Verbintenissenrecht - Verbintenissen in het algemeen

15 belangrijke vragen over Verbintenissenrecht - Verbintenissen in het algemeen

Een verbintenis is een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee personen. Wat wordt met vermogensrechtelijk bedoeld?

Betrekkingen zonder vermogensrechtelijk karakter (zie ook art. 3:6 BW) zijn geen verbintenissen in de zin van Boek 6. Asser:

'Betrekkingen van zuiver familierechtelijke aard, zoals bijvoorbeeld de plicht der echtgenoten tot 'wederkerige getrouwheid', worden niet tot de verbintenissen gerekend. De regels van het verbintenissenrecht zijn daarop niet van toepassing.'

Waarom kan het vereiste dat een verbintenis voldoende bepaalbaar dient te zijn, alleen aan de orde komen bij verbintenissen uit overeenkomst?

Indien de verbintenis voortvloeit uit de wet, dan geeft de wet een heldere regeling.

Art. 6:227 BW bepaalt:

'De verbintenissen die partijen op zich nemen, moeten bepaalbaar zijn.'

Ingevolge art. 6:83 onderdeel a BW treedt het verzuim zonder ingebrekestelling in, wanneer een voor de voldoening bepaalde termijn verstrijkt zonder dat de verbintenis is nagekomen. In dit verband wordt wel gesproken van de 'fatale termijn'.

Stel dat partijen geen termijn zijn overeengekomen en geen sprake is van de in art. 6:83 onderdeel b en c BW genoemde gevallen. Kan een partij in dat geval zonder ingebrekestelling in verzuim komen? Waarom?

Een 'fatale termijn' kan ook volgen uit de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 BW).

In (HR 4 oktober 2002, NJ 2003, 257, Fraanje/Götte Beheer) oordeelde de Hoge Raad:

'[E]en termijn als bedoeld in art. 6:83 (...) onder a, [moet] tussen partijen (...) zijn overeengekomen of op grond van de redelijkheid en billijkheid (...) voortvloeien uit de aard van de overeenkomst in verband met de omstandigheden van het geval.'
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Noem de drie gevallen waarin verzuim zonder ingebrekestelling intreedt. Noem het relevante artikel.

Art. 6:83 BW geeft drie gevallen waarin verzuim zonder ingebrekestelling intreedt:

a) een voor de voldoening van de verbintenis bedoelde termijn verstrijkt zonder dat de verbintenis is nagekomen;
b) wanneer de verbintenis voortvloeit uit onrechtmatige daad of strekt tot schadevergoeding op grond van wanprestatie;
c) wanneer schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de nakoming van de verbintenis zal tekortschieten.

Uit de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid vloeit voort dat banken met betrekking tot vermogensbeheer een bijzondere zorgplicht jegens hun cliënten hebben. Strekt deze bijzondere zorgplicht zich ook uit tot adviesrelaties en de precontractuele fase? Noem de relevante arresten.

Ja - de bijzondere zorgplicht van banken jegens hun cliënten strekt zich niet alleen uit tot vermogensbeheer, maar ook tot adviesrelaties en de precontractuele fase. Zie voor adviesrelaties ABN AMRO/Van Velzen (NJ 2003, 333) en voor de precontractuele fase Effectenlease Dexia (NJ 2016, 190).

Dient een partij die nakoming van haar verbintenis opschort vanwege een niet-nakoming van de wederpartij, mede te delen dat hij zijn nakoming opschort en op welke grond hij dat doet?

In principe niet; uit de eisen van redelijkheid en billijkheid kan onder omstandigheden echter voortvloeien dat een schuldenaar pas van een hem toekomend opschortingsrecht gebruik kan maken nadat hij zijn wederpartij heeft medegedeeld dat en op welke grond opschorting plaatsvindt (NJ 2006/158).

Waar maakt het leerstuk van rechtsverwerking onderdeel van uit? Geef een definitie van rechtsverwerking.

Van het leerstuk van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. GS:

'Rechtsverwerking is het geval dat redelijkheid en billijkheid de schuldeiser of schuldenaar geheel of gedeeltelijk in de uitoefening van zijn rechten of bevoegdheden beperkt in verband met eigen voorafgaand gedrag (handelen of nalaten).'

Een grond voor rechtsverwerking is onredelijke benadeling. Welke drie wijzen, waarop een partij onredelijk kan worden benadeeld komen consistent in de rechtspraak terug?

GS noemt de volgende drie wijzen waarop een partij onredelijk kan worden benadeeld en die in de rechtspraak terugkomen:

'(a) het verloren gaan van mogelijkheden tot levering van bewijs of tegenbewijs;
(b) het ontbreken van mogelijkheden om op de financiële mogelijkheden om op de financiële gevolgen van rechtsuitoefening te anticiperen en
(c) het verloren gaan van verhaalsmogelijkheden.'   

Calot neemt 'mestcontract-pekingeenden' af van Oldenhave. Partijen zijn daarbij overeengekomen dat Calot als afnemer kortingen kan toepassen ter zake van 'vuile, kale en niet nuchtere eenden'. Calot maakt van deze bevoegdheid bij diverse leveranties gebruik. Oldenhave protesteert hier eenmaal tegen, maar laat het er verder hierbij zitten.

Oldenhave stelt drie jaar later een vordering van f 21.651,95 in omdat Calot te weinig zou hebben afgerekend. Calot komt nu in bewijsproblemen te verkeren, omdat hij niet meer kan bewijzen dat de eenden in een slechte conditie verkeerden. Waar kan Calot een beroep op doen?

De casus is afgeleid uit het arrest Pekingeenden (NJ 1968, 251). Door de gedragingen van Oldenhave mocht Calot er vanuit gaan, dat Oldenhave het er verder bij zou laten zitten. Calot kan zich beroepen op rechtsverwerking, omdat sprake is van onredelijke benadeling. Doordat Oldenhave het geschil er zo lang bij liet zitten, is Calot ernstig in de bewijsproblemen geraakt.

Hijma stelt dat de verbintenis aan de passieve zijde een species is van het genus verplichtingen. Wat bedoelt Hijma hiermee?

Een verbintenis verplicht een schuldenaar jegens de schuldeiser te presteren. Er zit aan de passieve zijde dus een actief element in. Er zijn echter vele verplichtingen, zoals het jezelf onthouden van het plegen van een onrechtmatige daad, die geen verbintenis in de zin van Boek 6 opleveren.

Er bestaat een onderscheid tussen een rechtsplicht en een verbintenis. Is dit onderscheid van belang voor de afdwingbaarheid van deze verplichtingen in rechte?

Nee - art. 3:296 BW en verder zien op alle verplichtingen. Hijma (Compendium Nederlands vermogensrecht):

'Het onderscheid tussen verbintenis en kale verplichting is niet van belang voor de afdwingbaarheid: 3:296 BW e.v. zien op alle verplichtingen.'

Betaling wordt vaak als synoniem van nakoming gebruikt. Is bij een betaling altijd sprake van nakoming?

Nee - bij nakoming wordt voldaan aan een verbintenis. Dat is bij een betaling niet noodzakelijkerwijs het geval, er kan ook sprake zijn van onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW).

Compendium, § 334.

Ingevolge art. 6:1 BW kunnen verbintenissen slechts ontstaan, voor zover dit uit de wet voortvloeit. Dient dit artikel breed of smal te worden opgevat? Noem de ontstaansbronnen voor verbintenissen.

Art. 6:1 BW dient breed te worden opgevat: voldoende is dat het ontstaan van de verbintenis op enigerlei wijze (dixit Hijma) op de wet is terug te voeren. Hijma benoemt drie ontstaansbronnen:
1. De wet zelf (eg. Onrechtmatige daad, zaakwaarneming, etc.)
2. Bronnen waarnaar de wet verwijst (de wilsverklaringen van de bij een rechtshandeling betrokken partijen, redelijkheid en billijkheid, etc.)
3. Het stelsel van de wet (voor gevallen waarin het 'toch niet zo kan zijn dat' dient bij analogie te worden aangesloten) -> Quint/De Poel

Het ontstaan van verbintenissen, Compendium Nederlands Vermogensrecht (2023/315)

Kan een tekortschietende debiteur zekerheid verkrijgen of de schuldeiser voor nakoming, schadevergoeding of ontbinding zal kiezen? Hoe? Wat is het gevolg hiervan?

Een tekortschietende debiteur kan de crediteur een redelijke termijn stellen om hem mede te delen welke van zijn bevoegdheden hij wenst uit te oefenen. Blijf een keuze uit, dan behoudt de crediteur slechts aanspraak:

a. Op de schadevergoeding waarop de tekortkoming recht geeft en, zo de verbintenis strekt tot betaling van een geldsom, op die geldsom;

b. Op ontbinding van de overeenkomst waaruit de verbintenis voortspruit, indien de schuldenaar zich erop beroept dat de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend.

Zie art. 6:88 lid 1 BW

Rechtsverlies, Compendium Nederlands Vermogensrecht (2023/333)

Geef een goede definitie van het begrip nakoming. Welk begrip wordt vaak als synoniem gebruikt? Is dat geheel zuiver?

Nakoming of voldoening is het verrichten van een prestatie die beantwoordt aan een daartoe strekkende verbintenis.

De term betaling wordt vaak als synoniem gebruikt. Dit is niet geheel zuiver omdat betaling iedere prestatie omvat, ongeacht of deze beantwoordt aan een bestaande verbintenis. Betaling komt dus niet altijd overeen met nakoming.



Begrip nakoming, Compendium Nederlands Vermogensrecht (2023/334).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo