Samenvatting: Deeltoets 4 Aanvullingen Uit College
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Deeltoets 4 aanvullingen uit college
-
1 Deeltoets 4 colleges
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
College 1Klassieke Statistiek: - Wat is de def. van de p-waarde?- Wat is de def. van een betrouwbaarheidsinterval? - Waarom voelt de def. van een betrouwbaarheidsinterval tegen intuïtief?
- P-waarde: De kans op een bepaalde waarde of extremer gegeven H0 waar is. (Ronald Fisher) Verder rapporteer je de effectsize en betrouwbaarheidsinterval.
- Betrouwbaarheidsinterval: een X% betrouwbaarheidsinterval voor een parameter is een interval (L,U) voortgebracht door een algoritme dat bij herhaald gebruik een X% kans heeft om de ware waarde te omsluiten.
- De definitie voelt tegen intuïtief omdat een betrouwbaarheid bij herhaling van het experiment niets zegt over de betrouwbaarheid van 1 experiment, alleen over de procedure. -
College 1Bayesiaanse Statisitek:- definitie van kans Frequentisme- definitie van kans Bayes
- Kans Frequentisme: De proportie van voorkomen als een bepaald experiment oneindig vaak herhaald wordt.
- Kans Bayes: Subjectieve waarschijnlijkheid. Kans bestaat niet, er is alleen onzekerheid en die onzekerheid moet op een verantwoorde manier worden gekwantificeerd. -
College 2Bayesiaanse Statistiek: - Voordelen Bayes (3)
- geeft een inschatting van evidentie zonder alles of niets beslissing af te dwingen
- staat toe de evidentie te monitoren tijdens data collectie
- maakt onderscheid tussen ‘de data ondersteunen H0’ en ‘de data zijn niet informatief’. -
College 3 - Verschil Dimensioneel en Typologisch- 2 soorten theorie
- Verschil dimensioneel en typologisch: Dimensioneel: kwantitatieve verschillen, met arbitraire grenswaarde
Typologisch: kwalitatieve verschillen, met aparte subgroepen.
- 1. kwantitatief, continu, dimensioneel, gradueel
2. kwalitatief, discreet, typologie -
College 3- redenen voor typologisch onderzoek
-discrete oorzaak:
oBeschadigingen (hersenletsel (na herseninfarct))
ogenetisch (gen wel of niet aanwezig ( Williams syndroom))
oomgeving (schooltype)
-Discrete oorzaak niet altijd nodig!:
-->Complexe systemen -
College 3Complexe modellen:- Fase transities- 2 Criteria
- Fasetransities: In de natuurwetenschappen wordt vele onderzoek gedaan naar: fase overgangen, instortingen, celdelingen etc. Hiervoor zijn modellen en technieken ontwikkeld die ook toepasbaar zijn in de sociale wetenschap.
- Criteria voor fase transities:1. Bimodaliteit: In precies dezelfde omstandigheden kan het systeem zich in 2 elkaar uitsluitende toestanden bevinden
2. Hysteresis: Wanneer de sprong plaatsvindt hangt af van de geschiedenis van het systeem de richting waarin de onafhankelijke variabelen veranderen.
Voorbeelden criteria onderzoek: Multistabiele perceptie: hysteresis van een schijnbare beweging (balletjes uit college die horizontaal/ verticaal lijken te bewegen) -
College 3- Mixure modellen- Latente klasse modellen
- Mixure modellen: De verdeling van data (bijv. lengte) wordt niet beschreven door een verdeling (bijv. normaal) maar door een geworden som van verdelingen. (meerdere normaalverdelingen door subgroepen)
- Latente klasse model: Niet geobserveerde discrete latente variabelen: latente klassen
Kans op elke mogelijke mogelijkheid berekenen, bekijk of dit overeen komt met de verwachte data. Berekent hoeveel klassen er nodig zijn om de verwachting overeen te laten komen met de observatie. -
College 3Nieuwe ontwikkelingen (2)
1. Combinatie van typologische met dimensionele modellen: eerst kwalitatieve indeling in klassen en dan kwantitatieve dimensionele analyse binnen klassen.
Bijvoorbeeld: item-responsemodellen binnen latente klassen (mixed IRT model); Factor modellen binnen mixture componenten: mixture factor model
2. Hysterese is een doorsnede van de cusp catastrophe.
cusp catastrophe: beschrijving van fasetrasitie. Achteraan het figuur = geleidelijke gevallen; vooraan het figuur= discreet
Het verschil of tussen iets dimensioneels of typologisch is, is dimensioneel! Voorbeeld visitekaartje -
College 4Netwerkenmodellen: - Voordeel t.o.v. andere modellen - Opbouw model - Twee soorten aanpak
- Voordeel netwerkmodellen: We observeren vaak in de werkelijkheid dat symptomen onderling causale relaties hebben, deze worden in de andere modellen niet meegenomen.
- Opbouw netwerkmodellen: Bestaat uit knopen(nodes) en verbindingen (edges), in psychopathalogie zijn knopen symptomen en verbindingen invloeden.
- Twee aanpakken:
1. globale netwerk analyze: kijkt naar de gehele structuur
2. locale netwerk analyze: kijkt naat de verschillen tussen knopen in termen van belang, centraliteit, meeste connecties etc. -
College 4Diagnostische netwerken: - opbouw - kritiek
- Opbouw: Kijken naar alle symptomen als knopen. Er wordt een verbinding tussen de knopen getrokken als ze samen bij de diagnose van een stoornis horen. Laat zien hoe comorbiditeit ontstaat.
- Maar: verklaard nog niet hoe gemeenschappelijke symptomen kunnen leiden tot enkele knopen. (bijv. depressie samen kan gaan met een gegeneraliseerde angststoornis)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden