Burgerlijk procesrecht, de gedaagde zonder bekende woonplaats of in het buitenland
36 belangrijke vragen over Burgerlijk procesrecht, de gedaagde zonder bekende woonplaats of in het buitenland
Waar vind je de artikelen omtrent betekening zonder bekende woon- of verblijfplaats in NL?
Wat de historische ontwikkeling van het internationale deel van deze regelgeving betreft, kunnen we drie aspecten onderscheiden:
2. het aspect van de organisatie van de rechtshulp bij de kennisgeving
3. het aspect van het waarborgen van het recht op verdediging
Bij de oproeping van een onvindbare/buitenland gevestigde is het van belang een onderscheid te maken tussen enerzijds ... en anderzijds ...
de kennisgeving van het feit dat een dagvaarding is uitgebracht en van de inhoud van de dagvaarding.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welk recht beheerst de betekening bij een internationale betekening?
De nationale regeling inzake betekening van een dagvaarding aan een partij die geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft, onderscheidt twee gevallen:
- het geval dat de gedaagde wel een bekende woon- of verblijfplaats in het buitenland heeft
Tussen welke twee soorten openbare betekeningen maakt art. 54 Rv onderscheid?
Hieronder vallen o.a. de dagvaarding of een (nadere) oproeping van een partij die al wel is gedagvaard maar niet is verschenen ter terechtzitting.
- de aktes niet ter inleiding van een rechtsgeding
Hieronder valt de betekening van een eindvonnis met bevel tot betaling.
De dagvaarding in hoger beroep en in cassatie kan, ook indien de geïntimeerde respectievelijk verweerder in cassatie geen bekende woon- of verblijfplaats in NL heeft, betekend worden aan ...
Nederland is partij bij drie multilaterale verdragen:
HBV
Verdrag van 1954.
Het Haags Verdrag (Rechtsvorderingsverdrag 1954) kent drie wegen van kennisgeving:
- diplomatieke weg
- rechtstreekse weg (deurwaarder - deurwaarder), alleen mogelijk indien verdragstaten dat bilateraal hebben afgesproken
Hoeveel afschriften zijn te laten bij een betekening op grond van het Rechtsvorderingsverdrag 1954?
Wat is het nut van het tweede afschrift dat naar de buitenlandse autoriteit wordt gezonden?
Wat wordt onder het Rechtsvorderingsverdrag 1954 met een eenvoudige afgifte bedoeld? Welk risico kleeft hieraan?
- De verzoeker neemt wel een risico, want degene die het stuk in het buitenland aan de gedaagde uitreikt, moet hem wijzen op zijn rechten (waaronder dat van weigering in verband met uitreiking zonder vertaling). Dat de gedaagde daarbij chicaneus handelt omdat hij de aangeboden taal wel begrijpt, is niet relevant voor de uitreiking.
De eiser kan, naast eenvoudige afgifte (o.g.v. art. 2, Rechtsvorderingsverdrag 1954) ook kiezen voor de toepassing van het nationale recht van de aangezochte staan dan wel een bijzondere door de eiser gewenste vorm, bijvoorbeeld uitreiking enkel aan de betrokkene zelf. Wat is hiervoor vereist en wat is hier het voordeel van?
Waar staat het HBV (1965) voor?
Wat maakt het HBV speciaal? En welke doelen heeft het?
- het scheppen van een snellere en efficiëntere weg van kennisgeving
- het scheppen van waarborgen voor het recht op verdediging
Hoe verwezenlijkt het HBV de doelen die ze stelt?
- door twee wegen; enerzijds via het aanwijzen van een Centrale Autoriteit (art. 2 t/m 7).
anderzijds buiten de Centrale Autoriteit om
2. het scheppen van waarborgen voor het recht op verdediging
- dit gebeurt door verstekverlening te verbieden indien niet vaststaat dat de kennisgeving van het stuk aan degene voor wie het bestemd is rechtmatig en tijdig heeft plaatsgevonden (art. 15) en door de mogelijkheid van verlening van deze termijn voor verzet (art. 16)
Wat maakt art. 15 en en 16 van HBV zo speciaal?
Wat het waarborgen van het recht op verdediging betreft, kent het Verdrag twee bijzondere voorzieningen:
- de tweede voorziening ter waarborging van het recht op verdediging betreft de mogelijkheid van verlening van de termijn voor verzet (art. 16)
Hoe verloopt de weg van kennisgeving via de Centrale Autoriteit?
Een aanvraag tot kennisgeving aan de Centrale Autoriteit wordt gedaan op een modelformulier en dient uit te gaan van 'de daartoe bevoegde autoriteit of deurwaarder' (art. 3).
De parketten hebben een 'telefoonboek' met adressen gekregen voor in het buitenland gevestigde autoriteiten.
Kennisgeving op last van de Centrale Autoriteit kan op drie wijzen plaatsvinden. Waar vind je deze terug?
lid 1 sub a, b en lid 2
Waar ligt de waarborging van het recht op verdediging verankerd?
De rechter moet zijn beslissing tot verstelverlening voor zich houden totdat is gebleken dat kennisgeving overeenkomstig het Verdrag heeft plaatsgevonden en dat deze kennisgeving zo tijdig is geschied dat de gedaagde de gelegenheid heeft gehad verweer te voeren.
In de Nederlandse rechtspraak wordt uitgegaan van 4 weken als 'tijdig'
Wie zijn lid van het Bet-Vo?
Waar vind je het doel van de Bet-Vo?
Wat is een fundamenteel verschil tussen Bet-Vo en HBV?
1. Wanneer is Bet-Vo van toepassing?
2. Wanneer is HBV van toepassing?
3. Wanneer is Verdrag van 1954 van toepassing?
4. Wanneer is art. 55, Rv van toepassing?
2. Zo niet, dan onderzoeken of het land onder het HBV valt
3. Zo niet, dan onderzoeken of het land onder het Verdrag van 1954 valt
4. Zo niet, dan art. 55, Rv toepassen
Wat is het materiële toepassingsgebied van de Verordening en waar volgt deze uit?
De Verordening is alleen van toepassing in burgerlijke en in handelszaken waarin een gerechtelijk of buitengerechtelijk stuk van de ene naar de andere lidstaat moet worden verzonden ter betekening of kennisgeving daarvan.
Wat is het formele toepassingsgebied van de Verordening?
De Verordening is van toepassing indien degene voor wie het stuk bestemd is, gevestigd is in een andere lidstaat en aldaar een bekend adres heeft.
Welke instantie is in Nederland aangewezen als centrale instantie (volgens art. 3 Bet-Vo)?
Hoe werkt de dagvaarding volgens het Bet-Vo?
Welke twee taalvereisten lopen door elkaar?
Van de betekening wordt volgens een modelformulier een zgn. ... opgemaakt en toegezonden aan de verzendende instantie. Welk artikel?
art. 10 lid 1, Bet-Vo
Bij het beantwoorden van de vier vragen is één aspect buiten beschouwing gelaten:
De Verordening kent drie alternatieve wijzen van betekening waarvan voor de gerechtsdeurwaarderspraktijk enkel de tweede van belang is:
Waar liggen de voorzieningen ter waarborging van het recht op verdediging in Bet-Vo?
Wat wordt verondersteld met 'tijdig' in art. 19, Bet-Vo?
Zijn de taalvereisten die een verzendende instantie in acht met nemen gelijk voor het formulier en het te betekenen stuk?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden