Werk- en organisatiegerichte interventies

25 belangrijke vragen over Werk- en organisatiegerichte interventies

9.1 Dit hoofdstuk over werk-, en organisatiegerichte interventies beschrijft alle maatregelen/interventies die werkgerelateerde problemen voorkomen en laten verdwijnen. Waar ligt hierbij de nadruk?

Hierbij moet voornamelijk organisatorische en werk-inhoudelijke zaken (namelijk de psychosociale werkomgeving) worden aangepast in plaats van dat de nadruk bij de werknemer zelf ligt.

Waarom zijn werk- en organisatiegerichte interventies belangrijk?

Uit verschillende vakgebieden komt bewijs dat de psychosociale werkomgeving (arbeidsinhoud incl. de functionele en sociale contacten) van grote invloed is op het welbevinden en de gezondheid van werknemers.

9.2 Waarom zijn werk- en organisatatiegerichte interventies belangrijk?

De psychosociale werkomgeving is van grote invloed op de gezondheid en het welbevinden van de werknemers. De invloed kan positief zijn (voldoening, ontwikkeling) maar ook negatief (moe, ziek, arbeidsongeschikt). Om dit te voorkomen is het dus belangrijk het werk zo te ontwerpen dat werknemers met plezier, in gezondheid en op een efficiente wijze hun erk kunnen doen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn belangrijke positieve en negatieve effecten van werk en wanneer kunnen deze negatieve effecten chronisch worden?

Belangrijk pos. effect van werken = werknemers kunnen zich in en door hun arbeid blijven ontwikkelen. Mogelijke neg. effecten van werk = bv vermoeidheid, irritatie of fouten maken.

Bij voortdurende arbeids-belasting en onvoldoende herstel kunnen deze oorspronkelijk taakspecifieke, negatieve effecten verergeren en chronisch worden, met op de lange termijn kans op ziekte en arbeidsongeschiktheid.

Om de psychosociale werkomgeving goed in te richten ontwikkelde de duitse arbeidspsycholoog Hacker (1978) 4 hiërarchische criteria ter 'certificering' van arbeid. Welke zijn dit?

  1. Het werk moet uitvoerbaar zijn (Het moet langere tijd fysiek en cognitief volgehouden kunnen worden.)
  2. Het werk moet onschadelijk zijn (Het mag op de lange termijn geen schade aan de gezondheid geven.)
  3. Het werk moet verdraagbaar zijn (De werkprestatie moet mogelijk zijn zonder bovenmatige inspanning of vermoeidheid.)
  4. De persoon moet zich kunnen ontwikkelen (kennis en vaardigheden moeten op peil gehouden om de arbeidsmotivatie in stand te houden, en verder te ontwikkelen.)

Welke 7 theoretische benaderingen zijn vergeleken om te bepalen welke factoren een belangrijke rol spelen in verschillen in motivatie, welbevinden en gezondheid?

1.Job Characteristics Model (taakkenmerkenmodel Hackman & Oldman)
2.Michigan Model (Kahn)
3.Demand-Control Model (Karasek)
4.Moderne sociotechniek (Kuipers & Van Amelsvoort)
5.Handelingstheorie (Hacker)
6.Effort-Reward Imbalance Model (Siegrist)
7.Vitaminemodel (Warr)

Werk heeft veel invloed op mensen, op verschillende manieren. Er zijn verschillende modellen die hier een verklaring voor proberen te vinden. Kun je deze noemen?

  1. Job Characterisics Model
  2. Michiganmodel
  3. Demand-Controlmodel
  4. Moderne Sociotechniek
  5. Handelingstheorie
  6. Efford-Reward Imbalance Model
  7. Vitaminemodel

Welke belangrijkste werkkenmerken komen er uit de 7 verschillende werkmodellen naar voren?

  • Taakvariatie, afwisseling binnen het werk.
  • Taakeisen, wat vraagt men van de werknemer.
  • Autonomie, zelfstandigheid van het werk.
  • Sociale ondersteuning, vanuit de omgeving.
  • Feedback, terugkoppeling van anderen.
  • Taakidentiteit, de duidelijkheid van het werk als geheel.
  • Taakbelang, is het werk van belang of niet.
  • Arbeidszekerheid, is het werk zeker op de lange termijn of niet.
  • Beloning, salaris en complimenten.

Wat houden taakeisen (werkdruk) in?

Mate waarin de taak ‘n beroep doet op het verwerkingsvermogen v/d werknemer.

Na het bestuderen van de werkmodellen kan je drie conclusies trekken. Welke?

1. Ondanks dat de modelllen verschillen hebben ze veel overeenkomstige vereisten voor een goed, gezond en productief werkklimaat.
2. Op grond van deze theorieën moet goed, gezond en productief werk er als volgt uitzien:
  • het moet gevarieerd zijn
  • (niet te) hoge eisen stellen
  • in staat om eigen beslissingen te nemen
  • goede sociale contacten
  • informatie en inzicht in resultaten
  • min of meer afgerond geheel van taken
  • uitvoering in arbeidszekere context.
  • dient fatsoenlijk gehonoreerd te worden.
3. werkgerichte inteventies zijn om die reden erop gericht om dèze kenmerken te bevorderen.

9.3 Interventies kunnen zich richten op de werksituatie, maar ook op de wernemer. Het is gebruikelijk om onderscheid te maken tussen drie types interventie. Welke?

  1. Primair preventief: Interventie gericht op het elimineren van stress
  2. Secundair preventief: voorkómen dat de bestaande stressverschijnselen verergeren
  3. Tertiair preventief: behandelen van werknemers met ernstige stressverschijnselen.

Wat houdt feedback, als werkkenmerk, in?

Mate waarin de werknemer terugkoppeling en info ontvangt, bv over de kwaliteit van zijn handelen

9.6 Welke werk en organisatiegerichte inteventies zijn er?

De interventies waar we in deze paragraaf naar kijken zijn op basis van de volgende modellen:
  • de Moderne Sociotechniek
  • het Taakkenmerkmodel
  • de Handelingstheorie
Aan de hand van de volgende punten benaderen we deze theorieën:
  1. kijken naar de gedetailleerde principes
  2. overzicht van interventies uit de literatuur
  3. dan komen empirische interventies aan bod.

9.6.1 a. Wat voor interventies schrijft het taak-kenmerken-model voor?

Interventies volgens het taakkenmerken model:
  • Taakverbreding (meer afwisselende taken die wel op elkaar aansluiten, dus een groter deel van de taakcyclus wordt afgewerkt)
  • Het instellen van klantrelaties en een klantgerichte structuur (meer contact tussen werknemer en klant, meer identiteit)
  • Samenstellen van natuurlijke werkeenheden (mensen die met elkaar werken in min of meer ‘zelfsturende’ teams plaatsen. Leidt tot meer betrokkenheid)
  • Taakverrijking (vooral door toevoegen van planning, organisatie en controle taken)
  • Het instellen van feedbackkanalen (op tijd terugkoppeling en niet achteraf met een ‘zucht’)

9.6.1 b. Wat voor interventies schrijft de moderne sociotechniek voor?

  • minimale arbeidsdeling moet plaatsvinden (dus voorbereiden, ondersteunen, uitvoeren, controle bij elkaar houden, zo min mogelijk gesplitst in subtaken)
  • instellen van autonome of zelfsturende teams.

Welke 2 targets voor interventie worden binnen de A&G psychologie onderscheiden?

Interventies kunnen zich richten op de werksituatie en op de werknemer.

9.6.1 c. Wat voor interventies schrijft de handelingstheorie voor?

  • Het creëren van ruimte voor eigen werkstrategieën van werknemers.
  • Volledige taken maken ipv deeltaken.
  • Regelproblemen moeten beperkt worden (technische mankementen e.d.).
  • Stimuleren van actief handelen in de baan.
  • Genoeg regelmogelijkheden (autonomie) voor werknemers instellen.
  • Werknemers goed trainen voor funcie.
  • Zekere mate van complexiteit om competenties op pijl te houden.
  • Voldoende feedback over het werk.

9.6.2 a. Welke interventies worden er door de werkstressliteratuur -aan de hand van het onderzoek van Elkin en Ross (1990)- aangeraden?

Kernelement van dit onderzoek:
Het bevorderen van een grotere individuele invloed op de arbeid-taak en omgeving.
Dit dmv:
  • reorganiseren van beslissingsstruktuur (een plattere organisatie, dan meer individuele invloed).
  • Samenvoegen afdelingen.
  • Andere besluitvorming, bijvoorbeeld meer participatie in besluitvorming.
  • Taakherontwerp; meer autonomie voor werknemers.
  • Ergonomisch herontwerp aspecten (zoals software).
  • Taakafbakening (duidelijke rollen).
  • Ondersteunend klimaat, constructieve feedback
  • Rechtvaardiger beloningsstructuur

Welke 3 typen preventie worden onderscheiden?

Doorgaans wordt onderscheid gemaakt tussen 3 typen preventie:
1.Interprimair preventief = interventies gericht op het elimineren van oorzaken van stress
2.Secundair preventief = interventies om te voorkómen dat bestaande stressverschijnselen verergeren of dat werknemers met stressverschijnselen ziek uitvallen
3.Tertiaire preventie = het behandelen van werknemers met ernstiger stressverschijnselen, zoals begeleiding bij ziekteverzuim en re-integratie.

9.6.2. c. Welke maatregelen schrijven Kompier en Melissen voor?

  • Arbeidsinhoud:
    • Taakroulatie, taakverbreding, taakverrijking, werkoverleg, taakgroepen.
  • Arbeidsomstandigheden:
    • O.a. ergonomie.
  • Arbeidsvoorwaarden:
    • Werk- en rusttijden, beloning, baanzekerheid, loopbaanmogelijkheden.
  • Arbeidsverhoudingen:
    • Leidinggeven, werkoverleg, onderlinge verhoudingen.

9.6.3 Wat komt er uit empirisch onderzoek wanneer het gaat om interventiemaatregelen?

  1. Sommige theorieen (taakkenmerkmodel, handelingstheorie) richten zich vooral op de taak zelf (arbeidsinhoud). Andere benaderingen (werkstressliteratuur, moderne sociotechniek) geven naast arbeidsinhoud ook  nogmaatregelen op het gebied van arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen.
  2. Er is een hoge overeenstemming met maatregelen om de arbeidsmotivatie, het welbevinden en de gezondheid te verhogen en werkstress te verminderen.

9.6.4 Wat kan je concluderen uit onderzoeken op arbeidsinhoud en ergonomie?

  • Taakverrijking biedt goede mogelijkheden voor het verbeteren van de (geestelijk) gezondheid en tevredenheid van werknemers.
  • Goede werk en rusttijdenregelingen heeft positieve effecten (reduceert werklast, positief effect op hormoonhuishouding, gezondheid en ziekteverzuim.

9.6.5 Wat heeft onderzoek (Semmer, 2003) uitgewezen over het vergroten van rolduidelijkheid en het verbeteren van sociale relaties?

Het vergroten van rolduidelijkheid en het verbeteren van sociale relaties veroorzaakt in principe positieve effecten.

9.6.6 Het is soms lastig te meten wat het invoeren van maatregelen uitwerkt. hoe komt dat?

Vaak worden de arbeidsomstandigheden in de nieuwe situatie als beter beoordeeld dan in de oude situatie. Maar soms wordt er ook -naast de voorspelde verbeteringen- ook -niet verwachtte- verslechteringen gerapporteerd.  

9.7 Wat is de 'manier waarop' een interventie het beste gaat werken?

Wanneer een werkgever verbeteringen wil doorvoeren in de werksituatie, is niet alleen  de kwaliteit van de oplossingen voldoende, maar ook de manier waarop dit gedaan wordt.(bv. betrokkenheid van het personeel speelt een rol) Verder zijn er vijf factoren die van belang zijn voor het welslagen van interventies:
  • Er moet een stapsgewijze, systematische aanpak zijn.
  • Er moet een adequate diagnose moet gesteld worden.
  • Op grond van de diagnose moeten er maatregelen zijn die werk- en werknemergericht zijn.
  • Er moet een partipatieve aanpak zijn (actieve betrokkenheid)
  • Steun van het (top)management.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo