Samenvatting: De Republiek In Een Tijd Van Vorsten | Noordhoff uitgevers

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van De Republiek in een tijd van vorsten | Noordhoff uitgevers

• 1 Verenigd en verscheurd (1477 - 1555)

• 1.1 Politiek Engeland, Frankrijk, de Nederlanden

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe zag de politiek van Engeland eruit in 1477 - 1555?

  - Hendrik VII en Hendriks VIII
  - Centralisatiepolitiek
  - Veel macht voor de koningen
  - Volksvertegenwoordiging: Parlement: Hogerhuis (Hoge adel) en Lagerhuis (Lage adel en steden)
  - De koningen hebben veel macht, maar geen absolute macht, want ze moeten wel overleggen met het Parlement 

• Hoe zag de politiek van Frankrijk eruit in 1477 - 1555?

  - Lodewijk XI
  - Centralisatiepolitiek
  - Heel veel macht voor de koning, absolute macht
  - Volksvertegenwoordiging: Staten - Generaal (Adel, geestelijken burgers & boeren)
  - De koningen hebben absolute macht en de Staten-Generaal heeft weinig te zeggen.

• Hoe zag de politiek van de Nederlanden eruit in 1477 - 1555?

  - Geen centralisatie
  - 17 gewesten met eigen regels en wetten, grote zelfstandigheid
  - Hoogste machthebber van elk gewest regeerde samen met de staten. 
  - Bourgondische vorsten kregen de Nederlanden in handen, en willen centralisatie invoeren:
  - Invoering regeringscentrum in Brussel

• Hoe kwam Spanje bij het Habsburgse rijk?

  Maximiliaan liet zijn zoon trouwen met een dochter van de Spaanse koning

• Wie was Karel V en waar had hij de macht over?

  Karel V was de kleinzoon van Maximiliaan.
  Hij erfde alle Habsburgse bezittingen en werd in 1515 uitgeroepen tot heer der Nederlanden. Ook werd hij koning van Spanje, en keizer van Duitsland.

• Karel V stelde centrale belastingen in, wat waren deze?

  De tiende penning: Een belasting van 10% op ontroerende goederen.
  Accijnzen op bepaalde producten zoals bier.

• 1.2 Religie Engeland, Frankrijk, de Nederlanden

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom werd Engeland lid van de Anglicaanse kerk?

  Engeland was katholiek.
  Hendrik III wilde scheiden van zijn vrouw, maar dit mocht niet van de Paus.
  Daarom besloot Hendrik zich van de katholieke kerk af te scheiden. En een eigen kerk op de richten, de Anglicaanse kerk. (Tak van katholiek, op zich zelf staand)
  Dit werd de staatskerk van Engeland.

• Hoe begon de kettervervolging in Frankrijk?

  In het begin bleef Frankrijk katholiek; ze hadden geen reden tot klagen over de kerk. Frans I (Franse koning) was tegenover protestanten redelijk verdraagzaam. Dat veranderde toen in 1543 overal aanplakbiljetten verschenen van de protestanten met felle aanvallen over de rooms-katholieke kerkdienst. 
  Frans I voelde zich bedreigd en gaf de opdracht om de ketters op te sporen en op de brandstapel ter dood te brengen

• In 1517 begon Luther, een Duitse monnik die aflaten oplichting vond, een actie tegen de aflatenhandel. Al snel kreeg hij aanhangers. De kerkhervormers waren het over 3 punten eens, wat waren deze punten?

  - Het ware geloof is alleen in de Bijbel te vinden
  - Priesters kunnen geen zonden vergeven
  - Alleen God en Christus mogen worden aanbeden

• Waarom moest Luther niks hebben van de sociale opstandigheid die uitbrak in Duitsland nadat de ideeën van de reformatie werden verspreid?

  Hij vond dat gelovigen de wereldlijke machthebbers moesten gehoorzamen.