreken;
- Inwinnen van inlichtingen: interviews met sleutelfunctionarissen over frauderisico's;
- Evalueren van frauderisico's: bevat de informatie die verzameld is voor aanwijzingen voor het bestaan van een of meer frauderisicofactoren;
- Bekijken van interne beheersingsmaatregelen en opbrengstverantwoording;
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat dient de accountant te doen bij signalering van fraude?
Hoe dient een accountant fraude te voorkomen en zichzelf te benadelen?
Waar is de geheimhoudingsplicht van de accountant vastgesteld?
Wanneer spreekt de Wta over een meldplicht?
Welke straffen zijn er voor openbaarmaking van een onware jaarrekening?
Waarom is een accountant soms dichter op witwastransacties dan hij in eerste instantie zou denken?
Wanneer is er ook sprake van belastingfraude en witwassen?
Welke objectieve indicator is er voor de wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme?
Welke subjectieve indicator is er voor de wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme?
Welke verschillen tussen meldplicht bij fraude en bij witwasactiviteiten bestaan er?
- Bij alle vormen van dienstverlening door een accountant geldt een witwasmeldplicht. Bij een wettelijke controle opdracht alleen een fraudemeldplicht;
- Bij een fraudemeldplicht ga je het gesprek aan met de cliënt terwijl je bij een witwasmeldplicht een verbod hebt om met de cliënt dit te bespreken;
- Bij een fraudemeldplicht geldt een 'redelijk vermoeden' als drempel. Bij een witwasmeldplicht is het criterium 'ongebruikelijk';
- Bij fraudemeldplicht treedt de AFM op als toezichthouder, bij witwasmeldplicht de BFT;
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden