Samenvatting: De Wet Inkomstenbelasting 2001 Met Hoofdzaken Loonbelasting | 9789012408936 | Christiaan Gerrit Dijkstra, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van De Wet inkomstenbelasting 2001 met hoofdzaken loonbelasting | 9789012408936 | Christiaan Gerrit Dijkstra; Gerard Theodora Karel Meussen
-
4 Subject, tarief en heffingskorting
-
4.2.1 Wereldinkomen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom moeten binnenlandse belastingplichtigen over hun wereldinkomen belasting betalen?
Omdat ze krachtens inwonerschap belastingplichtig zijn. -
4.2.3 Wonen in Nederland
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke landen worden fiscaal tot NL gerekend?
Alleen het NL in Europa. (art. 2 lid 3 sub d AWR) -
Wat is het algemene uitgangspunt om te bepalen waar iemand woont?
Art. 4 AWR omstandigheden. Maar algemene regel: voor natuurlijke personen is beslissend waar het middelpunt van het sociale leven van de belastingplichtige is gelegen. -
Wat zijn factoren om te bepalen waar het sociale leven van een belastingplichtige is?
- waar is de vaste woning
- waar woont gezin en gaan kinderen naar school
- waar verricht hij werkzaamheden -
4.2.4 Woonplaatsficties
-
Waar zijn de woonplaatsficties geregeld?
Art. 2.2 Wet inkomstenbelasting 2001 -
4.4.2 Inkomenstoerekening bij partners
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.4.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het uitgangspunt van de inkomenstoerekening bij partners?
Het uitgangspunt is art. 2.17 lid 1 IB 2001. Inkomsten worden belast bij degene die ze heeft verdiend, aftrekposten komen terecht in het inkomen van degene die ze verschuldigd is geweest. -
4.4.3 Partners
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.4.3
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe is het partnerbegrip in de belastingwetgeving geregeld?
In de AWR staat het 'basispartnerbegrip'. Deze is geldend voor alle belastingwetten. Vervolgens kan dit begrip in aparte wetten worden uitgebreid of aangevuld. -
Welke drie categorieën kent de AWR voor het basispartnerbegrip?
Art. 5a AWR
1. Gehuwden die niet van tafel en bed gescheiden zijn en inwoner van NL zijn.
2. Geregistreerde partners worden geheel conform gehuwden behandeld.
3. Meerderjarige ongehuwde samenwoners die een notarieel samenlevingscontract zijn aangegaan EN staan ingeschreven op zelfde adres. (moeten ook NL-inwoner zijn) -
Wat doet art. 1.2 IB 2001 met het partnerbegrip uit art. 5a AWR?
Uitbreiding! Voegt een categorie toe voor ongehuwd samenwonende. -
Vallen adoptie- en pleegkinderen onder het criterium 'van het hebben van een gezamenlijk kind'?
Nee, dus ouders worden op grond hiervan geen partners. Maar onder de voorwaarden die gelden kunnen ze wel partners worden via criterium 'samengestelde gezinnen'.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden