Samenvatting: De Tijd Van Regenten En Vorsten
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van de tijd van regenten en vorsten
-
2 de tijd van regenten en vorsten
Dit is een preview. Er zijn 52 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Waardoor leverde de handel ook veel nijverheid op in een stad als Amsterdam?
Doordat de producten die werden aangevoerd moesten worden uitgeladen, verwerkt, vervoerd en verkocht. Dat levert veel werk op. Nijverheid is bedrijvigheid = bezig zijn. -
Welk Gewest had het meeste invloed in de Staten Generaal en hoe kwam dat?
Holland, het gewest betaalde 58% van de inkomsten van de Staten Generaal. -
Geef de exacte omschrijving van 'een regent'?
Een regent was een bestuurder. -
Geef de exacte omschrijving van 'de vroedschap'?
De vroedschap was een vertegenwoordiging van de rijkere burgers in de stadsbesturen. -
Geef de exacte omschrijving van 'een stadhouderloos tijdperk'?
Een Stadhouderloos Tijdperk was een periode in de geschiedenis van de Republiek waarin alleen in Friesland en Groningen en niet in de andere gewesten een stadhouder was. Er zijn 2 Stadhouderloze Tijdperken geweest. -
Vergelijk het patriciaat uit de tijd van regenten en vorsten met het patriciaat van Rome.
Patriciërs waren in de tijd van Rome de bestuurders. Regenten en Vorsten uit deze tijd ook. -
Waardoor vormde het patriciaat een gesloten groep?
Doordat de Gewestelijke Staten de Stadhouder gingen kiezen en de Stadhouder een groot deel van de bestuurders van de Gewestelijke Staten konden ze elkaar herkiezen. Zo bleven steeds dezelfde mensen aan de macht. -
Verklaar dat de Republiek een onduidelijk bestuur had gekregen?
Doordat de Stadhouder de bestuurders van de Gewestelijke Staten kiest zou je denken dat hij het hoogst is, maar de Stadhouder werd gekozen uit de Gewestelijke Staten. Daarom was het onduidelijk wie nou het hoogst was en dus de belangrijke beslissingen moest nemen. -
Waarom was ons land na de Tachtigjarige Oorlog anders dan andere landen in Europa?
De andere landen hadden een koning, de Republiek had er geen. -
Hoe was de gelaagdheid in de Republiek?
van boven naar beneden:- de regenten en patriciërs, 4,5 % van de bevolking, waren de bestuurders
- de gegoede burgerij.
- de kleine burgerij.
- het gewone volk. andere namen: het grauw, het gemeen en Jan Hagel. Dit was ong 75 % van de bevolking.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden