Vermogensrecht in het algemeen - Gemeenschap

7 belangrijke vragen over Vermogensrecht in het algemeen - Gemeenschap

Welke soorten gemeenschappen kunnen worden onderscheiden? Wat is het verschil tussen deze soorten gemeenschappen?

Gemeenschappen kunnen worden onderscheiden in eenvoudige gemeenschappen en bijzondere gemeenschappen.

Bij een bijzondere gemeenschap is sprake van 'een algemeenheid van goederen'. Een bijzondere gemeenschap kan ook schulden omvatten en vormt een afgescheiden vermogen. (GS)

Een eenvoudige gemeenschap kan meerdere goederen omvatten. In dit kader wordt gesproken van 'universitas facti'. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld.

Uit de samenhang tussen de goederen of de rechtsverhouding kan voortvloeien dat sprake is van één eenvoudige gemeenschap. Dit wordt universitas facti (het geheel) genoemd.

Voorbeelden uit de wetsgeschiedenis:
- een pakket aandelen;
- een bibliotheek (voor wat de boeken betreft);
- een kudde dieren. (GS)

Een bijzondere gemeenschap kan schulden omvatten. Geef aan wat hiermee wordt bedoeld.

Gemeenschapsschuldeisers kunnen zich op de gehele gemeenschap verhalen, ongeacht de aandelen van de deelgenoten in de gemeenschap. Art. 3:192 BW bepaalt voor de bijzondere gemeenschap:

'Tot de gemeenschap behorende schulden kunnen op de goederen van de gemeenschap worden verhaald.'
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Stel dat A de blote eigendom heeft van een goed en B het vruchtgebruik. Is sprake van een gemeenschap in de zin van art. 3:166 BW?

Nee - voor gemeenschap is vereist dat de deelgenoten gelijksoortige rechten hebben. Asser:


‘Wil er van gemeenschap sprake zijn, dan moeten de deelgenoten gelijksoortige rechten hebben. Degene, die de blote eigendom heeft, en de vruchtgebruiker zijn geen deelgenoten. Daarin voorziet de definitie echter niet.’
Teneinde duidelijker uit te drukken dat de deelgenoten gelijksoortige rechten hebben, is de zinsnede: ‘wanneer een goed aan onderscheiden deelgenoten toekomt’ vervangen door ‘wanneer één of meer goederen toebehoren aan twee of meer deelgenoten gezamenlijk’. ZieParl. Gesch. BW Boek 3 1981, p. 578, derde volledige alinea.'

Armando, Berlo en Charlo zijn erfgenamen in de nalatenschap van vader Dicko. Op enig moment komen Armando en Berlo een verdeling van de bijzondere gemeenschap overeen.

Hun ietwat recalcitrante broer Charlo wordt daarbij niet gehoord. Kan Charlo zich tegen de verdeling door de broers verzetten?

Jazeker - voor de verdeling van een gemeenschap is de medewerking van alle deelgenoten vereist. Een verdeling waaraan niet alle deelgenoten hebben meegewerkt, is nietig. Art. 3:195 lid 1 BW:

'1. Een verdeling waaraan niet alle deelgenoten (...) hebben deelgenomen, is nietig, tenzij zij is geschied bij notariële akte, in welk geval zij slechts kan worden vernietigd op vordering van degene die niet aan de verdeling heeft deelgenomen. (...)'

Deze regel lijdt uitzondering indien de verdeling is geschied bij notariële akte. De verdeling is in dat geval vernietigbaar.

Twee vrienden, Ben en Chris, kopen samen een tweedehands Porsche. Ben legt € 10.000,- in en Chris € 20.000,-. Vloeit hieruit voort dat Ben 1/3de aandeel in de gemeenschap heeft en Chris 2/3de?

Stel dat Chris de auto op enig moment wil verkopen. Heeft hij daarvoor de toestemming van Ben nodig?

Nee, voldoening van een groter deel van de aanschafprijs door een der deelgenoten brengt op zichzelf nog niet mee dat de aandelen ongelijk zijn: opletten dus! Zie HR 21 april 2006, NJ 2007/395 (Z/H; gemeenschap huis).

De deelgenoten zijn uitsluitend gezamenlijk bevoegd om over een geheel gemeenschapsgoed te beschikken. Art. 3:170 lid 3 BW:

'3. Tot andere handelingen betreffende een gemeenschappelijk goed dan in de vorige leden bedoeld, zijn uitsluitend de deelgenoten gezamenlijk bevoegd.'

Noem alle bijzondere gemeenschappen en het artikel waar ze in staan genoemd. Geef het mnemoniem.

1. de gemeenschap van een Nalatenschap;
2. de ontbonden Huwelijks- of partnerschapsgemeenschap;
3. de ontbonden Maatschap, vennootschap en rederij;
4. de gemeenschap van een Gebouw waarvan de splitsing in appartementsrechten in opgeheven.

Niet Huilen Man, Aansteller!

Art. 3:189 lid 2 BW.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo