Samenvatting: Developmental Psychology | 9780077170035 | Leman, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Developmental Psychology | 9780077170035 | Leman, Bremner, Parke & Gauvain
-
0 Begrippen
Dit is een preview. Er zijn 415 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 0
Laat hier meer flashcards zien -
Achievement motivation (Prestatie motivatie)
Neiging van een individu om te streven naar succesvolle prestaties, om prestaties te beoordelen aan de hand van uitmuntende standaarden en om te genieten van succesvolle prestaties. -
Acquired Immune Deficiency Syndrome (AIDS) (Verworven immunodeficiëntiesyndroom)
Een virale ziekte die het immuunsysteem van het lichaam aanvalt; overgedragen aan een foetus of pasgeborene in de vorm van human immunodeficiency virus (HIV; menselijk immuundeficiëntievirus), wat het immuunsysteem van het kind verzwakt en uiteindelijke de dood kan veroorzaken. -
Active genetic-environmental interaction (Actieve genetische-omgevingsinteractie)
Een interactie waarbij de genen van een individu deze er toe aanmoedigen ervaringen op te doen die passen bij geërfde neigingen. -
Activity theory (Activiteitstheorie)
De theorie dat interesse houden in activiteiten tot late volwassenheid hoort bij het succesvol verouderen. -
Age of viability (Levensvatbaarheid leeftijd)
De leeftijd van 22 tot 26 weken vanaf bevruchting, wanneer de fysieke systemen van de foetus geavanceerd genoeg zijn voor een kans op overleven als het kind prematuur geboren zou worden. -
Aggressive rejected children (Agressieve afgewezen kinderen)
Afgewezen kinderen met beperkte zelfbeheersing, die zeer agressief zijn en gedragsproblemen vertonen. -
Approach/avoidance behaviour (Toenaderings/vermijdingsgedrag)
Een patroon van interactie waarbij de zuigeling of het kind een inconsistent patroon van toenadering en vermijding van een persoon of object laat zien. -
Associative learning (Associatief leren)
Volgens Jensen, een lager niveau van leren dat gemeten wordt door het testen van zaken als het opslaan in en herinneren vanuit het korte-termijn geheugen, aandacht, uit het hoofd leren en simpele associatieve vaardigheden. Ook niveau I leren genoemd. -
Attachment Q Sort (AQS)
Een beoordelingsmethode waarbij een verzorger of waarnemer de kwaliteit van hechting van een kind beoordeelt, gebaseerd op het gedrag van het kind in natuurlijke situaties, vaak inclusief een korte scheiding van de ouders. -
Attention deficit/hyperactivity disorder (ADHD) (Aandachtstekort/hyperactiviteitstoornis (ADHD))
Een stoornis, die zich veelal ontwikkelt in de kinderjaren, gekenmerkt door een aanhoudend patroon van aandachtsproblemen en hyperactiviteit of impulsiviteit, dat heviger is dan het gedrag van kinderen van een vergelijkbaar ontwikkelingsniveau.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden