Vermogensrecht in het algemeen - Titel 2 Rechtshandelingen - Rechtshandeling (38-44)
3 belangrijke vragen over Vermogensrecht in het algemeen - Titel 2 Rechtshandelingen - Rechtshandeling (38-44)
Ingevolge art. 3:40 BW is een rechtshandeling die door inhoud of strekking strijdig is met de openbare orde of de goede zeden nietig.
Wat wordt bedoeld met de inhoud respectievelijk de strekking van een rechtshandeling?
Het begrip strekking omvat twee elementen:
1. De a) voor de handelende voorzienbare gevolgen van de rechtshandeling en b) de motieven van de handelende;
2. De kenbaarheid van de gevolgen of motieven voor de geadresseerde of wederpartij van de rechtshandeling.
Zie voor beide elementen van het strekkingsbegrip Burgman/Aviolanda (NJ 1952/128).
Compendium, § 48.
Zijn de begrippen inhoud en strekking van de rechtshandeling van belang bij het bepalen of de rechtshandeling in strijd is met een dwingende wetsbepaling?
Compendium, § 48.
Stel dat het verrichten van een rechtshandeling in strijd is met de algemene plaatselijke verordening van de Gemeente Lutjebroek. Is de rechtshandeling nu nietig ingevolge art. 3:40 lid 2 BW?
Compendium, § 49.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden