Instaptoets
21 belangrijke vragen over Instaptoets
Aardrijkskundige namen (wel/ niet met windstreek) wel of niet met hoofdletter?
De Noord-Hollandse badplaatsen (let op het koppelteken)
Walter besefte niet dat het zo ingewikkeld zou zijn
als de klemtoon wel op de laatste lettergreep ligt krijgt de meervoud een verdubbeling van de laatste letter.
barones - barosnessen
kroket - kroketten
marionet - marionetten
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
zelfstandig naamwoorden die eindigen op is, as ,us krijgen verdubbeling van de s.
vonnis - vonissen
atlas - atlassen
cursus - cursussen
Je zet geen vraagteken na een gedachte in vraagvorm
als het eerste woord twee meervoudsuitgangen heeft dan schrijf je alleen e
gedaante - gedaanten - gedaantes = gedaanteverwisseling
groente - groenten -groentes = groentesoep
bende - benden - bendes = bendeleider
als het eerste zelfstandig naamwoord uniek is of het is een versterking van het 2e deel van het woord dan alleen e.
Koninginnedag zonneschijn
beresterk, reuzeleuk, klotewedstrijd, apetrots
samenstellingen worden aan een geschreven behalve als er een klinkerbotsing ontstaat. in dat geval koppelteken -
auto-ongeluk
politie-uniform
zo-even
Bij beperkende bijvoeglijke bijzinnen gebruik je één komma.
als een bijvoeglijknaamwoord in de overtreffende trap staat komt st(e)
beroemdste
dringendste
Haakjes en gedachtestreepjes hebben dezelfde functie... welke?
Een vraagzin die in de indirecte reden staat, dat wil zeggen: iemands woorden worden niet letterlijk herhaald, krijgt geen vraagteken.
Hoe wordt een bezit aangegeven? En hoe werkt dat met woorden die eindigen op een siskank (-s, -x, -sh)?
Wat ontleed je zoal als je taalkindig gaat ontleden?
lw, zn, bv, zw, kw, hw, vz, tw, bw, vw, ps, bz, aw, vr
Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord, hulpwerkwoord, voorzetsel, telwoord, bijwoord, voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord.
Wat ontleed je als je redekundig ontleed?
pv, ow, wwg, nwg, nwd, lv, mv, vv, bwb, bvb
bwb= bijwordelijke bepaling: deze stel je pas vast, nadat je alle eerdere stappen hebt gemaakt (=antwoord op alle vragen, behalve: aan/voor en wie/wat).
bvb= bijvoeglijke bepaling: welk(e) of wat voor + znw
Voor en/of na een aangesproken persoon hoort een komma:
Let bij het formuleren op dat je dit niet dubbelop doet.
Wat is de functie van een bijwoord?
De prijzen zijn ... (opgeslagen, opgericht of opgestoken)
Wat is de functie van een aanwijzend voornaamwoord?
Je schrijft het ipv een lidwoord: de: die/ deze en het: dit/ dat
Degene / zelf/ zo'n / zulke (mv) / dergelijke
Pv verledentijd zwak.
stam + de(n)
stam + te(n)
ik wandelde
wij wandelden
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden