Arbeidsbelasting, stress en ziekteverzuim - Psychosociale theorieen over werkstress
74 belangrijke vragen over Arbeidsbelasting, stress en ziekteverzuim - Psychosociale theorieen over werkstress
De invloed van arbeid gerelateerde factoren op mentale inspanning beschrijven en toelichten
Wat zegt het PÉ-fit model?
omgeving
Wat is volgens het PÉ- fit model werkstress?
(werk) omgeving, dan wel misfit tussen persoonlijke mogelijkheden en de eisen vanuit
de ( werk) omgeving, of de snelheid van de werknemer en de vereiste en de
objectieve kenmerken van de werkomgeving. Dus bijv de wens van een mw om zich
verder te ontwikkelen op het werk, maar er is geen opleidingsbudget meer. Of de mw
kan het vereiste tempo van het werk niet meer bijhouden.
De subjectieve misfit is een verschil tussen de kijk van de werknemer op zichzelf en
op de werkomgeving.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Sociale ondersteuning wat wordt daarmee bedoeld in het PÉ fit model?
als het nodig is. Hoe ervaart de medewerker deze steun?
PÉ FIT model kent een defensiemechanisme wat is dat?
te denken.
Noem een nadeel van het PEFIT model?
kijkt het niet naar de misfit van persoon en omgeving.
Wat verstaat het PÉ FIT MODEL onder copinggedrag?
leidinggevende te gaan praten, hoe gaat de medewerker om met spanning
Weke studies naar het DC model ken je?
regelmogelijkheden, veel taakeisen en weinig sociale steun meer kans op hart en
vaatziekten
2. Onderzoeken die het korte termijn effect van taakeisen en regelmogelijkheden
onderzoeken. Veel regelmogelijkheden verminderen de positieve relatie tussen
taakeisen en adrenaline niveau.
3. Studies gebaseerd op specifieke homogene of heterogene beroepsgroepen: hieruit
blikt dat bij hoge taakeisen en weinig regelmogelijkheden en of sociale steun veel
klachten worden gemeld.
Wat is de derde dimensie van het DC model?
met collega's of boven- en ondergeschikten, kunnen rekenen op anderen, etc.
Hoge taakeisen, weinig regelmogelijkheden en weinig sociale steun zorgen voor de
meest ongunstige gezondheidseffecten.
Kritiek op het DC model?
2. De begripsomschrijvingen van regelniveau en taakeisen zijn niet eenduidig
gedefinieerd en worden ook niet goed gemeten door de gebruikte vragenlijst
3. De interactie effecten ( regelmogelijkheden en sociale steun als buffer voor hoge
taakeisen) zijn niet goed uitgewerkt. Hierdoor kan het duiden op een synergie waarbij
alle drie d efactoren een rol spelen bij werkstress.
Waar wordt het DC model voor gebruikt?
inspanning te onderzoeken.
Volgens Kasl 1996 is het interactie-effect binnen de DC-benadering op 2
manieren uit te leggen
variabelen als beide hoog zijn verminderen zij het negatieve effect van
taakeisen op de gezondheid
2 Er is sprake van synergie want zowel weinig regelmogelijkheden en weinig
steun als hoge taakeisen hebben een negatieve uitwerking op de gezondheid
maar hun onderlinge combinatie heeft een verhoogde werking tot gevolg 1 1
1 méér dan 3
Waarom heet het vitamine model "vitamine model"?
op de werknemer, een verdere toename levert geen extra rendement meer op voor de
geestelijke gezondheid. Hoge "doseringen" van werkkenmerken kunnen tot twee
typen effecten leiden: sommige hebben geen extra invloed op de medewerker
hebben, maar een Constant Effect (CE patroon) en andere hebben een negatieve
uitwerking, een additional decrement.
De drie jobkenmerken met een constant effect worden ook wel vergeleken met de
vitamine CE. De jobkenmerken die een additioneel effect hebben worden vergeleken
met de vitamine AD.
Het vitamine model kent 4 kenmerken. Het tweede kenmerk categorisering van
omgevingsfactoren wat wil dat zeggen?
1. Het type dat na verloop van tijd voor een constant effect zorgt (CE, constant effect ) (=Salaris, veiligheid, betekenisvollere van het werk)
2. Het type dat en negatieve invloed krijgt (AD, Additional Decrement). (=Autonomie, werkdruk, sociale steun, gebruik van vaardigheden, afwisseling in werk en feedback)
Het laatste kenmerk van het vitamine model is de wisselwerking tussen persoon
en omgeving. Er worden 4 categorieën van persoonskenmerken onderscheiden,
welke?
- waarden (bijv specifieke voorkeuren en motieven)
- vaardigheden (bijv intellectuele en sociale vaardigheden)
- demografische kenmerken (leeftijd, geslacht)
- basale mentale gezondheid. (neuroticisme en zelfvertrouwen).
Wat is de invloed van deze persoonskenmerken uit het vitamine model?
persoonskenmerken directe invloed heeft op de geestelijke gezondheid, onafhankelijk
van de omgevingsfactoren.
2 ze kunnen ook een indirect effect hebben dat tot uitdrukking komt in een mediërend
of modererend effect op het verband tussen omgevingskenmerken en geestelijke
gezondheid.
Waarom spreekt met in het Vitaminemodel van omgevingskenmerken en niet
van werkkenmerken?
andere domeinen, bv werkloosheid
Wat weet je over de empirische evidentie van het Vitaminemodel?
Vooral de taakeisen en autonomie lijken samen te hangen met de geestelijke
gezondheid, terwijl dit niet het geval is voor sociale ondersteuning.
De (in)directe werking van de vier categorieën persoonskenmerken worden bevestigd.
Komt het werkkenmerk overeen met het persoonskenmerk, dan is er een groter
welbevinden. (bv:werk vraagt om autonomie, en persoon verlangt dat oo)
Vitamine model: twee soorten geestelijke gezondheid:
2. Arbeidsgebonden (job related) geestelijke gezondheid.
Welke kanttekeningen worden er geplaatst bij het Vitaminemodel?
vraagt om meer theoretische en empirisch onderzoek.
Een verzadigingspunt voor salaris is bijvoorbeeld niet aangetoond (het moment
waarop je zegt, ik verdien voldoende, ik hoef echt niet meer te verdienen).
In welk opzicht verschillen de voorspellingen van het Vitaminemodel en het Effort-Reward Imbalance Model ten aanzien van beloning?
Wat is de gedachte achter het ERI model?
schakel vormt tussen de persoonlijke behoeften van het individu en de
maatschappelijke structuur.
Waar ligt binnen het ERI Model de nadruk op?
controlemogelijkheden van de werknemer in het werk.
Wat veronderstelt het ERI model?
sociaal uitwisselingsproces, waar normaliter in onze maatschappij een aantal
materiële en immateriële beloningen tegenover staan.
In de veronderstelling van het ERI model wordt gesproken over inspanning. Wat
verstaan we hieronder?
fysieke inspanning, taakinterrupties.
In de veronderstelling van het ERI model wordt gesproken over beloning. Wat
bedoeld we daarmee?
waardering bijv respect en ondersteuning,
zekerheid en carrièremogelijkheden bijv promotiekansen, baanzekerheid, behoud van
status.
Benoem een nadeel van het ERI model?
beloning in vragenlijsten niet goed bevraagd.
Wat veronderstelt het ERI model wanneer het gaat over (im)materiële
beloningen?
uitmaken van een sociaal uitwisselingsproces, waar normaliter in onze maatschappij
een aantal materiële en immateriële beloningen (occupational rewards) tegenover
staan.
Inspanningen zijn: allerlei typen taakeisen, zoals tijdsdruk, fysieke inspanning en taak
interrupties.
Beloningen zijn: geld, waardering, zekerheid / carriere mogelijkheden.
Voor welk type persoonlijkheid is het ERI model,ontwikkeld?
een verhoogde kans op disbalans.
Wat zijn de bevindingen van De Jonge in verband met het Job Demand Control-
Model en het Effort-Reward Imbalance Model?
risicofactoren als werkdruk, gebrek aan controle en baanonzekerheid.
Zowel hoge taakeisen als lage controle zorgen voor verhoogd risico op uitputting,
psychosomatische klachten en arbeidsontevredenheid.
Werknemers met overcommitment hebben grotere kans om hun inspanningen te
hoog in te schatten en hun beloningen te laag.
Waar onderscheid zich het ERI model van het JDC model?
het JD C model.
ERI: Wat wordt bedoelt met 'overcommitment' als persoonskenmerk?
verhoogde opwinding (arousal) in veeleisende situaties en workaholisme:
streberig gedrag - feeling of mastery
moeite om het werk van zich af te zetten (sterke werkbetrokkenheid)
behoefte aan goedkeuring en waardering.
Werknemers met overcommitment verrichten (desgevraagd) een grote hoeveelheid
inspanning die (in hun ogen) niet voldoende beloond wordt.
Volgens het ERImodel heeft dit type medewerker een groter risico op het ervaren van
een stressvolle disbalans wat op termijn tot gezondheidsklachten kan leiden.
Welke kanttekeningen plaatst men bij het ERI-model?
6 items met een sterk uiteenlopende inhoud, zoals tijdsdruk, fysieke inspanning,
verantwoordelijkheid en overwerk. Dus is onduidelijk welk type inspanning belangrijk
is voor de disbalans.
Ook worden de inspanningen en beloning in vragenlijsten niet goed bevraagd.
Het model is nog te weinig in zijn totaliteit getoetst.
Wat is de empirische evidentie van het ERI-model
een risicofactor voor hart en vaatziekten en voor een slecht ervaren gezondheid,
inclusief psychische aandoeningen en arbeidsverzuim.
ERI heeft een voorspellend vermogen vnl bij overcommitment
Waar ligt de focus op binnen het JDR model?
Wat is de veronderstelling van het JDR model?
- dat langdurige taakeisen (werkdruk, veeleisende klanten etc) bij weinig kans op
herstel stressoren worden en voor een burn-out kunnen zorgen, met negatieve
gevolgen
- energiebronnen leiden tot bevlogenheid met positieve gevolgen. Energiebronnen zijn
steun van collega's, loopbaanmogelijkheden etc.
- Er zijn ook cross verbanden tussen de factoren. Energiebronnen zijn stressbuffers
maar vaak pas als taakeisen te hoog zijn. Er zijn ook persoonlijke hulpbronnen die je
kan ontwikkelen zoals optimisme en zelfwaardering.
Wat is de recentelijk aangenomen rol van persoonlijke hulpbronnen?
ontwikkeling van persoonlijke hulpbronnen te stimuleren die op hun beurt weer
bijdragen aan werkbevlogenheid.
JD-R model: gain spiral
eenrichtingsverkeer: taakeisen - stressreacties (zoals burnout) - negatieve uitkomsten
energiebronnen - bevologenheid - positieve uitkomsten.
maar recent blijkt dat het ook andersom kan. Studenten: hoe meer bevlogen ze zich
voelden, hoe meer energiebronnen ze rapporteerden. Sleutelrol voor waargenomen
eigen competentie (self efficacy) in opwaardse spiraal (de gain spiral):
energiebronnen - self efficacy - bevlogenheid - energiebronnen - etc.
Wat valt er in het disc model onder de verschillende werkbronnen? Benoem de
drie werkbronnen en wat ze inhouden?
- emotionele werkbronnen: komen tot uiting in emotionele steun van collega's of
leidinggevenden of een luisterend oor na een emotioneel zware taak.
- fysieke werkbronnen: dit zijn technische en of ergonomische hulpmiddelen of een
helpende hand van een collega.
Waar bestaat het DISC model uit?
Wat houden de twee principes uit het disc model in?
dimensies
2. Drievoudige matchingsprincipes: taakeisen, werkhulpbronnen, herstel en
uitkomstmaten zijn sterker geassocieerd als gelijksoortige concepten in combinatie
met een gebrek aan mentale werkhulpbronnen en mentaal herstel zullen primair
leiden tot mentale stress reacties.
Wat is er uniek aan de 6 theoretische modellen uit hoofdstuk 2?
gezondheidsklachten en verminderd welbevinden ten gevolge van hoge taakeisen zal
vermindere indien werknemers voldoende compensatie verkrijgen.
3 er zijn accentverschillen tussen de modellen
4 de modellen zijn te beschouwen als blackbox modellen (er gaat iets in, er komt iets
uit)
5 het merendeel van de modellen gaat uit van lineairiteit en eenrichtingsverkeer
behalve het vitamine model.
Het is niet de vraag of mensen een prestatie kunnen leveren maar of ze dat
willen, en zo ja, tegen welke prijs. Hoe wordt deze vorm van zelfregulering
gemeten?
Wat wijzen de testen die gedaan zijn adv hormoonhuishouding uit?
Wat weet je over stressreacties en de individuelen verschillen daarin?
van de eigen behoeften en motieven wordt gehinderd. BIjv iemand die lopende band
werk doet en een hoge betrokkenheid voor het werk heeft, is eerder gespannen, dan
iemand die er zit "voor het geld".
Is het niveau van psychosomatische klachten van invloed op het adrenaline
niveau, en wat is dan het gevolg Voor het uitvoeren van de taak?
leveren om de taak uit te oeren. Daardoor ontstaat er een spiraal van toenemende
vermoeidheid, waardoor meer inspanning geleverd moet worden, etc etc etc.
Wat bedoelt men met instrumentele oriëntatie op het werk?
Waarvoor staat de afkorting : VOEG?
Waarvan hangen de inspanningsreacties bij psychosomatische klachten af?
Wat wordt bedoeld met hypo activiteit?
van het imuumsysteem.
Wat heeft de psychofysiologische benadering toe te voegen aan het onderzoek
naar werkstress?
Op het gebied van stress houdt de psychofysiologie zich bezig met wat?
Wat zijn de meest gebruikte stress maten?
Wat onderzoekt de Gezondheids- of klinisch psycholoog ivm werkstress?
Een stressreactie is adaptief. Wat bedoelen we hiermee, en wat weet je hiervan?
mobilisatie chronisch is en de uitdaging allang weg is. Bij onvoldoende herstel kan dit
leiden tot een cumulatie van stresseffecten. Deze effecten blijken dagen erna nog
terug te vinden in het lichaam. Het stresseffecten blijft in de hersenen nog te bestaan
in de vorm van overgevoeligheid: de volgende tik komt harder aan en geeft sterkere
reacties.
Waarvoor zijn fysiologische metingen vooral geschikt?
Wat is het probleem van psychofysiologische stressmetingen?
stress vrij klein is.
Welk proces zit er achter een verhoogde kans op hart en vaatziekte door
verhoogde bloeddruk?
reactiviteitshypothese.
Wat weet je ivm stress en het cholesterolniveau?
Wat weet je ivm werkstress en hoge bloeddruk?
Wat zijn de effecten van de systolische en van de diastolische bloeddruk?
Wat blijkt er uit het onderzoek naar bloeddruk en werkstress?
niet zorgt voor een hogere bloeddruk. Een deel van de verhoogde bloeddruk wordt
veroorzaakt door langdurige werkstress niet zozeer door de werksituaties. Op een
vrije dag is het bloeddrukniveau lager dan op een werkdag.
Wat is het effect van werkstress op het hart en op de bloedvaten?
Waarom is de hartslag een goede methode om werkstress te meten?
Wat is de autonome balans?
de cardiale gezondheid.
Wat is de kern van de lichamelijke stress reacties.?
De tegenpool van sympathische activiteit is de para sympathische activiteit.
Wat doet de parasympatische activiteit?
onafhankelijke voorspeller voor het ontwikkelen van hoge bloeddruk.
Hoe leidt je de activiteit van de parasympathicus uit de hartslag af?
samenhaling. Bij inademing loopt de hartslag op en bij uitademing af. -> respiratoire
sinusaritmie (rsa) het verschil tussen de maximale hartslag bij inademing en de
laagste hartslag bij uitademing is een maat van activiteit van de
parasympatische activiteit.
Een ander maat is MSSD ( mean square of successive differences) standaarddeviatie
van de verschillen in tijd tussen de hartslagen . Standaarddeviatie zal groter zijn bij
veel variabilitiet.
Wat is de reden dat er een matige correlatie is tussen psychologie en fysiologie
ivm fysiologische stressmetingen?
stress.
Waarom is het interessant om de effecten van werkstress op de
adrenalineproductie van het lichaam te onderzoeken?
Hoe wordt het stresshormoon Cortisol geproduceerd ivm werkstress?
Wat weet je over de productie van Adrenaline en werkstress?
Er is relatief weinig onderzoek naar de relatie werkstress en adrenalineproductie.
Twee onderzoeken geven een negatief verband en nog anderen enkel kleine
incidentele relaties
Vrouwen reageren over het algemeen minder met adrenaline op stress dan mannen.
Wat zijn de stappen van de aanmaak van cortisol?
Dan komt het bij de amygdala en de hippocampus
Vanuit deze twee komt het in de hypothalamus
Uit de hypothalamus volgt een reactie " de hypofyse"
Dan gaat de bijnierschors cortisol aanmaken
Is cortisol een goede maat voor het meten van werkstress?
een duidelijke stijging in het cortisol niveau te zien is bij chronische stress is dit echter
onduidelijk.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden