Psychologie van arbeid en gezondheid - verkenning en kaders
29 belangrijke vragen over Psychologie van arbeid en gezondheid - verkenning en kaders
Tavistock Institute of Human Relations
aanpak om welbevinden en gezondheid op het werk te bevorderen.
Deed oa onderzoek in de britse kolenmijnen.
Wat doet de regulatie cyclus?
uitgevoerd en geëvalueerd.
Verdere ontwikkeling van vh gebruik van technologie in he arbeidsproces laat
zich globaal in drie fasen indelen
repeterende operaties
2 Automatisering 70 en 80er jaren Onderlinge afstemming van simpele
operaties timing door machines over genomen De computer werd
geintroduceerd
3 Informatiesering jaren 90 in opkomst Toepassen van algoritmen als x dan
y in vastomlijnde en eenduidige situaties om eenvoudige beslissingen te laten
nemen door machines
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Electronic Performance Monitoring EPM
Medewerkers hebben het gevoel op de vingers gekeken te worden en dat veroorzaakt spanningsklachten. Privacywetgeving bestrijd het gebruik van EPM.
Wanneer ontstond er interesse voor het fenomeen 'baanonzekerheid'?
Wat is in-rol gedrag?
Wat is extra- rol gedrag?
citizenship behaviours)
Wat is contraproductief gedrag?
Is er een associatie tussen baanonzekerheid en pesten op het werk?
de pestkop of worden juist gepest.
Wat weegt meestal het zwaarst, kwantitatieve baanonzekerheid, of kwalitatieve?
en waarom?
Maar groot onderzoek suggereert dat beide vormen van baanonzekerheid ongeveer
als even problematisch worden ervaren.
Welke effecten van baanonzekerheid komen in longitudinale onderzoeken naar
voor?
een later tijdstip ( causale relatie)
Verlaagt de zelfwaarde op termijn, lager gevoel van zelfwaarde = verhoging van
baanonzekerheid
Hoe kunnen de negatieve gevolgen van baanonzekerheid op basis van elkaar
aanvullende theoretische perspectieven worden verklaard?
Door arbeid kunnen diverse behoeften worden bevredigd.
Jahoda: het latente deprivatiemodel.
De negatieve gevolgen van baanonzekerheid kunnen ook verklaard worden door het
ervaren van een breuk van het (relationeel) psychisch contract.
Waar liggen volgens de Zelf-determinatietheorie (Ryan en Deci) de problemen
bij baanonzekerheid?
1 Autonomie (keuzevrijheid van eigen gedrag komt in het gedrang)
2 Relationele verbondenheid (betekenisvolle sociale relaties worden onzeker)
3 Competentie ( moeilijkheid om actie te ondernemen ivm baanonzekerheid)
Wat zijn de gevolgen van baanonzekerheid in verband met het psychologisch
contract?
zorgt voor onevenwichtigheid. Men tracht het evenwicht te herstellen door verlaging
van de organisatiebetrokkenheid, minder of slechter presteren, absenteïsme en
verloop.
Wat is de invloed van persoonlijke hulpbronnen ( persoonlijkheidstrekken) op
baanonzekerheid?
spelen. (niet in elke studie vastgesteld)
Geen effect voor interne beheersingsoriëntatie.
Ook copingstijlen kunnen relevant zijn
Vermijdingsgedrag geeft meer psychische klachten bij baanonzekerheid.
Hoe kunnen attitudes van invloed zijn op baanonzekerheid?
arbeidstevredenheid..
Sterk ontwikkeld arbeidsethos: (morele plicht tot werken): negatieve samenhang
baanonzekerheid. en arbeidstevredenheid is hier sterker.
Causale attributies: oorzaak baanonzekerheid toegeschreven aan interne
onbeheersbare factoren (bv leeftijd): versterking samenhang baanonzekerheid en
depressieve gevoelens
Wat kan de werkgever doen om het gevoel van baanonzekerheid te reduceren?
baanonzekerheid)
Open en eerlijke én voortijdige communicatie vergroot de voorspelbaarheid en de
beheersbaarheid van wat gaan komen.
Inspraak in de beslissingen over de toekomst van de organisatie., aldus vergroten de
wn hun controle.
Inzetbaarheid vergroten.
Vergroten van relevante vaardigheden, zodoende minder problemen bij zoektocht
naar nieuw werk.
Let wel: baanonzekerheid reduceren is niet steeds mogelijk. Baanonzekerheid is een waarneming van de persoon zelf! Geen daadwerkelijk uitkomst dat hij zijn baan zal verliezen.
Wat zijn de functies binnen het werkveld van de psychologie van arbeid en gezondheid en licht deze toe.
Volgens professor Van Vuuren heeft het gros van de A&G-psychologen een functie in de individuele begeleiding van werknemers (bijvoorbeeld in behandeling van burn-out, loopbaanadvisering of op het gebied van arbeidsreïntegratie). Een klein deel heeft een beleidsfunctie. Zij adviseren bedrijven en organisaties op het gebied van arbeidsomstandigheden en personeelsbeleid.
Hebt u enig inzicht in de praktijk en de zienswijzen van enkele professionals op onder andere de aanpak van ziekteverzuim, en wat nodig is om een werknemer optimaal te laten functioneren in het werk.
Interventiemodel: stappen per fase
2. Voorbereidingsfase; stappen: a. keuze van interventie, b. ontwikkeling van interventie.
3. Implementatiefase; stappen: a. implementatie van interventie, b. continuering van interventie.
4. Evaluatiefase; stappen: a. effectevaluatie, b. procesevaluatie
Primaire doel evaluatieonderzoek?
uitvoeren van interventies.
Drie vormen van verandering door interventie:
- Betaverandering: lijkt op alfa, maar de normen voor individuele interpretatie
veranderen (bijv. de norm voor wat een grote verbetering is verschuift).
- Gammaverandering: een radicale verschuiving in de basisassumpties over causale
relaties, de waarden die aan diverse dimensies van de werkelijkheid worden
toegekend en de gehanteerde referentiekaders. De gangbare mening veranderd dus
drastisch (bijv een organisatie vervangt een 'productgestuurd' paradigma door een
'klantgerichte' benadering).
Ex post facto-quasi- experiment
dan een gebrekkige reconstructie van de vroegere situatie, door een
achterafvergelijking te maken met een overeenkomstige organisatie te maken waar
de interventie NIET heeft plaatsgevonden.
Verbeterde nominale groepstechniek
ideenen, suggesties en observaties op kaartjes schrijven. De consultant verzameld de
kaartjes en vat alle ideeen op flip over-vellen samen, waarna gezamenlijk met de
groep nadere clustering en analyse plaatsvindt.
Appreciative inquiry (AI)
kanten van een organisatie, je wil de organisatie verbeteren via het verder uitwerken
van dingen die al heel goed lopen.
Er wordt meestal uitgegaan van het 4-D model met vier fasen: discovery (de
gewaardeerde aspecten van een organisatie worden in kaart gebracht), dreams (hoe
ziet het ideale toekomstplaatje er uit?), design (planning en prioritering van
activiteiten), destiny )start implementatie van wat er in de design fase is afgesproken).
Naast allerlei standaard technieken gebruiken interventieonderzoekers in organisaties soms ook heel speciale technieken van gegevensverzameling:
- Surveyfeedback
- Logboeken
- Verbeterde nominale groepstechniek
- Benchmarking
Ontwerp- en interventiewetenschap wil twee soorten problemen oplossen:
- verbeterproblemen: hebben betrekking op het verbeteren van de prestatie en kwaliteit van bestaande entiteiten en bestaande processen (zoals vaak gebeurt in de geneeskunde en de organisatieveranderkunde).
Voor het opbouwen van ontwerpkennis moet de interventieonderzoeker zowel kennis hebben van de klassieke onderzoeksmethoden als van speciale methoden die niet of nauwelijks in de empirisch-theoretische wetenschap worden toegepast:
- casestudies
- actieonderzoek
- evaluatieonderzoek
Er moeten steeds naar ten minste twee aspecten worden gekeken bij elke techniek van gegevensverwerving in interventieonderzoek:
- de veranderkundige effecten van de techniek
Het empatisch vermogen van de interventieonderzoeker speelt een grote rol bij het inschatten van de omvang en impact van deze effecten. De afweging van beide aspecten is lastig en er bestaan geen standaardvoorschriften voor.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden