Samenvatting: De Wereld In Met Aardrijkskunde - Vakinhoud | 9789046907146 | Anouk Adang, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van De wereld in met aardrijkskunde - vakinhoud | 9789046907146 | Anouk Adang & Marian Blankman
-
1 Systeem aarde
-
1.1 De aarde als systeem
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen aarde en wereld?
Aarde beslaat de planeet en de fysieke kenmerken ervan. De wereld beslaat het geheel aan mensen en samenlevingen. -
1.2 Plaatsbepaling op aarde
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen relatieve en absolute ligging?
Bij de relatieve ligging wordt verwezen naar de ligging ten opzichte van andere plaatsen. Bij absolute ligging worden de geografische coördinaten gebruikt om de ligging ten opzichte van de evenaar (Noorder- en zuiderbreedte) en de nulmeridiaan (ooster- en westerlengte) aan te geven. -
1.3 De aarde in het zonnestelsel
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Op welke manieren zijn de bewegingen in het zonnestelsel op aarde merkbaar?
-aardrotatie in eenetmaal : hierdoor ontstaat het verschil tussen dag en nacht, dit loopt dus niet in elk land gelijk.
- in een jaar draait de aarde een rondje om de zon, doordat de aarde een beetje schuin staat (23,5 C) vallen de zonnestralen niet altijdloodrecht op deevenaar . Zo ontstaan de seizoenen. Op hoge breedte is er door deschuine stand van de aarde een verschil in de duur van dag en nacht en ontstaat demidzomernacht en depoolnacht .
- de getijden ontstaan door de aantrekkingskracht van de maan. (zie blz. 17) -
2 Klimaten
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
2.2 Neerslag
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer is er sprake van een korte waterkringloop?
Als het verdampen, condenseren en neerslag allemaal boven zee plaats vinden. Als het eerst naar het land vervoert wordt en vervolgens weer via de rivieren in zee terecht komt, is er sprake van een lange waterkringloop. -
2.3 Wind
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn hoge- en lagedrukgebieden?
Een lagedrukgebied ontstaat als er veel stijgende lucht is waardoor de luchtdruk aan het oppervlak daalt en er een tekort aan lucht ontstaat.
In een hogedrukgebied is het juist andersom en zoekt de lucht een uitweg naar een lagedrukgebied. Nooit andersom. -
Welke twee vormen van storm zijn er?
1. Een orkaan. Boven warm water van ten minste 27 graden. Warme lucht stijgt snel op en er is een groot lagedrukgebied met grote stapelwolken. De wind rondom de depressie gaat ronddraaien en zo ontstaat een orkaan. Boven het land neemt de orkaan vaak af doordat er geen lucht meer opstijgt,
2. Een tornado. Ontstaan bij de botsing van koude en warme lucht. -
Wat is een windsysteem? Welke twee factoren zorgen voor vrij constante windsystemen?
Overheersende windrichtingen door min of meer vaste hoge- en lagedrukgebieden.- factor 1: de voortdurende hoge temperatuur rondom de evenaar door de loodrechte zonnestand. Hierdoor is daar altijd sprake van een lagedrukgebied. En bij de polen is het altijd koud dus daar is een hogedrukgebied. Hiertussen wisselen ze elkaar af.
- factor 2: afwijking van de winden door het draaien van de aarde om haar as. Corioliseffect: wind op noordelijk halfrond buigt af naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links.
-
2.4 Klimaat- en landschapzones
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn tropische klimaten?
Ze worden onderscheiden op basis van neerslag.- tropisch regenwoudklimaat
- savanneklimaat
- steppeklimaat
- woestijnklimaat
-
Wat zijn de gematigde klimaten (subtropen)?
Ze worden bepaald op basis van de gemiddelde zomer- of wintertemperatuur.- Middellandse Zeeklimaat/mediterraan klimaat
- gematigd zeeklimaat/maritiem klimaat
- landklimaat/continentaal klimaat
-
2.5 klimaatverandering
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.5
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de functie van het natuurlijk broeikaseffect?
De broeikasgassen in de atmosfeer laten zonnestralen door richting de aarde, maar houden de warmte vast nadat de zonnestralen het aardoppervlak hebben bereikt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden