Samenvatting: Diabetes Mellitus

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Diabetes mellitus

  • 1 Diabetes mellitus

    Dit is een preview. Er zijn 107 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is insuline afhankelijke (type 1) diabetes?

    Type 1 diabetes ontstaat meestal op jonge leeftijd. De symptomen ontstaan in de loop van enkele dagen tot enkele weken. Type 1 diabetes wordt veroorzaakt doordat de insulineproducerende betacellen in de alvleesklier te gronde gaan. Hierdoor kan het lichaam geen insuline meer produceren. De bloedglucosewaarde stijgt. Mensen met type 1 diabetes hebben de rest van hun leven behandeling met insuline nodig.
  • Wanneer kan je DM vaststellen?

    Glucose nuchter > 7,0 en Glucose niet-nuchter>11,1. Op 2 dagen 2 onafhankelijke metingen nuchter hoger dan 7. Of een nuchtere plasmaglucosewaarde >7 of een willekeurige plasmaglucosewaarde>11,1 i.c.m. klachten die passen bij hyperglykemie
  • Welke andere typen DM heb je in de DD naast DMII?

    MODY: Maturity-onset diabetes of the young. Dit is een autosomaal dominant overervende ziekte waarbij een monogenetisch bétaceldefect leidt tot stoornissen in insulineproductie en/of afgifte.
    LADA: Late autoimmune diabetes in adults. Is het langzaam ontstaan van type 1 DM op oudere leeftijd (>40 jr). Het klassieke DM1 beeld ontbreekt meestal (gewichtsverlies, ketonen in urine, hyperglykemie, korte ziekteduur). De behandeling met orale bloedglucoseverlagende middelen is bij deze patienten dikwijls minder effectief dan bij type II-diabetespatienten. Hiervoor moet dan voortvarend insulinetherapie worden ingesteld.
  • Wat is niet-insuline afhankelijke (type 2) diabetes?

    Type 2 diabetes ontstaat doorgaans op oudere leeftijd, het komt echter steeds vaker bij jongeren voor. Bij type 2 diabetes is de insulineproductie onvoldoende om een verhoogde behoefte aan insuline op te vangen. Die behoeft is verhoogd door ongevoeligheid voor insuline (ook insulineresistentie genoemd). Dit type komt vaak bij meerdere mensen in een familie voor.
    Erfelijke vatbaarheid om ongevoelig te worden voor insuline bij overgewicht en onvoldoende beweging, is de belangrijkste oorzaak.
  • Wat zijn de factoren die van invloed zijn op het HbA1c?

    Leeftijd van de patient, intensiteit van de diabetesbehandeling en diabetesduur.
    Verder zijn ook van belang: comorbiditeit (complicaties en ernst daarvan) en wensen van de patient met het oog op haalbaarheid
  • Wat zijn de HbA1c streefwaarden?

    Algoritme voor het bepalen van de HbA1c-streefwaarde
  • Wat is de behandeling van type 1 diabetes?

    Bij type 1 diabetes maakt de alvleesklier geen insuline meer aan. Het is daarom noodzakelijk de kunstmatige insuline toe te dienen. Dit gebeurt via injectie in het onderhuids bindweefsel (subcutane injectie)
  • Eigenschappen van orale bloedglucoseverlagende middelen?

    Zie hiernaast het schema
  • Wat is de behandeling van type 2 diabetes?

    • leefstijladvies zoals stoppen met roken, voldoende beweging, gezonde voeding en afvallen. Wanneer de bloedglucosewaarde onvoldoende daalt behandeling met orale bloedglucosewaarde verlagende tabletten, zoals Metformine.
    • Combinatie van verschillende bloedglucosewaardeverlagende tabletten. zoals Metformine en sulfonylureumderivaat zoals Glicazide.
    • Wanneer de orale combinatietherapie niet lukt om de bloedglucosewaarde onder controle te krijgen, kan naast de behandeling met tabletten insuline worden gespoten.
  • Hoe ziet het stappenplan bloedglucoseverlagende middelen eruit?

    Stap 1 metformine. Dosering tablet: 500/850/1000mg
    500-3000 mg1-3 dd tijdens of na maaltijd
    Stap 2: SU-derivaat bij metformine, bij voorkeur glicazide.
    Dosering tablet: Tablet (mga) 80 (kort) mg 
    Tablet (mga)* 30 mg (lang)80-240 mg
    30-120 mgTablet 80 mg: 1-3 dd bij maaltijd
    Tablet 30 mg: 1 dd bij ontbijt
    Stap 3: eenmal NPH insuline toevoegen. Bij nachtelijke hypo's kan overgestapt worden op langwerkend insuline.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart