Samenvatting: De Zintuigen

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 22 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van De zintuigen

  • 1 De zintuigen

  • 1.1.2 De anatomie rond het oog

  • Wat bevind er zich allemaal rond het oog

    Oogleden met wimpers
    • Beschermen oog tegen stof en vreemde voorwerpen
    Zweet en talkliertjes
    • Binnenzijde met slijmvlies bedekt = conjunctiva met lokale afweer
    Traanklier
    • Tranen produceren
    • • Onder het bovenste ooglid en aan 3de ooglid
    • Bevochtigen van hoornvlies/cornea
    • Bacteriostatisch
    Traankanaal mediale ooghoek naar neusholte
    3de ooglid
    • Halvemaanvormige plooi
    • Verborgen onder onderste ooglid
    • Rol : ruitenwisser
  • 1.1.4 Kleurenzicht, receptoren en Dichromatic

  • Wat versta je onder kleurenzicht bij de hond


    Twee types receptoren
    • • 97% staafjes(beter voor licht te vangen) = lichtgevoelig
    • • 3% kegels (beter voor details te zien)
    Dichromatic zicht: blauw en geel
    • • paars en blauw: blauwachtig
    • groen-geel-rood: geelachtig
    • ertussen: wit of grijs

    De mens ziet 3 kleuren, de hond 2 (geen rood)
  • 1.1.7 Omschrijf de verschillende visuele velden

  • Het visueel veld van de hond hangt af van

    Binoculair zicht (overlappen zicht van beide ogen) is breder

    bij mens
    • Lange snuit : fijner zicht

    • Korte snuit : komt overeen met het zicht van de mens

    Wel rasafhankelijk

  • 1.1.8 Conslusie zicht van de hond

  • Het zicht van de hond samengevat

    Enkel geel en blauw, geen rood: geel-wit grijs-blauwachtig zicht
    • minder scherp dichtbij en ver
    • beter in detecteren van beweging
    breder gezichtsveld
    • minder binoculair zicht
    • beter zicht in het donker
    • veel verschillen tussen rassen
  • 1.2.1.1 Het uitwendig oor

  • Wat weet je over het uitwendige oor

    1. Oorschelp
    • flexibel kraakbeen met daarover huid
    • bloedvaten in de rand
    • kunnen elk afzonderlijk bewegen door spieren basis
    • geluidsantenne

    Een schrompeloor: bij bloed in het oor

    1. Gerhoorgang
    • een open kraakbenig kanaal bedekt met een dun stukje huid
    • eerst verticaal dan horizontaal
    1. Trommelvlies
    • dunne membraan dat trilt door geluidsgolven
    • zet geluid over naar gehoorbeentjes
  • 1.2.1.3 Het binnenoor

  • Uit welke 2 buizensystemen bestaat het binnenoor


    Twee buizensystemen
    1. Cochlea of het slakkenhuis
    • overdracht van geluidsgolven via de gehoorzenuw naar de hersenen
    • het orgaan van Corti : echt receptorieel gehoor: haarcellen verbonden met zenuwcellen

    1. De semi-circulaire kanalen
    • voorzien van kleine haartjes
    • nemen de positie van de kop waar
    • algemene evenwichtsgevoel van het lichaam
  • 1.2.2 Waarom zijn de meeste hondenoren gezond

  • Wat zijn de predisponerende/voorkomende factoren voor Otitis


    De anatomie van het oor kan hier een rol spelen:
    • hangoren
    • sterk behaarde concave (binnenkant) pinnae (oorschelp)
    • haar in de gehoorgang
    • stenose (vernauwing) van de gerhoorgang

    Ras
    Immunosuppressiva: onderdrukkers van het afweersysteem
    Overmatig reinigen met water/cleaners op waterbasis
    Trimmen
    • epileren van haren in de gehoorgang
    • trauma door reinigen
    Zwemmen
  • 1.2.3 Hoe oorzalf toedienen

  • Hoe dien je heb best zalf toe in het oor


    Het oor heeft een bocht van 45° dus moet je geen schrik hebben om de trommelvlies te beschadigen
    Als je weerstand voelt bij het inbrengen van de zalf is dit niet ok
    Het oor niet masseren na het inbrengen van de zalf
  • 1.2.4.1 De frequentie

  • Wat is het verschil in gehoorfrequentie tussen hond en mens

    • De hond: 41-44000 Hz
    • De mens: 31-17600Hz
    • Dit loopt dus vrij gelijk voor lage tonen maar de hond is veel gevoeliger aan hoge tonen
    • toch is de beste hoorfrequentie bij de hond lager:
      • de hond : 4000Hz
      • de mens: 8000Hz
  • 1.2.4.2 Geluid lokaliseren

  • Hoe is de verhouding tussen mens en hond bij het lokaliseren van geluid

    • de hond heeft beweeglijkere oren die kunnen draaien naar de bron van het geluid
    • toch kan de mens preciezer zeggen waar het geluid vandaan komt
    • Hoekprecisie :
      • mens: 1.3°
      • hond : 8°
    • de hond onderscheid heel goed verschillende geluiden
      • kan makkelijk de woorden onderscheiden
      • hierbij spelen toon en gebaren een belangrijke rol
    • het begin van een woord is belangrijk voor een hond
      • verandering op het einde is minder verwarrend
    • oproepen hond:
      • beter resultaat met hoge, korte oplopende tonen
    • Klassieke muziek lijkt kalmerend effect te hebben
LET OP!!! Er zijn slechts 22 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart