Samenvatting: De Studie Van Het Burgerlijk Recht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van De Studie van het Burgerlijk Recht
-
1 Personen- en familierecht
-
1.1 Algemene bepalingen
-
Geef een definitie van het begrip persoonlijkheid. Waarmee vangt de persoonlijkheid aan?
Persoonlijkheid in juridische zin is de bevoegdheid drager te zijn van rechten, bevoegdheden en rechtsbetrekkingen. De persoonlijkheid vangt bij een natuurlijk persoon aan bij de geboorte. -
Persoonlijkheid vangt in de regel aan bij de geboorte. Noem de uitzondering op deze regel.
Ingevolge art. 1:2 BW wordt het kind waarvan een vrouw zwanger is als reeds geboren aangemerkt, zo dikwijls zijn belang dit vordert.
Deze uitzondering is vooral in het erfrecht belangrijk. Een ongeboren kind kan uit hoofde van de regel namelijk als erfgenaam worden aangemerkt.
'Het kind waarvan een vrouw zwanger is wordt als reeds geboren aangemerkt, zo dikwijls zijn belang dit vordert. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan.' -
Dave is getrouwd met Esther. Esther is in verwachting van een kind. Dave overlijdt. Laat Dave erfgenamen achter?Is het antwoord op de vraag anders indien Esther een miskraam krijgt?
Dave laat twee erfgenamen achter, namelijk Esther en zijn ongeboren kind. Het ongeboren kind wordt ingevolge art. 1:2 BW als persoon aangemerkt.
Als het kind van Dave voor de geboorte overlijdt, dan wordt hij vermogensrechtelijk gezien geacht nooit te hebben bestaan (art. 1:2 BW laatste volzin).
'Het kind waarvan een vrouw zwanger is wordt als reeds geboren aangemerkt, zo dikwijls zijn belang dit vordert. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan.' -
Dient een geboren kind in leven te blijven om uit een schenking of erfenis iets te kunnen genieten?
Naar Nederlands recht wordt de eis van levensvatbaarheid van het kind niet gesteld. Naar Frans recht wordt deze eis (né viable) wel gesteld. -
1.1.1 Algemene bepalingen: 2:7-2:8 BW
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Art. 2:7 BW geeft een regel voor de vernietiging van een rechtshandeling waarbij het doel van een rechtspersoon werd overschreden. Gaat het daarbij enkel en alleen om de overschrijding van het statutaire doel?
In de literatuur wordt wel aangenomen dat art. 2:7 BW ook geldt voor overschrijding van andere statutaire bepalingen en voorzieningen, en niet alleen voor overschrijding van de statutaire doelomschrijving.
T&C Ondernemingsrecht, commentaar bij art. 2:7 BW -
Wat is de rol van de goede trouw (ne pouvait l'ignorer) bij doeloverschrijding?
Een rechtspersoon kan een rechtshandeling waarbij het doel werd overschreden slechts vernietigen, wanneer de wederpartij wist of moest weten dat het doel van de rechtspersoon bij de rechtshandeling zou worden overschreden.
T&C Ondernemingsrecht, commentaar bij art. 2:7 BW -
1.5 Het huwelijk
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
Laat hier meer flashcards zien -
Het huwelijk is een instelling. Wat wordt hiermee bedoeld?
Het huwelijk biedt een juridische ordening van het samenleven van twee personen, die aan individuele willekeur is onttrokken.
Asser I-II, § 53. -
Een onderscheid kan worden gemaakt tussen volstrekte en betrekkelijke huwelijksbeletselen. Leg uit.
Een volstrekt huwelijksbeletsel verhindert een persoon om te trouwen. Een betrekkelijk huwelijksbeletsel verhindert iemand om te trouwen met een specifieke persoon.
Een voorbeeld van een volstrekt huwelijksbeletsel is een geestelijke stoornis (art. 1:32 BW). Een voorbeeld van een betrekkelijk huwelijksbeletsel is het verbod om een zus of broer te huwen (art. 1:41 lid 1 BW).
Asser I-II, § 58. -
2 Rechtspersonen
-
2.1 Algemene bepalingen
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Ingevolge art. 2:1 lid 1 BW bezitten verschillende publiekrechtelijke organen rechtspersoonlijkheid. Zijn daarmee ook de algemene bepalingen van Boek 2 toepasselijk op deze rechtspersonen?
Nee, ingevolge art. 2:1 lid 3 BW gelden de algemene bepalingen (Titel I) van Boek 2 niet voor publiekrechtelijke rechtspersonen.
'De volgende artikelen van deze titel, behalve artikel 5, gelden niet voor de in de voorgaande leden bedoelde rechtspersonen.'
Art. 2:5 BW geldt dus wél voor publiekrechtelijke rechtspersonen. Art. 2:5 BW bepaalt:
'Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een natuurlijk persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit.' -
Stichting A is opgericht bij notariële akte. Stel dat deze akte authenticiteit mist, omdat de notaris is vergeten zijn plaats van vestiging in de comparitie van de akte te zetten. Bob meent dat dit tot gevolg heeft dat de stichting nooit is komen te bestaan. Heeft Bob gelijk?
Nee, art. 2:4 lid 1 BW bepaalt dat een rechtspersoon ook bij het missen van authenticiteit tot stand komt. Een uitzondering geldt wanneer de rechtspersoon wordt opgericht bij uiterste wilsbeschikking.
“1. Een rechtspersoon ontstaat niet bij het ontbreken van een door notaris ondertekende akte voor zover door de wet voor de totstandkoming vereist. Het ontbreken van kracht van authenticiteit aan een door een notaris ondertekende akte verhindert het ontstaan van de rechtspersoon slechts, indien de rechtspersoon in een bij die akte gemaakte uiterste wilsbeschikking in het leven zou zijn geroepen.”
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: De Studie Van Het Burgerlijk Recht
-
Personen- en familierecht - Onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen
-
Rechtspersonen - Algemene bepalingen
-
Vermogensrecht in het algemeen - Titel 1 Begripsbepalingen
-
Vermogensrecht in het algemeen - Titel 2 Rechtshandelingen - Rechtshandelingen (32-38)
-
Vermogensrecht in het algemeen - Titel 2 Rechtshandelingen - Rechtshandeling (38-44)
-
Vermogensrecht in het algemeen - Titel 2 Rechtshandelingen - Rechtshandeling deel IV: actio Pauliana (45-48)
-
Vermogensrecht in het algemeen - Titel 2 Rechtshandelingen - Rechtshandeling deel V (49-58)
-
Vermogensrecht in het algemeen - Verkrijging en verlies van goederen
-
Vermogensrecht in het algemeen - Bezit en houderschap
-
Vermogensrecht in het algemeen - Gemeenschap
-
Vermogensrecht in het algemeen - Rechtsvorderingen
-
Zakelijke rechten - Eigendom in het algemeen
-
Zakelijke rechten - Eigendom van roerende zaken
-
Verbintenissenrecht - Verbintenissen in het algemeen
-
Overeenkomsten in het algemeen - Algemene bepalingen
-
Bijzondere overeenkomsten - Koop en ruil
-
Bijzondere overeenkomsten - Aanneming van werk
-
Bijzondere overeenkomsten - Van maatschap (7A-9)
-
Bijzondere overeenkomsten - Verzekering - Registratie van persoonsgegevens
-
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
-
Parlementaire geschiedenis BW