Klimaarverandering - Natuurlijke schommelingen

6 belangrijke vragen over Klimaarverandering - Natuurlijke schommelingen

Wanneer is zijn de grootste kansen op een ijstijd?

- als de zon niet in het midden van de baan van de aarde staat
- het noordelijk halfrond naar de zon wijst op het moment dat de aarde het verst van de zon staat
- de hoek van de aardas is klein

Wat zijn de zelf-versterkende effecten?

- Het grote witte oppervlak weerkaatst zonlicht. Die afkaatsing noemen we albedo. De albedo zorgt ervoor dat minder zonlicht absorbeert, zodat het nog kouder word
- in koud water kan meer co2 oplossen dan in warm water. Als de oceanen afkoelen nemen zijn mee co2 op. Er zit dan minder co2 in de lucht. En het broeikas effect neemt af
- doordat de grond rond de noordpool bevriest, worden plantenresten in de grond niet meer afgebroken. Alle koolstof die in deze plantenresten is opgeslagen, komt daardoor niet in de atmosfeer.

Wat is de eerste afwijking van lucht circulatie?

bij de evenaar zorgt de warme lucht voor lage druk en veel neerslag. Bij het aardoppervlak waait de wind vanaf de 30e breedtegraad naar de evenaar toe maar de warme lucht stroomt hoog in de atmosfeer juist van de evenaar weg.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de derde afwijking van lucht circulatie?

Bij de polen zorgt de kou voor een zeeeer hoge luchtdruk. De hoge druk gebieden stuwen de wind vanaf de polen naar de gematigde zones. Boven in de atmosfeer wordt nieuwe lucht aangezogen.

Wat is de vierde afwijking van luchtcirculatie?

De lucht die boven die boven het aardoppervlak vanaf de polen naar de gematigde zones stroomt wordt steeds warmer. Als de lucht warm genoeg is kan deze opstijgen en daarom is er rond de 60 breedtgraad veel lagedrukgebieden. Boven de atmosfeer stroomt de lucht weer terug richting de polen. Dit betekent dus een voorsturende lucht circulatie.

Wat is de vijfde afwijking van lucht circulatie?

- Door de luchtcirculaties ontstaan er veel lagedruk rond de 60e graad en hoge druk rond de 30e graad. Daardoor ontstaat er ook een luchtstroom van de 30e naar de 60e. Deze stroom is minder sterk dan de luchtcirculatie bij de polen en de evenaar.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo