Vermogensrecht in het algemeen - Titel 1 Begripsbepalingen
28 belangrijke vragen over Vermogensrecht in het algemeen - Titel 1 Begripsbepalingen
Een ieder die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, is verplicht van zijn vermogenstoestand en alles betreffende zijn bedrijf of beroep, een administratie te voeren, zodat te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend (art. 3:15i BW).
Stel dat een bestuurder geen administratie voert. Wat zijn hiervan de gevolgen?
Het niet voeren van een administratie kan onder bepaalde omstandigheden tevens strafbaar zijn (art. 340-344 Sr).
Wat is de definitie van een registergoed? Is een motorrijtuig een registergoed?
Een motorrijtuig is geen registergoed, omdat de inschrijving in het kentekenregister privaatrechtelijk geen betekenis heeft (GS).
Mevrouw Karelse verkoopt haar auto aan haar meerderjarige dochter. De auto wordt overgedragen. De tenaamstelling in het kentekenregister wordt echter niet gewijzigd. Is de eigendom van de auto overgegaan op de dochter van mevrouw Karelse?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Benoem alle registergoederen in de zin van art. 3:10 BW: goederen voor welker overdracht of vestiging inschrijving in daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is.
1. Onroerende zaken;
2. Schepen en luchtvaartuigen;
3. Beperkte rechten op 1 en 2;
4. Aandelen in een registergoed;
5. Appartementsrechten.
Art. 3:11 BW geeft een definitie van 'goede trouw'. Onderscheid wordt wel gemaakt tussen subjectieve en objectieve goede trouw. Wat is subjectieve goede trouw en wat is objectieve goede trouw? Is het onderscheid van belang?
De toepasselijkheid van het begrip 'goede trouw' ex art. 3:11 BW in het vermogensrecht is beperkt. Leg uit.
'Het begrip 'goede trouw' is volgens de bewoordingen van art. 3:11 alleen van belang als dit krachtens enig wettelijk voorschrift vereist is voor het intreden van enig rechtsgevolg.'
Art. 3:5 BW geeft een definitie van het begrip inboedel. Noem artikelen waarin het begrip inboedel terugkomt.
'1:88 - toestemming van de echtgenoot voor bepaalde rechtshandelingen
1:165 - voortgezet gebruik na echtscheiding
1:175 - idem na scheiding van tafel en bed
4:28 en 29 - rechten van de langstlevende echtgenoot.
4:97 - vorm van uiterste wil.'
Art. 3:5 BW bepaalt:
'Inboedel is het geheel van tot huisraad en tot stoffering en meubilering van een woning dienende roerende zaken, met uitzondering van boekerijen en verzamelingen van voorwerpen van kunst, wetenschap of geschiedkundige aard.'
Het Nederlandse registerstelsel is in beginsel negatief. Waar wordt ook wel van gesproken? Leg uit.
Over het algemeen zijn de registers echter zeer betrouwbaar. Daarom wordt wel gesproken van een semi-positief stelsel (GS).
Nederland kent een negatief registerstelsel. Desondanks wordt vaak gesproken van een semi-positief registerstelsel. De notaris wordt in dit verband een 'positiverende factor' genoemd. Wat wordt hiermee bedoeld?
Kan ook in gebieden buiten het vermogensrecht, zoals het personen- en familierecht of het faillissementsrecht, een beroep worden gedaan op misbruik van recht en redelijkheid en billijkheid? En in bijvoorbeeld het bestuurs(proces)recht?
'De artikelen 11-14 vinden buiten het vermogensrecht toepassing, voor zover de aard van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet.'
Een voorbeeld van toepassing van misbruik van recht in het bestuursprocesrecht is het niet-ontvankelijk verklaren van een ingesteld beroep omdat de rechtzoekende misbruik van recht zou maken. Zie AB 2016/61 (Raad van State) met betrekking tot een regen aan WOB-verzoeken.
Ingevolge art. 3:16 lid 2 BW worden de openbare registers geregeld bij wet. Bij welke wet zijn de openbare registers geregeld?
Waarom kan erfopvolging of huwelijk tot gevolg hebben dat de rechtstoestand van een goed in de openbare registers niet meer klopt?
Ingevolge art. 3:17 lid 1 BW kunnen bepaalde feiten die op de rechtstoestand van registergoederen zien in de openbare registers worden ingeschreven. Worden in Boek 3 ook eisen gesteld aan wie een feit inschrijft? Kan eenieder de genoemde feiten inschrijven?
Zijn huur- en pachtovereenkomsten inschrijfbaar in de openbare registers? Noem het relevante artikel.
'Huur- en pachtovereenkomsten en andere feiten die alleen persoonlijke rechten geven of opheffen kunnen slechts worden ingeschreven, indien een bijzondere wetsbepaling dit toestaat.'
Kan een kettingbeding worden ingeschreven in de openbare registers?
'Wat kettingbedingen betreft zij erop gewezen dat wanneer een ter inschrijving aangeboden akte van levering een dergelijk beding bevat, de bewaarder de inschrijving niet mag weigeren, mits dat kettingbeding deel uitmaakt van de titel voor de overdracht (Kamerstukken II (Mva), Parl. Gesch. Kadasterwet, p. 143, derde alinea).'
Daarmee wordt art. 3:23 e.v. BW echter niet van toepassing.
Natuurlijke vruchten zijn zaken die volgens verkeersopvatting als vruchten van andere zaken worden aangemerkt. Burgerlijke vruchten zijn zaken die volgens verkeersopvatting als vruchten van goederen worden aangemerkt (art. 3:9 lid 1 en 2 BW).
Noem nog een belangrijk verschil tussen natuurlijke en burgerlijke vruchten.
'4. De natuurlijke vrucht wordt een zelfstandige zaak door haar afscheiding, een burgerlijke vrucht een zelfstandig recht door haar opeisbaar worden.'
Art. 3:13 lid 3 BW bepaalt, dat uit de aard van sommige bevoegdheden kan voortvloeien, dat deze niet worden misbruikt. Noem voorbeelden van bevoegdheden waartegen niet het verweer van misbruik van recht kan worden gevoerd.
GS:
'Het verschoningsrecht dat getuigen die aan de formele verwantschapscriteria voldoen, is hen geheel in het algemeen toegekend en kan naar zijn aard niet misbruikt worden (...). Een andere bevoegdheid is de testeervrijheid, voor zover deze niet beperkt wordt door de rechten van legitimarissen.'
'Een regelmatig vermeld geval is het recht een erfenis al dan niet te aanvaarden.'
Dient misbruik van bevoegdheid steeds als een onrechtmatige daad te worden aangemerkt?
'De gebruikelijke opvatting houdt in dat het misbruiken van een bevoegdheid in de regel onrechtmatig zal zijn, met dien verstande dat door onthouding van de nakoming van de door misbruik van bevoegdheid te behalen rechtspositie doorgaans ervoor gezorgd kan worden dat geen schade als gevolg van het misbruik intreedt, zodat alsdan schadevergoeding niet verschuldigd is.'
Wat is het droit de préférence of het prioriteitsbeginsel? Welke Latijnse uitdrukking wordt ook wel gebruikt? Waar vinden we het beginsel in de wet terug?
'1. De rangorde van inschrijvingen die op een zelfde registergoed betrekking hebben, wordt bepaald door de volgorde der tijdstippen van inschrijving, tenzij uit de wet een andere rangorde voortvloeit.'
De Latijnse uitdrukking is prior tempore, potior iure.
In art. 3:298 BW is in navolging hiervan nog bepaald dat bij botsende rechten op levering, het oudste recht op levering voorgaat.
Geldt het prioriteitsbeginsel of droit de préférence ook in het verbintenissenrecht?
Kan een bestanddeel van een zaak onderwerp zijn van een verbintenisrechtelijke rechtshandeling?
Waarom kan het in het kader van een hypotheek van belang zijn of sprake is van een bestanddeel?
Is een afhankelijk recht ook altijd een nevenrecht?
Een nevenrecht kan alleen verbonden zijn aan een vorderingsrecht (art. 6:142 BW).
(Compendium, § 19)
Aannemer Tom krijgt opdracht tot het bouwen van een huis op een stuk grond. Opdrachtgever Ronnie is blijkens de gegevens in de openbare registers eigenaar van het betreffende perceel. Achteraf, wanneer Ronnie niet betaalt en Tom verhaal wil halen op het goed, blijkt dat de registers onvolledig waren en dat Ronnie geen eigenaar was. Kan Tom een beroep doen op de bescherming van afdeling 3.1.2?
Tom zal moeten proberen via art. 3:36 BW (opgewekte schijn) of misschien via art. 6:212 BW zijn geld te krijgen.
(§ 86 Pitlo. Goederenrecht)
Arend heeft een hem toebehorend huis voor een periode van tien jaar in bruikleen gegeven aan Barend. Na vier jaar gaat Arend failliet. De curator verkoopt het huis aan Cornelis.
Is Cornelis gebonden aan het bruikleenrecht van Barend?
Paul en Mark twisten over de eigendom van een stukje grond. Paul beweert door verkrijgende verjaring te goeder trouw eigenaar te zijn geworden van een greppel, die zich eigenlijk op de grond van Mark bevond. Mark geeft aan dat Paul niet te goeder trouw kan zijn geweest, nu hij op de kadastrale kaarten had kunnen zien dat de greppel zich op het perceel van Mark bevond. Heeft Mark gelijk?
De openbare registers zijn gedefinieerd in art. 8 lid 1 Kadasterwet. De kadastrale kaarten maken daar echter geen deel van uit. Paul kan dan ook een beroep doen op de goede trouw.
Arend verkoopt een roerende zaak aan Bert. Waarom kan een roerende zaak eigenlijk niet worden verkocht?
'Om te gaan spreken van de verkoop van het eigendomsrecht van een zaak in plaats van de verkoop van een zaak, bij een ruilovereenkomst te spreken van een ruil van rechten in plaats van een ruil van zaken, geeft iets gedwongens aan een rechtstaal. (GS art 3:1 BW)'
Noem de bronnen van geldend Europees privaatrecht.
- De door het Hof van Justitie algemeen aanvaarde beginselen van Unierecht;
- Handvest van de grondrechten van de Europese Unie;
- Door de Unie gesloten verdragen;
- De op het VWEU gebaseerde secundaire wetgeving (verordeningen en richtlijnen).
Asser 3-I Europees recht en privaatrecht 2023/6
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden