Bijzondere overeenkomsten - Arbeidsovereenkomst - Einde van de arbeidsovereenkomst

8 belangrijke vragen over Bijzondere overeenkomsten - Arbeidsovereenkomst - Einde van de arbeidsovereenkomst

Uitgangspunt is dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt en niet tussentijds kan worden opgezegd. Is er een uitzondering op deze regel? Noem de relevante wettelijke artikelen.

Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan in beginsel niet worden opgezegd. Indien partijen echter schriftelijk overeenkomen (art. 7:667 lid 2 BW) dat tussentijds door zowel werkgever als werknemer (art. 7:667 lid 3 BW) kan worden opgezegd, kan hiervan worden afgeweken.

Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege (art. 7:667 lid 1 BW). Er is dan ook geen opzegging nodig. Wanneer lijdt deze regel uitzondering? Hoe heet deze rechtsregel?

De regel dat een overeenkomst voor bepaalde tijd niet hoeft te worden opgezegd, lijdt uitzondering middels de Ragletie-regel (art. 7:667 lid 4 BW). Ingevolge deze regel is bij een overeenkomst voor bepaalde tijd na een overeenkomst voor onbepaalde tijd opzegging vereist. Deze regel is afkomstig uit het Ragletie-arrest en dus inmiddels gecodificeerd.

"4. Indien een voor onbepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst, (...) aansluitend of na een tussenpoos van ten hoogste zes maanden is opgevolgd door een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, is in afwijking van lid 1 voor beëindiging van die opvolgende arbeidsovereenkomst opzegging nodig. (...)"

Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt door opzegging. Dient de werkgever schriftelijk op te zeggen?

Voor de opzegging is ingevolge art. 7:667 lid 6 BW geen vorm voorgeschreven: uit oogpunt van bewijslevering verdient het echter aanbeveling schriftelijk op te zeggen (vgl. Arbeidsovereenkomst, aant. 3.2 bij art. 7:667 BW).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat houdt de aanzegplicht in? Wat is de sanctie op schending van de aanzegplicht?

De aanzegplicht houdt in dat een werkgever bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd ten minste een maand voor het einde van de overeenkomst schriftelijk dient te informeren dat deze eindigt (art. 7:668 lid 1 BW).

De sanctie is dat de arbeidsovereenkomst voor eenzelfde bepaalde tijd wordt verlengd als waarvoor deze is aangegaan, maar maximaal met een jaar (art. 7:668 lid 2 BW).

De arbeidsovereenkomst van Berend loopt over een maand af. Arend laat hem op de werkvloer weten dat zijn arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd. Heeft Arend voldaan aan de aanzegplicht?

Nee, de werkgever dient schriftelijk aan de werknemer mede te delen dat zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt (art. 7:668 lid 1 BW). Als Arend deze fout niet tijdig corrigeert, dan loopt de arbeidsovereenkomst van Berend voor langere tijd door (art. 7:668 lid 4 BW).

Wat wordt bedoeld met de ketenregeling? Noem het relevante wettelijke artikel.

De ketenregeling houdt in dat arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd onder omstandigheden worden omgezet in arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. Dit is het geval wanneer de overeenkomsten voor bepaalde tijd met tussenpozen de 36 maanden hebben overschreden, of wanneer er meer dan drie overeenkomsten voor bepaalde tijd zijn geweest met tussenpozen van ten minste zes maanden.

Wanneer kan een werkgever een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd opzeggen? Noem het relevante wetsartikel.

De werkgever kan een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd opzeggen indien daar (1) een redelijke grond voor is en (2) herplaatsing binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt (art. 7:669 lid 1 BW).

Wat onder een redelijke grond moet worden verstaan wordt verder in lid 3 uitgelegd.

Is een werkgever in beginsel een transitievergoeding verschuldigd indien zij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet verlengt? Hoe wordt de hoogte van de transitievergoeding in beginsel bepaald?

Ja, de werkgever is een transitievergoeding verschuldigd indien zij de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet verlengt (art. 7:673 lid 1 onderdeel a onder 3 BW).

De werkgever kan bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten ook bij opzegging door de werknemer een transitievergoeding verschuldigd zijn: zie art. 7:673 lid 1 onderdeel b BW.

De hoogte van de transitievergoeding is in beginsel 1/3de maandsalaris voor elk jaar dat de werknemer bij de werkgever heeft gewerkt (art. 7:673 lid 2 BW). Men dient voor de berekening van de transitievergoeding dus het brutomaandsalaris te weten.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo