Samenvatting: Developmental Cognitive Neuroscience | 9781118938089 | Johnson, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Developmental cognitive neuroscience | 9781118938089 | Johnson & de Haan

• 4 Structuur & ontwikkeling van het brein

• 4.1 Structuur van de hersenen

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het grootste verschil tussen mensen hersenen en die van andere primaten?

  Mensen hebben een grotere cerebrale cortex (hersenschors). Dit is gerelateerd aan hogere cognitieve functies. We hebben meer groeven (sulci) en windingen (gyri).

• Gaat sensorische info via .. Naar .. Op unidirectionele wijze?

  Nee, het is bidirectioneel. Sommige output van de cortex gaat naar gebieden die verantwoordelijk zijn voor motoriek.

• Wat houdt de term 'piramidecel' in?

  80% van de neuronen zijn piramidecellen, ze hebben een piramide vorm. Dit komt door een grote (apicale) dendriet. Hierdoor kunnen ze door meerdere lagen informatie oppikken en doorgeven.

• Wat bevatten de verschillende 6 lagen in de meeste gebieden van de neocortex en wat zijn hun patronen voor in- en output?

  • Laag 1: weinig cellichamen, vooral witte stof. Stuurt info naar ver weg
    
  • Laag 2 en 3: horizontale connecties die info versturen naar gebieden van de neocortex die dichtbij liggen. 
  • Laag 4: ontvangt info vanuit thalamus
  • Laag 5 en 6: sturen info naar subcorticale gebieden

• Is de lagen structuur overal in de cortex hetzelfde?

  Nee, het verschilt per gebied. Dit komt omdat bepaalde lagen ergens in specialiseren.

• Waar is laag 5 groot?

  De motorische cortex, omdat het info stuurt naar de rest van het lichaam om bewegingen aan te sturen

• 4.2 Prenatale hersenontwikkeling

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke 3 lage bevat de embryonale disk?

  • Endoderm (binnenste): wordt interne organen (spijsvertering & ademhalingsstelse)
    
  • Mesoderm (middelste): wordt skelet en spieren
  • Ectoderm (buitenste): wordt de huid en zenuwstelsel

• Waar zorgt de dimensie 'lengte' van de neurale buis voor?

  Dit wordt het centrale zenuwstelsel, aan de ene kant de voor- en middenhersenen, en aan de andere kant de ruggengraat.

• Hoe worden de voor- en middenhersenen gevormd?

  Door de vorming van blaasjes:
  

  1. De eerste wordt de cortex = telencephalon
  2. thalamus en hypothalamus = diencephalon
  3. middenbrein = mesencephalon

• Waar zorgt de dimensie 'omtrek' van de neurale buis voor?

  Voor het onderscheid tussen de sensorische en de motorische systemen.