De jonge Republiek in Europa (1588-1648) - Een nieuwe speler in het internationale veld - Bestuur
6 belangrijke vragen over De jonge Republiek in Europa (1588-1648) - Een nieuwe speler in het internationale veld - Bestuur
Het bestuur van de Republiek was ingewikkeld, wat voor soort bestuur had de Republiek?
- Wat had een Goudse regent in 1587 duidelijk gesteld in een 'staatsrechtelijk betoog'?
- Wat was het gevolg/wat werd hiermee gedaan?
- De regent had in een staatsrechtelijk betoog, de deductie van vrancken, klip-en-klaar gesteld (volkomen duidelijk) dat de soevereiniteit (het hoogste gezag) in de Nederlanden bij de gezamenlijke Staten lag, en niet bij een landsheer/dienaar van hem.
- Ieder gewest bleef het liefst zo zelfstandig mogelijk, het particularisme (de neiging om als provincie vooral alles zelf en in je eigen belang te doen).
In de Staten-Generaal kwamen de gewesten samen om een beperkt aantal gemeenschappelijke zaken te bespreken. Welke zaken waren dit?
- De buitenlandse politiek
- De defensie
- Bepaalde belastingen
- De geschillen tussen de gewesten onderling (onenigheden)
- De generaliteitslanden (Brabant, Limburg en een deel van Vlaanderen)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is de deductie van Vrancken?
Bij de behandeling van deze gemeenschappelijke kwesties was in principe ieder gewest gelijk aan het andere. Hoe was dit in de praktijk en wat was er met dit gewest?
De Republiek had geen koning of keizer aan het hoofd maar er waren wel twee machtige personen. Wie waren dat? Waar lag de soevereiniteit?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden