Samenvatting: De Wabo In De Praktijk 2011 ... | 9789013068757 | J H G van den Broek, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van De Wabo in de praktijk 2011 : juridische leidraad bij de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht | 9789013068757 | J.H.G. van den Broek, M.J. Dresden.

• 2 Deel II Omgevingsvergunning

• 2.4 H4 Aanvraag

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Relatie H4 tot boek Wabo?

  De omgevingsvergunning betreft een belangrijk instrument in de RO en uit de Wabo, de aanvraag betreft het startpunt.

• 4.1  Wie en wat bepaalt de aanvraag?

  De burger of het bedrijf dat een project uit wil voeren, bepaalt wanneer en voor welke activiteiten de aanvraag wordt ingediend. De eis van onlosmakelijkheid houdt in dat alle onlosmakelijk samenhangende activiteiten deel uit moeten maken van de aanvraag. Het BG heeft de verantwoordelijkheid te controleren of de aanvraag compleet is. En bij combi bouwen en strijdig planologisch gebruik geldt dankzij art 2.10 dat bij aanvraag activiteiten bouwen automatisch als aanvraag strijdig gebruik wordt aangemerkt.

• 4.3  Hoe kan de aanvraag ingediend worden?

  Aanvraag kan schriftelijk en digitaal via OLO (OmgevingsLoketOnline). In afwijking van de Awb kan dit dus ook digitaal. Voor digitale ontvangst zijn normen gesteld in de Wet elektronisch bestuurlijk verkeer mbt betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid.
  

• 4.4  Hoe kunnen leges geheven worden?

  Rechtsbasis legesheffing: art 229 Gw en 223 Pw. De kostenopbouw dient wel transparant te zijn (middels een opgestelde model). Uitzondering is heffen leges bij aanvraag oprichting inrichting (art 2.1 lid 1 onder e Wabo), zie art 2.9a lid 1 Wabo ('milieuactiviteiten'). In art 2.9a lid 2 Wabo is een bepaling opgenomen dat voor invorderen leges eerst besluit genomen moet zijn over vml projectbesluit/art 2.12 lid 1 onder a onder 3: afwijken BP.

• 2.6 H6 Behandeling van de aanvraag

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.6
  Laat hier meer flashcards zien

• Relatie H6 tot boek Wabo?

  Het BG moet op een bepaalde manier omgaan met een aanvraag van een OV, wat een instrument is uit de Wabo en de RO.

• 6.1  Bij wie moet de aanvraag worden ingediend?

  De hoofdregel is dat de aanvraag wordt ingediend bij de B&W van de gemeente waar het project in hoofdzaak zal worden uitgevoerd. Ook kan het BG de minister of GS zijn. Dan kan het rechtstreeks daarheen. B&W heeft de doorzendplicht, indien een ander B&W of ander BG de ontvanger moet zijn (art 2:3 Awb).

• 6.2 Wie zendt een bewijs van ontvangst en een bericht van ontvangst?

  Het bestuursorgaan waar de aanvraag is ingediend, geeft een bewijs van ontvangst met de ontvangstdatum af (hoeft dus niet het BG te zijn). Vanaf deze datum begint de beslistermijn voor het nemen van een beslissing op de aanvraag. Via OLO wordt deze per ommegaande verzonden. Het BG verzend de aanvrager een bericht van ontvangst met daarin een vast aantal op te nemen gegevens (zoals wie BG is, voorbereidingsprocedure, beslistermijn, rechtsmiddelen etc).

• 6.3  Hoe vindt de beoordeling op volledigheid plaats?

  Via OLO zal de aanvraag doorgaans volledig zijn. Per post ingediende aanvragen moeten gecontroleerd worden. Middels art 4:15 Awb moet de aanvrager de aanvraag aanvullen, evt via 4:5 Awb kan BG besluiten de aanvraag niet verder in behandeling te nemen.

• 6.5 Wanneer kan er sprake zijn van aanhouding en welke aanhoudingsregelingen zijn er?

  Aanhouding is aan de orde als er geen grond is de omgevingsvergunning te weigeren, maar er redenen zijn de vergunning (nog) niet te verlenen. In geval van artt 3.3 en 3.5 Wabo is er sprake van verplichte aanhouding, bij art 3.4 Wabo is sprake van een bevoegdheid. De vier redenen voor aanhouding:

  1. Voorbereidingsbesluit of bestemmingsplan
  2. Voorbereiding beschermd stads- of dorpsgezicht
  3. Slopen
  4. Exploitatieplan

• 6.6  Wanneer kan de Wet Bibob ingezet worden?

  Bij de activiteiten bouwen of bij het oprichten/veranderen van een inrichting kan het BG een toets ikv Wet Bibob uitvoeren, ze heeft hierbij beleidsvrijheid.