De oudheid - Aristoteles
32 belangrijke vragen over De oudheid - Aristoteles
Historisch gezien is er behalve sprake van tegenstelling en rivaliteit ook sprake van een continuiteit tussen Plato en Aristoteles. Welke (belangrijke) kritiek uit Aristoteles op Plato in zijn Etica Nicomachea?
Als het gaat om twee zaken die dierbaar zijn, is het onze heilige plicht voorrang te geven aan de werkelijkheid. Het gaat in de filosofie altijd om de Aletheia, de waarheid of werkelijkheid, niet om personen.
Er zijn in het werk van Aristoteles ook platoonse elementen die buiten zijn kritiek op Plato zijn gebleven. Welke zijn dat?
Uit de metafysica blijkt dat bij Plato de wijsgeer uiteindelijk weer moet terugkeren in de grot. Bij Aristoteles wordt benadrukt dat de wijsbegeerte omwille van zichzelf wordt beoefend.
De aard van Aristoteles' geschriften is heel anders dan die van Plato's werk. Waar Plato dialogen gebruikt, bestaat het oeuvre van Aristoteles (imponerend door omvang en veelzijdigheid) uit traktaten of uitvoerige aantekeningen daarvoor. Waarin komt het verschil nog meer tot uiting?
Aristoteles is de eerste in de geschiedenis van de Griekse wijsbegeerte die vanuit de omgangstaal, of soms dwars daarop, eigen wijsgerige termen vormt. Hij besteedt voortdurend aandacht aan de betekenis van woorden, aan de taal als instrument in de filosofie, de poezie en de retorica en aan de terminologie.
Aristoteles ontwerpt hiervoor (al in zijn jeugd) een instrumentarium (=organon, later Logica)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Aristoteles maakt bij het logisch redeneren direct een onderscheid tussen bewijsvoering en argumentatie. Wat houdt dit onderscheid in?
Bij bewijsvoering gaat het om een redenering waarvoor geldt dat de conclusie onontkoombaar volgt uit de premissen (bijv de toepassing van een algemene regel op een specifieke situatie).
Bij argumentatie is de conclusie aannemelijk. Het gaan om een conclusie met een zekere waarschijnlijkheid, maar is niet altijd waar.
Zowel bij bewijsvoering als bij argumentatie wordt gebruik gemaakt van sluitredenen (syllogismen)
Belangrijk in de leer van Aristoteles is de leer van syllogismen (sluitredenen),
Hoe werkt deze leer?
Indeling: Ieder mens is wit <-> een enkel mens is niet wit
VS. Geen mens is wit <-> een enkel mens is wit.
VB: Een papegaai is geen roofvogel
Sommige vogels zijn wel roofvogels
-> sommige vogels zijn dus geen papegaaien.
Aristoteles houdt zich ook bezig met wetenschapsleer, Hierbij volgt hij de aanpak van Euclides. Wat houdt die aanpak in en waarom ontwikkelde Aristoteles ook een theorie over definities hierdoor?
Door deze aanpak had Aristoteles ook een theorie over definities nodig
Naast de logica in engere zin en de wetenschapsleer ontwikkelde Aristoteles een theorie over definities. Wat was een belangrijk inzicht?
*S: Aristoteles heeft de logica als zelfstandige wetenschap geschapen. Wat is de basis van deze wetenschap?
*S: De Logica kent vier belangrijke elementen: Begrip, Categorie, Oordeel en Conclusie. Kun je deze vier kort toelichten?
Categorie: begrippen kunnen worden ondergebracht in steeds hogere begrippen, tot aan de oorspronkelijke of stambegrippen. Er zijn geen hogere algemene begrippen mogelijk. Volgens Aristoteles zijn er 10 categorieen: Substantie, kwantiteit, kwaliteit, relatie, plaats, tijd, toestand, hebben, werken en ondergaan.
Oordeel: begrippen worden door ons tot oordelen (in logische zin) verbonden. er zijn verschillende soorten oordelen mogelijk (bevestigend, ontkennend, algemeen, bijzonder, enkelvoudig, etc)
Conclusie: een redenering waarbij uit bepaalde vooronderstellingen iets nieuws volgt (een nieuw oordeel volgt uit andere oordelen)
*S: centraal in de conclusieleer staat het syllogisme. Dat bestaat uit 3 onderdelen, welke?
minor: een bijzondere uitspraak, de premissen
conclusie
voorbeeld: Alle mensen zijn sterfelijk (maior), Socrates is een mens (minor), dus Socrates is sterfelijk (conclusie)
*S: Juist of onjuist?
Conclusies worden samengevoegd tot bewijzen. Bewijs is de (logisch) noodzakelijke afleiding van een stelling uit andere stellingen dmv een reeks conclusies
de grens van de stellingen wordt gevormd door algemene stellingen. Aristotels formuleert hier het beginsel van de tegenspraak: Wat is kan niet tegelijk en in hetzelfde opzicht niet-zijn.
*S: Wat is het verschil tussen Plato en Aristoteles ten aanzien van zintuiglijke waarnemingen?
*S: Wat wordt verstaan onder de teleologische natuurverklaring van Aristoteles?
Hij beschrijft dit in zijn theoretische fysica, waarin grondbegrippen als ruimte, tijd, materie, oorzaak en beweging behandeld worden
*S Aristoteles gaat uit van een trapsgewijze opbouw van de levende natuur. Wat kenmerkt de levende natuur?
Trap organisch leven:
- planten -> voeding en voortplanting -> voedende of plantenziel
- dieren -> + zintuiglijke waarneming en plaatsveranderingen -> waarnemende of dierlijke ziel
- mensen + vermogen tot denken -> denkende of menselijke ziel
De hogere ziel kan niet zonder de lage ziel bestaan
*S: Aristoteles formuleert 4 oorzaken van het Zijnde, welke?
- causa formalis -> de vorm (de vorm van de schaal)
- causa effciens -> de werkoorzaak (de zilversmid, de maker)
- causa finalis -> het waarvoor, de doeloorzaak (de bestemming van de schaal bij de handeling van het offer)
*S: Juist of onjuist:
Zekere kennis kan ook betrekking hebben op toevallige en veranderlijke verschijnselen.
Zekere kennis kan GEEN betrekking hebben op toevallige en veranderlijke verschijnselen. Zekere kennis heeft alleen betrekking op het noodzakelijke en het onveranderlijke.
*S Volgens Aristoteles ligt de deugd in de volmaaktheid, de hoogste perfectie van de redelijkheid. Welke 2 soorten deugden onderscheid Aristoteles?
- Dianoetische deugden - het cultiveren en vervolmaken van de rede zelf
Wat houdt Ousia in bij Plato?
Wat houdt Ousia in bij Aristoteles?
Bij Aristoteles is ousia vooreerst in logische zin het onderwerp van het predicaat, dat waaraan door een uitspraak eigenschappen worden toegekend.
Wat houdt het begrip 'to ti en einai' in bij Aristoteles?
Het zijnde als zijnde is voorwerp van de filosofie van Aristoteles (metafysica). Wat houdt dit in?
Het denken richt zich dus op iets waardoor het altijd genormeerd blijft en waarmee het nooit kan samenvallen als met een eigen product. Het zijnde als zijnde is transcedent.
Wat houdt het begrip Hupokeimenon in?
- ten grondslag liggen
- subject of subtraat (in een ontologische betekenis)
Wat is de verhouding tussen Dunamis en energeia (of potenta en actus)?
Verwerkelijking is het feitelijk aanwezig zijn van iets op een andere manier dan wij aanduiden als 'in vermogen'. bijvoorbeeld een beeld dat al in het hout aanwezig is. Het gaat om dingen die zich verhouden als het bouwende tot het bouwkundige: het ene deel de verwerkelijking, het andere het mogelijke.
Wat houdt het begrip Acualité in (18e eeuw)?
Wat wordt er bij Aristoteles onder metafysica begrepen?
Het is echter niet de wereld 'achter' de verschijnselen.
Aristoteles had belangstelling voor alle vormen van leven. Wat is het verband tussen leven en het begrip entelecheia?
Wat houdt de teleologische visie van Aristoteles in?
De TELOS (voltooiing) van elk ding is gebonden aan zijn soort. Toch is hier een uitzondering op, welke?
Alle mensen verlangen van nature naar kennis. In de kennis is de ziel in zekere zin alles. De kennis waarin dit bij uitstek wordt gerealiseerd, is de filosofie, de kennis van de eerste oorzaken, die omwille van haarzelf wordt nagestreefd en culmineert in de belangeloze aanschouwing van het zijnde als zijnde.
Wat is de basisgedachte bij de theorie van aristoteles (hoe hangen de verschillende begrippen nu eigenlijk samen?
de eerster voleindign of verwerkelijking heet de ziel (anima). De ziel kan slapen (symbool voor het latent aanwezige) of de ziel kan wakker zijn (symbool van entelecheia, voltooiing) en symbool voor de theooria (het aanschouwen van het zijnde als Zijnde)
Leg de volgende stelling uit:
Volgens Aristoteles is geluk een vorm van energeia, van werkelijkheid niet van activiteit.
Ethiek wordt voor Aristoteles bepaalt door zijn opvatting over TELOS, ENTELECHEIA en het OIKEION. Hoe ziet die opvatting er dan uit?
Volgens Aristoteles is redelijkheid de garantie voor een beschouwelijke vorm van geluk. Hij legt de nadruk op dianoetische, verstandelijke deugden als wijsheid en matiging. Bovendien is kennis een onmisbare voorwaarde.
Wat is het verschil in opvatting tussen Plato en Aristoteles met betrekking tot het begrip Ousia?
Aristoteles koppelt dit aan de vorm. De vorm is het oerbeeld van een ding, de vorm bepaalt het zijn van de materie.
Bij Plato is het idee het wezenlijke, Afzonderlijke dingen zijn slechts nabootsingen van de werkelijkheid. Het wezenlijke maakt geen deel uit van de afzonderlijke dingen
Bij Aristoteles zit het algemene, het wezenlijke IN de dingen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden