Samenvatting: De Wet Inkomstenbelasting 2001 / 2013 Met Hoofdzaken Loonbelasting | 9789012391764 | R E C M Niessen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van De wet inkomstenbelasting 2001 / 2013 met hoofdzaken loonbelasting | 9789012391764 | R.E.C.M. Niessen
-
1 Inleiding
-
1.1 De totstandkoming van de Wet
-
Wanneer gaan de fiscale wetgevingspakketten in van 'Prinsjesdag'?
Deze pakketten gaan meestal in op het daaropvolgende kalenderjaar.
-
1.2 Systeem van de belasting
-
Wat behandelen we in hoofdstuk 2-4 van het boek?
Het systeem van inkomstenbelasting
-
1.3 Inkomen in box 1
-
Wat voor soort ondernemingen vallen in box ?
O.a. eenmanszaken en v.o.f.
-
Waarom zijn loonbelasting en inkomstenbelasting zo sterk met elkaar verweven?
Door de loonbelasting wordt doormiddel van de werkgever in eerste instantie een deel ingehouden. Dit wordt later met de inkomstenbelasting verrekent.
-
1.4 Persoonsgebonden aftrek
-
Op welke box heeft de persoonsgebonden aftrek betrekking?
In beginsel kan het in mindering worden gebracht op het fiscale vermogen in elk van de drie boxen. Het wordt echter meestal ten laste gelegd op inkomen uit box 1.
-
Wat betekent persoonlijke aard?
Aftrekposten die niet direct verbonden zijn met de verwerving van inkomsten. Denk aan alimentatie, bepaalde ziektekosten en giften aan 'goede doelen'.
-
1.5 Inkomen in box 2
-
Wanneer is iemand grootaandeelhouder en welk gevolg heeft dit?
Indien iemand 5% van de aandelen heeft is hij aan te merken als grootaandeelhouder. Dit heeft tot gevolg dat hij wordt belast op 25% (specifiëren later).
-
Hoe wordt de aanmerkelijkbelanghouder aangeslagen indien hij vermogensbestanddelen ter beschikking stelt aan 'zijn' bv?
Hij wordt dan aangeslagen in box 1.
-
1.6 Inkomen in box 3
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.6
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het gevolg van dit forfait?
Er wordt een vast voordeel veronderstelt, ongeacht de werkelijk baten, en het houdt tevens in dat de kosten van de vermogensopbrengsten niet meer mogen worden afgetrokken.
-
1.7 Internationale aspecten
-
Wat betekent 'buitenlandse belastingplicht'?
Dit betekent dat natuurlijke personen, die niet in Nederland wonen, worden belast indien zij opbrengst genieten uit een of meer van een tamelijk beperkt aantal 'Nederlandse' bronnen van inkomen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden